Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergeijk

verordening, regelende de samenstelling, taak, bevoegdheid en werkwijze van de raadscommissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergeijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverordening, regelende de samenstelling, taak, bevoegdheid en werkwijze van de raadscommissies
CiteertitelVerordening op de raadscommissies
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 10, 13, 15 en 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-2010Nieuwe regeling

26-04-2010

De Eyckelbergh, 26-05-2010

11a. Verordening op de raadscommissies
08-07-2004Nieuwe regeling

28-02-2002

De Eyckelbergh, 30-06-2004

11a. Verordening op de raadscommissies

Tekst van de regeling

Intitulé

verordening, regelende de samenstelling, taak, bevoegdheid en werkwijze van de raadscommissies

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissie: een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, ter voorbereiding van de besluitvorming van de raad en voor overleg met het college of de burgemeester.

b. Instellingsbesluit: het besluit van de raad tot instelling van een raadscommissie.

Artikel 2 Commissies

  • 1.

    De raad kan commissies instellen voor daarbij aan te geven beleidsterreinen.

  • 2.

    Een commissie wordt ingesteld voor een periode, gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

  • 3.

    De instelling vindt plaats in de vergadering van de raad in de nieuwe zittingsperiode waarin de wethouders worden benoemd.

  • 4.

    (vervalt)

Artikel 3 Taak en bevoegdheden

  • 1.

    Een commissie heeft tot taak:a. de raad van advies te dienen over de voorbereiding van raadsvoorstellen op de in het instellingsbesluit aangegeven beleidsterreinen, uitgezonderd de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften;b. te overleggen met en te adviseren aan het college en de burgemeester over andere aan haar door het college van burgemeester en wethouders en of de burgemeester voorgelegde onderwerpen.

  • 2.

    Een commissie adviseert over zaken; advies over personen beperkt zich tot procedurele en zakelijke aspecten.

  • 3.

    Een commissie kan ook eigener beweging adviseren over de aangelegenheden op haar terrein.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een commissie wordt gevormd door de voorzitter en het aantal leden zoals dat in het instellingsbesluit wordt bepaald.

  • 2.

    De raad kan bepalen dat voor elk lid ook een plaatsvervangend lid wordt benoemd.

  • 3.

    De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van een commissie worden benoemd door en uit de raad.

  • 4.

    De overige leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd door de voorzitter van de raad, op voordracht van de voorzitter van de desbetreffende raadsfractie.

  • 5.

    Personele wisselingen in de commissie tijdens het verder verloop van de bestuursperiode aangaande ontslag en benoeming van commissieleden worden gedelegeerd aan het presidium en ter kennisgeving aangeboden aan de raad.

Artikel 5 Vereisten commissie lidmaatschap

Voorzover in het instellingsbesluit niet anders is bepaald, is artikel 10 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing op een commissielid dat niet tevens raadslid is.

Artikel 6 Onverenigbare betrekkingen

Voorzover in het instellingsbesluit niet anders is bepaald, is artikel 13 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing op een commissielid, dat niet tevens raadslid is.

Artikel 7 Verboden handelingen

  • 1.

    Voorzover in het instellingsbesluit niet anders is bepaald, is artikel 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing op een commissielid, dat niet tevens raadslid is.

  • 2.

    Van het bepaalde in artikel 15, eerste lid onder d, van de Gemeentewet kan de raad ontheffing verlenen.

Artikel 7a Nevenfuncties

  • 1.

    Leden van een commissie, niet zijnde leden van de raad, maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de commissie zij vervullen. Zij doen daartoe schriftelijk opgave aan de griffie

  • 2.

    De openbaarmaking geschiedt door ter inzage legging van bedoelde opgave van functies in het gemeentehuis en publicatie op de website van de gemeente Bergeijk.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van een commissie worden benoemd voor de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid van een commissie kan te allen tijde ontslag nemen. Het lid geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.

  • 3.

    Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap, oefenen hun functies uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.

  • 4.

    Zodra blijkt dat een lid van een commissie de hoedanigheid op grond waarvan hij is benoemd niet meer bezit, dat hij een met het lid maatschap onverenigbare betrekking vervult, dan wel dat hij handelt in strijd met een van de verboden handelingen, houdt hij op lid van de commissie te zijn.

  • 5.

    De vervulling van een tussentijds ontstane vacature geschiedt binnen 10 weken, nadat zij is ontstaan.

Artikel 9 Zetelverdeling

De commissiezetels per raadsfractie worden verdeeld volgens een verdeelsleutel die door de gemeenteraad wordt vastgesteld met inachtneming van de bepalingen van de Gemeentewet.

Artikel 10  

Vervallen

Artikel 11 Taken voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • 1.

    de voorbereiding en uitvoering van de vergaderingen;

  • 2.

    de leiding van de vergaderingen;

  • 3.

    wat deze verordening hem opdraagt.

Artikel 12 De griffier

De raadscommissie en haar voorzitter worden ondersteund door de griffier, diens vervanger of een door het college aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 13 Taken griffier

  • 1.

    De griffier is geen lid van de commissie; wel kan hij, indien hij daartoe door de voorzitter wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2.

    De griffier draagt, onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding en uitvoering van de vergaderingen van de commissie.

  • 3.

    De griffier draagt er zorg voor dat de leden van de commissie over alle informatie kunnen beschikken die zij behoeven om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

Artikel 14 Ambtelijke bijstand

Ten aanzien van de op de agenda geplaatste onderwerpen kunnen de daarvoor ambtelijk verantwoordelijke ambtenaren ter vergadering aanwezig zijn om nadere uitleg te verschaffen.

Artikel 15 Tekenen van stukken

Alle van een commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Hoofdstuk 2 Openbare vergaderingen

Artikel 16 Tijd en plaats

  • 1.

    Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig oordelen.

  • 2.

    De vergaderingen worden in de regel in het gemeentehuis gehouden.

Artikel 17 Oproep, agenda en voorstellen

  • 1.

    De oproeping voor een vergadering vindt schriftelijk plaats en wordt -spoedeisende gevallen uitgezonderd- ten minste één week vóór de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2.

    De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen, die in de vergadering behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde zullen worden gesteld.

  • 3.

    De voorzitter zorgt er voor dat -spoedeisende gevallen uitgezonderd- de te behandelen voorstellen bij de oproepingsbrief zijn bijgevoegd.

  • 4.

    De bij deze voorstellen behorende stukken liggen gedurende tenminste één week voor de vergadering ter inzage.

Artikel 18 Openbare kennisgeving

  • 1.

    Een openbare vergadering wordt door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:a. de datum, de aanvangstijd en plaats van de vergadering;b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende voorstellen kan inzien;c. de mogelijkheid voor niet-leden van een commissie tot het uitoefenen van het spreekrecht.

Artikel 19 Presentielijst

De leden tekenen ter vergadering de presentielijst.

Artikel 20 Opening en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering, nadat hem is gebleken dat het door de wet vereiste aantal leden aanwezig is.1a. Na de opening verricht de voorzitter de loting voor het vaststellen van de spreekvolgorde van de fracties

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter met een tussentijd van ten minste 24 uren een nieuwe vergadering. In deze vergadering kunnen dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten.

Artikel 21 Verslag

  • 1.

    Het verslag van de voorgaande vergadering wordt zo mogelijk bij de agenda aan de leden toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt, zoveel mogelijk, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    Het verslag moet inhouden:a. de namen van de voorzitter, de griffier, en de ter vergadering aanwezige leden van de commissie en van het college, alsmede van de leden die afwezig waren;b. een beknopte weergave van de besproken onderwerpen;c. de uitgebrachte adviezen;d. eventuele minderheidsstandpunten, met een korte aanduiding van de motieven.

  • 4.

    Aan het verslag wordt toegevoegd een zakelijke samenvatting van tijdens de vergadering gevoerde besprekingen met derden.

  • 5.

    Het verslag wordt opgemaakt onder de zorg van de griffier.

  • 6.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 7.

    De griffier zendt het vastgestelde verslag zo spoedig mogelijk aan de leden van het college van burgemeester en wethouders en aan de overige leden van de raad.

Artikel 21a Vragenhalfuur

  • 1.

    De voorzitter stelt de leden van de commissie aan het begin van de vergadering in de gelegenheid mondelinge vragen te stellen aan de aanwezige leden van het college over onderwerpen die liggen op het beleidsterrein van de commissie.

  • 2.

    De voorzitter kan, na overleg met de leden van de commissie, bepalen dat de vragen onmiddellijk, mondeling, dan wel op een later tijdstip, schriftelijk, worden beantwoord.

Artikel 22 Voorstellen en amendementen

  • 1.

    Ieder lid heeft het recht aan de vergadering voorstellen te doen en amendementen op gedane voorstellen in te dienen.

  • 2.

    De commissie beslist of een voorstel, dat buiten de agenda valt, direct in behandeling wordt genomen of op de agenda van de eerst volgende vergadering wordt geplaatst.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1.

    Niet-leden kunnen worden uitgenodigd in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslaging deel te nemen.

  • 2.

    Leden van het college van burgemeester en wethouders kunnen desgewenst of eigener beweging aanwezig zijn in de vergadering en deelnemen aan de beraadslaging.

  • 3.

    Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 24 Besluitvorming

1. Nadat de beraadslaging is gesloten, brengt de voorzitter het voorstel tot besluitvorming.

2. Indien geen stemming wordt gevraagd stelt de voorzitter vast dat zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel wordt geadviseerd.

3. De stemming geschiedt mondeling.

4. Een eventueel minderheidsstandpunt wordt in het verslag verwoord.

5. Ingeval de stammen staken wordt geen advies uitgebracht, maar verslag gedaan van de opvatting van de commissieleden.

6. De voorzitter heeft geen stemrecht.

Artikel 24a Deelnemen aan beraadslaging en besluitvorming

Een lid van een commissie neemt niet deel aan beraadslaging of besluitvorming over een onderwerp dat hem persoonlijk rechtstreeks of middellijk aangaat, of waarbij hij als vertegenwoordiger betrokken is.

Artikel 25 Spreekrecht

  • 1.

    Niet-leden van een commissie worden in de gelegenheid gesteld het woord te voeren tijdens de openbare vergadering van een commissie, over de onderwerpen voorkomend op de agenda, uitgezonderd het verslag en de rondvraag.

  • 2.

    Zij die het woord wensen te voeren dienen dit vóór de aanvang van de vergadering aan de griffier of de commissievoorzitter kenbaar te maken onder opgave van het agendapunt, waarover men wenst te spreken.

  • 3.

    De voorzitter geeft niet-leden vervolgens het woord voorafgaand aan het desbetreffende agendapunt.

  • 4.

    De spreektijd voor niet-leden bedraagt maximaal vijf minuten per persoon per agendapunt; de voorzitter is bevoegd de spreektijd te beperken indien meer dan vijf niet-leden het woord bij het betreffende agendapunt wensen te voeren.

  • 5.

    De niet-leden dienen zich te beperken tot het geven van een toelichting op of opvatting over het agendapunt.

Artikel 26 Handhaving orde

1. Indien een lid of een spreker zich beledigend of onbehoorlijk uitdrukt, afwijkt van het onderwerp in behandeling, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen.

2. Indien betrokkene hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hen te bepalen tijd schorsen en indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord de vergadering sluiten.

Artikel 27 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    Het is verboden zonder toestemming van de voorzitter geluid- of beeldregistraties in de vergaderzaal of de publieke tribune te maken van hetgeen gesproken wordt.

  • 4.

    De voorzitter kan degenen, die in strijd met dit artikel handelen, dadelijk uit de vergaderzaal doen verwijderen.

Hoofdstuk 3 Besloten vergaderingen

Artikel 28 Algemeen

  • 1.

    Een vergadering wordt besloten verklaard, wanneer dit door ten minste een vijfde van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2.

    De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 29 Vergaderregels

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering.

Artikel 30 Verslag

Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

Artikel 31 Geheimhouding

  • 1.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 2.

    Stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, kunnen bij de griffier worden ingezien door de leden van het college van burgemeester en wethouders en de overige leden van de raad.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 32 Uitleg verordening

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 33 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als " Verordening op de raadscommissies”.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt inwerking op de dag na besluitvorming in de Raad

  • 2.

    .Op de dag van in werking treden van de “Verordening op de raadscommissies” vervalt de “Verordening op de vaste commissies”, zoals vastgesteld door de raad bij besluit van 27 april 2006.