Beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen"

Raadsvoorstel

Datum voorstel: 11 mei 2004

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen"

Raadsvergadering d.d.: 27 mei 2004

Agendapunt: 6b

Portefeuillehouder: Weth. Talman

Behandeld in de commissie: Grondgebiedzaken

Voorstel:

Voorgesteld wordt de beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen" vast te stellen.

Aan de raad,

Toelichting op het voorstel

Begin 2004 is een concept van de beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen" ter kennisname aangeboden aan de commissie Grondgebiedzaken. Deze is vervolgens onderwerp van gesprek geweest in het ondernemersplatform, waarna van deze zijde een schriftelijke reactie is nagezonden. Deze reactie heeft geleid tot onze volgende overwegingen:

1. Inventarisatie

Van de aangeboden hulp door de Kamer van Koophandel bij de inventarisatie zal dankbaar gebruik worden gemaakt. Naar verwachting heeft de Kamer een beter en actueler beeld van de nu aanwezige bedrijven dan de gemeente.

2. bedrijfseigen producten

De Kamer geeft aan dat de verkoop van bedrijfseigen producten niet is gereguleerd. Dit is echter onjuist. In nagenoeg alle bestemmingsplannen is een regeling opgenomen die ondergeschikte verkoop van ter plaatse geproduceerde goederen mogelijk maakt. Dit is ook zo overgenomen in de beleidsnotitie. Wel betekent dit in zoverre een inperking dat producten die wel bedrijfseigen zijn, maar niet ter plaatse worden geproduceerd, niet mogen worden verkocht. Hiermee wordt discussie over wat wel en niet bedrijfseigen is voorkomen.

3. definitie begrippen volumineus en milieubelastend/brandgevaarlijk/explosief

Deze begrippen zijn inderdaad niet gedefinieerd. De reactie van de Kamer, onder verwijzing naar het geschetste voorbeeld "tuincentrum", neigt naar gebruikmaking van een uitputtende bedrijvenlijst gekoppeld aan die begrippen. Echter niet alle initiatieven laten zich op deze wijze categoriseren. Tevens zou dit de flexibiliteit van een bestemmingsplan en het afwegingskader danig ondermijnen.

Ten aanzien van de categorie "tuincentrum" nog het volgende. Gelet op de grote verkeersaantrekkende werking en het aantal benodigde parkeerplaatsen van dergelijke ondernemingen heeft het de voorkeur om deze te vestigen nabij de dorpskern en/of in elk geval op een locatie die zeer goed bereikbaar is. Dus niet midden op een achteraf gelegen bedrijventerrein. In Neder-Betuwe betekent dit dat door de ligging van de bedrijventerreinen de Bonegraaf wat beter scoort dan het Panhuis en de Heuning. Meestal zullen echter locaties in het buitengebied, tegen de kom aan, de voorkeur hebben.

4. tijdelijke verkoop

Door de Kamer wordt voorgesteld om de tijdelijke verkoop te beperken tot maximaal 3 dagen per jaar. Dit om de concurrentie met de dorpskern te minimaliseren. Hiermee kunnen wij instemmen, waaraan wij willen toevoegen, mede gelet op de behandeling in de commissie Grondgebiedzaken, dat verkoop op zondagen niet is toegestaan. Voorgesteld wordt om de notitie op dit punt aan te passen.

5. relatie met huidige en nieuwe bestemmingsplannen

Op voorhand kan worden gesteld dat het voorgestelde beleid niet wezenlijk afwijkt van de bestaande regelingen in de meeste bestemmingsplannen. Het gaat om beperkte of genuanceerde aanscherpingen of versoepelingen. Zoals ook al in de beleidsnotitie is verwoord, dient het voorgenomen beleid te worden geïmplementeerd in de diverse bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen in de gemeente. Gelet op de meerjarenplanning kan het nog wel enige jaren duren voordat dit z’n beslag heeft gekregen. Gelukkig kennen de meeste vigerende bestemmingsplannen in dat opzicht een vrijstellingsregeling voor bepaalde vormen van detailhandel. Bij het toepassen van deze vrijstellingen kan (in beperkte mate) worden geanticipeerd op het "nieuwe" beleid. Of dit juridisch 100% houdbaar is zal nog moeten blijken, maar de inschatting is dat dit een redelijk werkbare oplossing/handelwijze betreft.

6. verkooppunten vuurwerk

Een verkooppunt (alsmede opslag) voor vuurwerk maakt onderdeel uit van de categorie milieubelastend/brandgevaarlijk/explosief. Dit kan derhalve middels een vrijstelling worden mogelijk gemaakt op een bedrijventerrein. Overigens gelden hierbij dat de beperkingen en voorwaarden vanuit de Wet Milieubeheer vele malen groter zijn dan die vanuit de Ruimtelijke Ordening.

Consequenties voor de integrale planning

De uit te voeren werkzaamheden voor wat betreft de inventarisatie hebben tot gevolg dat de afdeling Bouw- en Milieuzaken (tijdelijk) geen controles op de bouw zal uitvoeren. Voor zover mogelijk zal bij de inventarisatie gebruik worden gemaakt van een stagiaire alsmede het aanbod van de Kamer tot ondersteuning.

Financiële consequenties

Niet van toepassing.

Burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe,

de secretaris, de burgemeester,

Standpunt raadscommissie

Onder verwijzing naar de gemaakte opmerkingen, zoals verwoord in het separaat bijgevoegde verslag, heeft de commissie Grondgebiedzaken in haar vergadering van 26-04-2004 ingestemd met het voorstel en geadviseerd het voorstel als hamerstuk te agenderen.

Achterliggende stukken : ter inzage

-Beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen"

-gezamenlijke brief Kamer van Koophandel / Ondernemersplatform Neder-Betuwe

Raadsbesluit

Datum besluit: 27 mei 2004

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 11 mei 2004;

gelet op het bepaalde in:

BESLUIT:

1. Vast te stellen de beleidsnotitie "Detailhandel op bedrijventerreinen".

2. Conform de beleidsnotitie een inventarisatie op te stellen van bestaande detailhandel op de aanwezige bedrijfsterreinen.

Besloten in de raadsvergadering van 27 mei 2004,

de griffier, de voorzitter,

A.J.D. Fukkink ir. A.P. Heidema