Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels stimuleringsregeling "Locatieontwikkeling centra Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt 2011" |
Citeertitel | regeling locatieontwikkeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 23-11-2010 Gemeenteblad, 2010, 70 | Geen |
Burgemeester en wethouder van de gemeente Steenwijkerland;
(overwegende dat het wenselijk is dat door het instellen van de stimuleringsregeling “Locatieontwikkeling centra Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt” de centrumontwikkeling van de genoemde steden aangejaagd wordt en de woningbouwproductie wordt vergroot. De regeling is gericht op de realisatie van minimaal 100 woningen op inbreidingslocaties in Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt)
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Steenwijkerland;
vast te stellen de volgende Nadere regels stimuleringsregeling Locatieontwikkeling centra Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt 2011
In deze regeling wordt verstaan onder:
Een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt bezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden, of een onroerende zaak die mede wordt gebruikt voor woondoeleinden;
Artikel 7 Verplichtingen subsidieontvanger
Binnen een jaar na het verlenen van de subsidiebeschikking moet gestart worden met de bouw van de woning(en).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze regeling naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze regeling.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college burgemeester en wethouders, d.d. 23 november 2010
Bijlage 1 Kaart bij de stimuleringsregeling “Locatieontwikkeling centra Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt 2011”
De onderstaande kaarten geven de begrenzing aan waarbinnen de panden gelegen moeten zijn om voor subsidie in aanmerking te komen.
De regeling centrumontwikkeling is bedoeld om de woningbouw in het centrum van de Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt te stimuleren. Dit omdat het wonen in het centrum een positieve bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid in het centrum en de veiligheid vergroot. Wonen in het centrum, waaronder wonen boven winkels, is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger. Veel voormalige woningen zijn opgeofferd ten behoeve van de detailhandelsfunctie. Bewoning van de bovenverdieping wordt als onaantrekkelijk ervaren omdat het ten koste kan gaan van vierkante meters winkeloppervlak of vanwege vermeende overlast.
Vandaag de dag staat het wonen boven winkels weer in de belangstelling omdat het als een kans wordt gezien om de leefbaarheid van de centra te bevorderen, met name in de avonduren. Uitgestorven centra zorgen voor een gevoel van onbehagen bij voorbijgangers en kan mogelijk tot criminaliteit leiden. Bovendien gaat bewoning de verpaupering en verloedering van de (historische) panden tegen. Andere voordelen van het stimuleren van wonen in het centrum is dat het gaat om zorgvuldig ruimtegebruik en om het aanbrengen van differentiatie in woonmilieus.
Deze regeling is begin 2008 van kracht geworden. In 2009 is de regeling geëvalueerd en zijn voorstellen gedaan om de regeling te vereenvoudigen. Enerzijds vanwege de complexiteit van de regeling waardoor het aantal aanvragen tegenviel en anderzijds vanwege de stagnatie op de woningmarkt ten gevolge van de kredietcrisis. Gemeente Steenwijkerland wil onder andere op deze wijze een bijdrage leveren aan het op gang houden van de woningbouwproductie.
Artikel 2 Subsidiegerechtigden en subsidiabele activiteiten
Natuurlijke personen kunnen aanspraak maken op de regeling indien zij de te ontwikkelen woning zelf gaan bewonen. Het uitgangspunt is dat een aanvraag ten behoeve van eigen bewoning maximaal 1 woning omvat. Mocht de aanvraag meer woningen betreffen dan worden de overige woningen beschouwd als bestemd voor verhuur en/of verkoop en conform artikel 2, lid 1 onderdeel b behandeld. Natuurlijk- of rechtspersonen kunnen subsidie aanvragen voor de ontwikkeling van woningen ten behoeve van verkoop of verhuur van de woningen. Het verschil zit tussen bewoning door de aanvrager enerzijds en verhuur/verkoop anderzijds. Bij eigenbewoning is geen sprake van een ontwikkeling met een winstoogmerk. Deze categorie kan daarom extra ondersteund worden. Natuurlijke- of rechtspersonen die projectmatig ontwikkelen, ontwikkelen met een winstoogmerk. Projectmatige woningbouw zonder perspectief op winst of een renderende exploitatie zal (ook met subsidie) niet van de grond komen. Omdat stimulering van woningbouw het doel van de regeling is, kan projectmatige woningbouw toch in aanmerking komen voor subsidie. Het verschil komt tot uitdrukking in een hogere subsidie per geïnvesteerde euro voor natuurlijke personen die de woning zelf gaan bewonen.
De bepaling dat het betreffende pand een aaneengesloten periode van 2,5 jaar voorafgaande aan de datum van aanvraag onbewoond moet zijn geweest is opgenomen om te voorkomen dat subsidie aangevraagd wordt voor de verbouwing van een bestaande woning. De regeling is immers bedoeld daar bewoning te stimuleren waar sinds jaar en dag niet meer wordt gewoond.
De subsidie is bedoeld voor de uitvoering van het woningbouwproject en dus zijn alleen werkzaamheden die direct betrekking hebben op de uitvoering subsidiabel. De verwervingskosten van vastgoed en/of grond worden daarom niet tot de uitvoeringskosten gerekend.
Artikel 3 Subsidiebedrag- en plafond
De aanname is dat de regeling gebruikt wordt ten behoeve van kleinschalige projecten. Om zoveel mogelijk aanvragen te kunnen honoreren is het maximum aantal woningen per aanvraag op 10 vastgesteld. Het drempelbedrag van €5.000,- is opgenomen om een onnodig beroep op de regeling te voorkomen. Bouwkosten onder deze drempel worden geacht financierbaar te zijn voor de initiatienemer. Dergelijke bouwkosten hebben doorgaans het karakter van een verbouwing of cosmetische ingreep en vallen derhalve niet onder de regeling. De onderstaande tabel toont de maximale subsidie in relatie tot de aanvrager, bouwkosten en het aantal woningen.
Een bouwvergunning is verplicht omdat woningbouw qua werkzaamheden vergunningplichtig is. De toetsing van de aanvraag bouwvergunning is een kernactiviteit van de gemeente en biedt daarmee zekerheid omtrent het al dan niet door gaan van een project. Bij de toetsing van de bouwaanvraag wordt ook gecontroleerd of de bouwsom correspondeert met de werkzaamheden. Het is voor de subsidieaanvraag dan ook niet meer nodig om vooraf een uitgebreide kostenspecificatie te overleggen.
Artikel 5 Aanvraag subsidieverlening
Soms kan ook bij andere instanties subsidie worden aangevraagd, bijvoorbeeld bij provincie Overijssel in het kader van de Bouwimpuls of van het Rijk. Maar ook de gemeente heeft verschillende subsidieregelingen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Subsidies kunnen niet gestapeld worden. Subsidies afkomstig van andere instanties die betrekking hebben op de uitvoering van de bouwwerkzaamheden worden in mindering gebracht van subsidie locatieontwikkeling.
Het subsidiebesluit wordt gebaseerd op de door de aanvrager opgevoerde kosten in de aanvraag bouwvergunning. Indien de kosten in de aanvraag bouwvergunning lager uitvallen dan de kosten in de specificatie wordt de aanvraag bouwvergunning als uitgangspunt genomen voor de vaststelling van de hoogte van de subsidie. De kostenraming in de aanvraag bouwvergunning wordt als uitgangspunt genomen omdat er van uitgegaan wordt dat deze kostenraming waarheidsgetrouw is. De gemeentelijke leges voor een bouwvergunning zijn namelijk afhankelijk van de opgevoerde bouwkosten.
Artikel 7 Verplichtingen subsidieontvanger
Een subsidiebeschikking kan pas afgegeven worden nadat er een onherroepelijke bouwvergunning is verleend. De subsidieaanvraag kan gelijktijdig worden ingediend met de aanvraag voor een bouwvergunning. Het is mogelijk om een voorschot aan te vragen, dit moet schriftelijk gebeuren. De aanvraag voor subsidievaststelling moet schriftelijk plaatsvinden. De definitieve subsidie wordt achteraf vastgesteld en uitgekeerd. Ten behoeve van de vaststelling moet de aanvrager schriftelijke bewijzen kunnen overleggen, zoals offertes, facturen, rekeningafschriften en bonnen. Indien bij de vaststelling blijkt dat er minder kosten zijn gemaakt wordt de subsidie naar rato naar beneden bijgesteld.