Overheidsorganisatie | Gemeente Neder-Betuwe |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening burgerinitiatief Neder-Betuwe |
Citeertitel | Verordening burgerinitiatief Neder-Betuwe |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur en recht |
Geen.
geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-04-2004 | 26-12-2014 | nieuwe regeling | 03-04-2004 | 040304-07 |
Raadsbesluit
Datum besluit: 4 maart 2004
De raad van de gemeente Neder-Betuwe;
gelezen het voorstel van het presidium, d.d. 19 januari 2004
gelet op het bepaalde in: artikel 149 van de Gemeentewet
BESLUIT:
1. De Verordening Burgerinitiatief Neder-Betuwe
vast te stellen.
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
(Alternatief In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.)
1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
2. Ongeldig is het verzoek dat:
a. niet door ten minste 75 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;
b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
c. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
1. Een burgerinitiatief dat doorjongeren in de leeftijd van 14 - 18 jaar wordt ingediend, zal door het
presidium worden beoordeeld op ontvankelijkheid.
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
a. een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
b. een vraag over het gemeentelijk beleid;
c. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;
d. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of
e. een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen.
1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.
2. Het verzoek bevat ten minste:
a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
b. een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger, en
d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.
1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.
2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.
3. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.
4. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.
5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
6. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.
De burgemeester brengt over eik jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.
Deze verordening treedt zes weken na de datum van bekendmaking in werking.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Burgerinitiatief Neder-Betuwe.
Besloten in de raadsvergadering van 4 maart 2004
de griffier, de voorzitter,