Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist
CiteertitelAanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Besluit Omgevingsrecht, artikel 6.5, lid 3

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201013-04-2017Nieuwe regeling

07-12-2010

Gemeenteblad, 2010, 69

2010/118

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

Overwegende;

 

dat per 1 oktober 2010 de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden;

 

dat door invoering van de Wabo het projectbesluit zoals die is geregeld in de Wet ruimtelijke ordening is komen te vervallen;

 

dat daarvoor in de plaats een soortgelijke regeling is opgenomen in artikel 12 van de Wabo;

 

dat de bevoegdheid om op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing af te wijken van het bestemmingsplan ingevolge de Wabo is neergelegd bij het college van burgemeester en wethouders en niet meer bij de gemeenteraad;

 

dat de raad echter voor elk geval wel een zogenaamde verklaring van geen bedenkingen dient af te geven;

 

dat artikel 6.5, lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht de mogelijkheid biedt om categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist;

 

dat gezien de strakke beslistermijnen die na invoering van de WABO gelden en gezien het duale stelsel het wenselijk is om van deze mogelijkheid gebruik te maken;

 

dat in de toelichting behorende bij dit besluit een uitgebreide toelichting wordt gegeven op deze keuze;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van23 november 2010, nummer 2010/118;

 

b e s l u i t :

 

Op grond van artikel 6.5, lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht te bepalen dat in alle gevallen waarbij met een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 eerste lid onder a punt 3 van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht wordt afgeweken van een bestemmingsplan èn waarbij het college bevoegd gezag is, geen verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist.

 

Te bepalen dat het college van burgemeester en wethouder de raad na afloop van elk kwartaal informeert over de in dat kwartaal verleende omgevingsvergunningen waarbij is afgeweken van het bestemmingsplan met toepassing van artikel 12, eerste lid onder a punt 3 van de Wabo.

 

De raad voornoemd,

 

de griffier, R.G.H.P. Moonen

 

de voorzitter, L.V. Elfers

 

 

Toelichting bij het raadsvoorstel betreffende het aanwijzen van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

 

Wettelijke regeling

Bij koninklijk besluit van 10 juni 2010 is bepaald dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

(Wabo) per 1 oktober zal worden ingevoerd. De Wabo verandert ook de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Over de gevolgen hiervan wordt u hierbij geadviseerd.

 

In de Wro is het gemeentelijk bestemmingsplan het belangrijkste instrument in de ruimtelijke ordening. De invoering van de Wabo verandert dit uitgangspunt niet. Wel verdwijnt het projectbesluit zoals dat nu nog in de Wet ruimtelijke ordening is opgenomen. Dit besluit was, zoals de naam ook al aangeeft, met name bedoeld voor het realiseren van projecten. Door de mogelijkheid van delegatie naar het college en de aanpassing in de Crisis- en herstelwet is het projectbesluit een bruikbaar instrument geworden om in relatief korte termijn ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren. Met de invoering van de Wabo verdwijnt het projectbesluit, maar komt een vergelijkbaar instrument hiervoor in de plaats. Hieronder wordt kort aangegeven wat de gevolgen van de Wabo zijn voor de ruimtelijke ordeningsprocedures in het algemeen en in het bijzonder voor het hiervoor genoemde projectbesluit en zijn opvolger.

 

Bevoegd gezag Wabo

In de Wabo worden 25 verschillende vergunningsstelsels geïntegreerd in de omgevingsvergunning. In de meeste gevallen is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het project plaatsvindt het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. Een uitzondering wordt gemaakt wanneer er sprake is van een provinciaal of nationaal belang, dan zijn Gedeputeerde Staten of de minister bevoegd. Als het college bevoegd gezag is voor de omgevingsvergunning beslist het college over alle onderdelen van de omgevingsvergunning dus ook over eventueel benodigde afwijkingen van het bestemmingsplan.

Procedure omgevingsvergunning

De Wabo kent een reguliere en een uitgebreide procedure. In de meeste gevallen is de reguliere

procedure van toepassing en dient er binnen 8 weken te worden beslist op de aanvraag. In bepaalde gevallen is de uitgebreide procedure van toepassing, waarbij een ontwerp-omgevingsvergunning conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende 6 weken ter inzage wordt gelegd en zienswijzen kunnen worden ingediend. Bij een dergelijke procedure is sprake van een beslistermijn van 26 weken. De beslistermijn wordt onder bepaalde omstandigheden opgeschort, bijvoorbeeld wanneer de aanvrager onvoldoende gegevens heeft verstrekt. Ook kan het bevoegd orgaan besluiten de termijn met maximaal 6 weken te verlengen.

Afwijken van het bestemmingsplan

Een aanvraag omgevingsvergunning voor bouwen wordt getoetst aan het bestemmingsplan. Wanneer het hiermee strijdig is kan het worden geweigerd, of kan de omgevingsvergunning worden verleend in afwijking van het bestemmingsplan (in de Wro werd de term ontheffing gebruikt). Het kan daarbij gaan om:

  • binnenplans afwijken: een afwijking die reeds in het bestemmingsplan is opgenomen als bevoegdheid (reguliere procedure);

  • buitenplans: een afwijking die valt onder de kruimelgevallen genoemd in het Besluit omgevingsvergunning (reguliere procedure);

  • voor een tijdelijke behoefte, voor maximaal 5 jaar (uitgebreide procedure);

  • ‘Wabo-projectbesluit’: voor grotere afwijkingen van het bestemmingsplan, indien voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing (uitgebreide procedure).

Korte procedure bij beperkte afwijking van het bestemmingsplan

Zoals hierboven vermeld geldt onder de Wabo voor kleinere afwijkingen van het bestemmingsplan de korte, reguliere procedure van de omgevingsvergunning met een standaard beslistermijn van 8 weken.

 

Onder de Wro was het zo dat bij het verlenen binnenplanse en buitenplanse ontheffingen eerst een ontwerp-ontheffingsbesluit ter inzage werd gelegd. Omwonenden konden naar aanleiding daarvan een zienswijze indienen. Bij ‘buitenplanse’ afwijkingen was de standaardtermijn voor terinzagelegging van 6 weken, bij ‘binnenplans’ afwijken was die termijn geregeld in het bestemmingsplan (meestal 2, soms 6 weken).

 

Per 1 oktober geldt in al deze gevallen, dus zowel voor de binnenplanse afwijkingsmogelijkheiden als de lichtere buitenplanse afwijkingsmogelijkheden de korte, reguliere procedure van de Wabo. Dat betekent dat de procedureregels die in nu geldende bestemmingsplannen zijn opgenomen van rechtswege komen te vervallen. In bestemmingsplannen die nog in procedure zijn zullen deze procedureregels dan ook niet meer worden opgenomen.

 

Het halen van de beslistermijn van 8 weken is van belang omdat anders een vergunning van rechtswege ontstaat. Ook de benodigde afwijking van het bestemmingsplan is dan van rechtswege verleend. Dit is duidelijk een verandering ten opzichte van de situatie onder de Wro omdat er toen geen sprake kon zijn van een fictieve vergunning als er strijd was met het bestemmingsplan.

 

Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) door de raad

Voor de grotere afwijkingen van het bestemmingsplan is in het Besluit omgevingsrecht (Bor) bepaald dat een dergelijke omgevingsvergunning slechts kan worden verleend nadat de gemeenteraad heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft. Een verklaring van geen bedenkingen kan alleen worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening (art 6.5, lid 3 Bor). Volgens het Bor is de procedure hierbij als volgt:

  • Het bevoegd gezag (college) stuurt het vvgb-orgaan (de raad) zo spoedig mogelijk een exemplaar van de aanvraag en de daarbij behorende stukken.

  • Wanneer de raad daarom verzoekt, vraagt het bevoegd gezag aanvullende gegevens van de aanvrager (het gaat dan om gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag).

  • De raad zendt binnen zes weken een ontwerp-vvgb aan het bevoegd gezag. Deze ontwerp-vvgb wordt tegelijkertijd met het ontwerpbesluit ter visie gelegd.

  • Zienswijzen en adviezen naar aanleiding van de ontwerp vvgb worden zo spoedig mogelijk naar het vvgb-orgaan gezonden.

  • De raad geeft (of weigert) de definitieve verklaring van geen bedenkingen.

  • Het bevoegd gezag (het college) neemt een besluit over de omgevingsvergunning met inachtnemingvan de vvgb.

 

Zoals eerder vermeldt geldt voor deze totale procedure een termijn van 26 weken.

Aanwijzing gevallen waarin geen vvgb is vereist

De gemeenteraad kan categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist (art 6.5, lid 4 Bor). Bij een dergelijke beslissing dienen in ieder geval de volgende argumenten een rol te spelen

 

Argumenten

Het risico dat de wettelijke beslistermijnen niet worden gehaald

In de Wet is een beslistermijn van 26 weken voorgeschreven voor een omgevingsvergunning met een uitgebreide voorbereidingsprocedure. De termijn start na indiening van de aanvraag, zodat het goed mogelijk is dat de beslissing bijvoorbeeld gedurende de zomervakantie moet worden genomen. Gegeven de vergadercyclus van de raad kan dit problemen opleveren.

Een bijkomend punt is dat wanneer er géén zienswijzen worden ingediend, er op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 4 weken moet worden beslist. Als het college binnen die termijn moet beslissen, en de raad heeft geen verklaring van geen bedenkingen afgegeven, dan moet de omgevingsvergunning worden geweigerd. Overigens is bij omgevingsvergunningen met een uitgebreide procedure geen sprake van een fatale termijn, er ontstaan geen vergunning ‘van rechtswege’. Wel is de Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen van toepassing. Daarnaast is het natuurlijk ook zo dat het streven er op gericht moet zijn om wettelijke termijnen gewoon te halen.

 

Het streven naar versnelling van procedures en deregulering

De bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen kan niet worden gedelegeerd aan

burgemeester en wethouders.

Dit betekent dat voor ruimtelijke ontwikkelingen die niet onder de ‘kruimelgevallen’ vallen, altijd een raadsbesluit nodig zou zijn. Tijdswinst ten opzichte van een bestemmingsplanprocedure kan worden bereikt door af te zien van de noodzaak van een verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad. Feitelijk is er dan sprake van deregulering.

De raad behoudt haar kaderstellende rol

Voor het ruimtelijk beleid van onze gemeente zijn verschillende nota’s opgesteld . Dit beleid dient als kader voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Steenwijkerland en dus ook voor de ruimtelijke onderbouwing van de te behandelen omgevingsvergunningen waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Deze werkwijze kan worden opgevat als uitwerking door het college van de door de raad gestelde kaders.

 

Keuze voor aan te wijzen categorieën

Met inachtneming van de hiervoor aangehaalde argumenten zal door de gemeenteraad een keuze moeten worden gemaakt

 

Vanuit het oogpunt van een efficiënte uitvoering van de WABO en een goede dienstverlening verdient het duidelijk de voorkeur om de categorie-indeling zo ruim mogelijk te kiezen. Voorgesteld wordt daarom om de gevallen waarin uw college op grond van de WABO het bevoegd gezag is aan te wijzen als een categorie waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk is. Dit betekent dat de raad bewust het college vrijlaat in het verlenen van de omgevingsvergunning ook als er strijd is met het bestemmingsplan. Deze werkwijze past goed bij het duale stelsel dat een aantal jaren geleden is ingevoerd en waar bij de raad de kaders stelt en het college uitvoert.

 

Voor alle duidelijkheid, in de meeste gevallen is het college van burgemeester en wethouders het bevoegde gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning. Dit is alleen anders als er bij voorbeeld sprake is van een zodanig groot bedrijf dat de provincie voorheen bevoegd gezag was voor de milieuvergunning. Onder de WABO is dan de provincie het bevoegd gezag voor de hele omgevingsvergunning. In een dergelijke situatie, waar het college dus niet de vergunningverlenende instantie is, blijft de verplichting bestaan dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen dient af te geven. Dit is ook gewenst omdat anders de situatie zou ontstaan dat er vergunningen voor het gemeentelijk grondgebied worden afgegeven zonder dat daar een gemeentelijke bestuursorgaan bij is betrokken.

 

Invulling geven aan kaderstellende rol

Uiteraard is het zo dat ons college bij de beslissing of er al dan niet medewerking wordt verleend aan een afwijking van het bestemmingsplan wel gehouden is aan beleid dat door de raad is vastgesteld zoals de in 2005 vastgestelde uitgangspuntennotitie voor het buitengebied of de in 2009 vastgesteld beleidsnotitie Kernen, kracht en kwaliteit. Daarbij is ook van belang dat er binnenkort een aantal beleidsnota’s aan uw raad zal worden voorgelegd die met name betrekking hebben op het ruimtelijk beleid. Een van die nota’s is het ontwerp-bestemmingsplan buitengebied. Een andere nota is de nota facetbeleid die naar aanleiding van het project actualisatie-digitalisatie naar verwachting in de raad van 11 januari 2011 aan zal worden voorgelegd. Met onder andere deze nota’s zal dus ter dege rekening moeten worden gehouden.

 

Informeren/controleren

Om de raad de mogelijkheid te geven haar controlerende rol inhoud te geven en ook input te geven voor de kaderstellende rol wordt voorgesteld om aan het einde van elk kwartaal een afschrift van de verleende omgevingsvergunningen, waarbij gebruik is gemaakt van de afwijkingsmogelijkheid van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.12 eerste lid onder a, punt 3 (voormalig projectbesluit) aan de raad toe te zenden. De raad heeft dan de mogelijkheid om de ontwikkeling die door de verleende vergunningen mogelijk zijn gemaakt te agenderen voor een volgende raadsvergadering en kan dan naar aanleiding van de behandeling in de raad (aanvullende)kaders mee geven aan het college. De raad houdt op deze manier nadrukkelijk de controle over het ruimtelijk beleid.

 

Financiële / personele / organisatorische gevolgen

Het raadsbesluit draagt bij aan deregulering. Omdat besluitvorming sneller kan en er minder stukken geproduceerd hoeven te worden, is minder ambtelijke inzet nodig en krijgen aanvragers van een omgevingsvergunning sneller antwoord.

 

Communicatietraject

Dit raadsbesluit is een Besluit van Algemene Strekking en zal, zoals in de Algemene wet bestuursrecht is voorgeschreven, openbaar bekend worden gemaakt. Dit zal gebeuren in het Gemeenteblad, op de gemeentelijke informatiepagina die in de Steenwijkerland Expres wordt gepubliceerd en op onze gemeentelijke webpagina wordt geplaatst.