Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Marktverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening
CiteertitelMarktverordening Zwijndrecht 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 149 en 151

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-200531-12-2014Onbekend

30-10-2001

Stadsnieuws, 2005-10-05

100/2001

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening

 

De raad van de gemeente Z w i j n d r e c h t ;

   

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 oktober 2001  

(bijlagenummer 100/2001);

 

Gelet op de artikelen 149 en 151 van de Gemeentewet;

 

 

                         b e s l u i t :

 vast te stellen de volgende:

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Markt: De warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    Marktterrein: De gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van markthandel;

  • c.

    Standplaats: De ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    Vaste plaats: De standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    Dagplaats: Een standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    Standwerken: De activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

  • g.

    Standwerkersplaats: De standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    Vergunninghouder: Degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    Wachtlijst: De lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

  • j.

    Anciënniteitslijst: De lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

  • k.

    Marktmeester: De persoon, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

  • l.

    Branche-indeling: De indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

  • m.

    College: Het college van burgemeester en wethouders;

  • n.

    Levenspartner: De persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

Artikel 1.2 Dag, plaats en tijd van de markt

 

  • 1.

    1.    In de gemeente Zwijndrecht worden de volgende markten gehouden:

    a.    Op dinsdag van 10.00 uur tot 16.00 uur op het marktterrein aan de Meubelmaker;

    b.    Op donderdag van 9.00 uur tot 16.00 uur op het marktterrein aan het Wagenveld.

  • 2.

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    a.    op een andere dag;

    b.    op een andere tijd;

    c.    op een andere plaats.

  • 3.

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche-indeling

 

  • 1.

    Het college bepaalt voor de markt:

    a.    Het aantal standplaatsen;

    b.    De afmetingen van de standplaatsen;

    c.    De opstelling en indeling van de markt;

    d.    Welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    a.    Een lijst met artikelengroepen (branches); en

    b. Een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 1.4 De marktcommissie

 

  • 1.

    Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Nadere regels

 

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

 

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

 

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkerplaats.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

 

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 2.

    De aanvrager moet ten minste twaalf weken op de wachtlijst als bedoeld in artikel 2.8 te zijn ingeschreven.

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

 

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

    a.    Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    b.    Bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vergunning intrekken:

    a.    Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b.    Indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van de standplaats.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

 

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    De naam en voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    Een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    De verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    De artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    De datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • f.

    Dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitenlijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst

 

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    a.    De aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen; en

    b.    De aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst;

  • 2.

    Het college vermeldt bij inschrijving op de wachtlijst in ieder geval:

    a.    De naam en voorletters, de geboortedatum, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    b.    De datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    c.    De artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 31 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

 

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    Indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 31 januari heeft verlengd;

  • b.

    Op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    Bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    Wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;Indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

 

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitenlijst;

  • b.

    Degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning in geval van overlijden, arbeidsongeschiktheid dan wel het bereiken pensioengerechtigde leeftijd

 

  • 1.

    Ingeval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door de vergunninghouder, kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende een zelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden nadat de gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats

 

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing standwerkerplaats

 

  • 1.

    Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 4.

    Een standwerker biedt uitsluitend één artikel aan en als dat artikel volgens de branche-indeling maximaal aanwezig is, dan zal deze gegadigde met hetzelfde artikel niet meer dan eenmaal per maand kunnen worden geplaatst. Een standwerker die tweede keus kleding aanbiedt, e.e.a. ter beoordeling van het college, maakt dit door middel van een bord met Nederlandse tekst duidelijk voor het publiek.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

 

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.12, derde lid bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder van een vaste plaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

 

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

 

  • 1.

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaatst hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2.

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, moet zich tegenover het college kunnen legitimeren via een (door een officiële instantie afgegeven) geldig identiteitsbewijs voorzien van een recente pasfoto. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste verzoek aan een daartoe door het college aangewezen persoon tonen.

Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

 

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats, op de donderdagmarkt van 9.00-16.00 uur, en op de dinsdagmarkt van 10.00-16.00 uur te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 8.30 uur op de donderdagmarkt en om 9.30 uur op de dinsdagmarkt heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 4.

    Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Hoofdstuk 4 Overige maatregelen van orde

Artikel 4.1 parkeren voertuigen

 

Het is verboden voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die welke door het college is aangewezen.

Artikel 4.2 verboden handelingen

 

Het is de vergunninghouder verboden:

  • a.

    Zich, behoudens toestemming van het college, langer dan een uur van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    Op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    Meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • d.

    De opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    De doorgang in de wandelpaden op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    Zich, behoudens ontheffing van het college, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    Op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend;

  • h.

    Zijn waren aan te prijzen of de aandacht van het publiek te trekken op een wijze die de orde van de markt verstoort of anderen in hun verkoop belemmert;

  • i.

    Op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan: waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen;

  • j.

    Gebruikte kleding te koop aan te bieden.

Artikel 4.3 verzorging standplaats

1.    De vergunninghouder is verplicht:

  • a.

    Er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college, steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    Zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen;

  • c.

    Bij kramen voor zijzeilen en op hoeken ook voor een gedeelte van de achterzeilen doorzichtig materiaal te gebruiken;

  • d.

    Tijdens de markt zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke zelf in te zamelen;

  • e.

    Alvorens het marktterrein te verlaten zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval mee te nemen, tenzij hij naar genoegen van het college een andere regeling heeft getroffen voor de afvoer van zijn afval.

`

Artikel 4.4 Geluid

 

  • 1.

    Het is verboden:

    a.    Tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid;

    b.    Op de standplaats radiotoestellen, c.d. spelers, cassetterecorders en dergelijke toestellen aanwezig te hebben, anders dan voor verkoop.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de in het eerste lid opgenomen verboden ontheffing verlenen.

Artikel 4.5 Koken, bakken en verwarmen

 

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/ of bak - en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2.

    Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 4.6 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend om op hun standplaats geringe eet - en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalbakken/ afvalkorven van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 4.7 Plaatsen opstallen

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens/ markavans.

  • 2.

    Het college kan voorwaarden stellen aan de exploitant van de marktkramen.

Artikel 4.8 Venten op het marktterrein

 

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college ontheffing worden verleend voor de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 4.9 Aanprijzen, verspreiden reclamedrukwerk

 

  • 1.

    Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als geneesmiddel, genoemd in de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein reclamedrukwerk te verspreiden anders dan vanaf de standplaats.

Hoofdstuk 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Starfbepaling

 

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5.2 Intrekken vergunning en schorsing

 

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet.

Artikel 5.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

 

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    Niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet.

Artikel 5.4 Onmiddellijke verwijdering

 

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    Zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 5.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 5.6 Overgangsbepalingen

 

 

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 5.7, tweede lid, blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening als bedoeld in artikel 5.7, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoel in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening, als bedoeld in artikel 5.7, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 5.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 5.7, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening vastgestelde anciënniteitenlijst en wachtlijst; beide lijsten worden geacht lijsten in de zin van deze verordening te zijn.

 

Artikel 5.7 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen tijdstip;

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Marktverordening 1994, en alle daarin aangebrachte wijzigingen.

Artikel 5.8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktverordening Zwijndrecht 2002’.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Zwijndrecht in zijn openbare vergadering van 30 oktober 2001.

 

 

Voorzitter,

 

 

Secretaris,