Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005 |
Citeertitel | Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde |
Geen.
Algemeen Plaatselijke Verordening Westland 2004, art. 5.2.3
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-04-2012 | 27-04-2012 | intrekking | 27-03-2012 Gemeenteblad Westland, 26-04-2012 | Gbw 2012, 19 | |
03-03-2006 | 27-04-2012 | nieuwe regeling | 20-12-2005 Het Hele Westland d.d. 2-3-2006 | besluitenlijst b&w d.d. 20-12-2005, nr. 5.5.2 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;
Overwegende dat volgens artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 is geregeld dat zonder vergunning van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen;
Het is noodzakelijk met het oog op de rechtszekerheid en zorgvuldigheid beleidsregels vast te stellen ten behoeve van het uitgeven van standplaatsen; zulks ter nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 5.2.3 lid 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 (hierna APV Westland).
Artikel 1 Standplaatslocaties, dagen en tijdstippen
Vaste plaatsen, welke voldoen aan artikel 5.2.3 van de APV Westland, worden aangewezen op de hieronder aangegeven locaties, waarbij per locatie het aantal standplaatsen en de dagen waarop een plaats kan worden ingenomen, is aangegeven. Onder een vaste standplaats wordt verstaan een standplaats die structureel gedurende minimaal één dag(deel) en maximaal een jaar wordt ingenomen. Onder structureel innemen van een standplaats verstaat de gemeente, dat een standplaats dagelijks, wekelijks of maandelijks gedurende het hele kalenderjaar wordt ingenomen, overeenkomstig de aanvraag en vergunningverlening.
Aanvragen voor incidentele standplaatsen worden individueel beoordeeld en vergund op basis van de APV Westland. Onder een incidentele standplaats wordt in het algemeen verstaan: een standplaats die eenmalig gedurende één dag(deel) en maximaal zes aaneensluitende dagen ingenomen wordt. Daaronder vallen ook die standplaatsen die gedurende maximaal een maand worden ingenomen en verband houden met een speciale georganiseerde activiteit of een bepaalde periode van het jaar, bijvoorbeeld kerst.
Het Wilhelminaplein en directe omgeving in Naaldwijk is aangeduid als historische omgeving. Het uiterlijk aanzien van het Wilhelminaplein en directe omgeving dient te worden beschermd. Een tweetal verkoopwagens, zie artikel 1 lid 2, mag nog wel worden geplaatst op het Wilhelminaplein. Indien de vergunning voor deze standplaatsen wordt ingetrokken of beëindigd, zullen voor deze standplaatsen geen nieuwe vergunningen worden verleend.
Artikel 2 Toewijzing van de standplaatsen
Vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, lid 1 van deze beleidsregel, wordt verleend aan een natuurlijk persoon die als zelfstandig ondernemer het verkopen van waren, het aanbieden van diensten of andere activiteiten in het verlengde hiervan, zulks ter beoordeling van het college, via een standplaats heeft dan wel wenst te hebben en als zodanig is ingeschreven in het Handelsregister en rechthebbende is op het perceel.
Kosten verbonden aan het innemen van een standplaats worden afgeleid van datgene wat daartoe staat vermeld in de huurovereenkomst. Indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden, zal de Verordening Precariobelasting (gereed medio 2006) van kracht zijn. In deze verordening zijn tarieven opgenomen voor het daadwerkelijk innemen van een standplaats indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden.
De vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De standplaats mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. In geval van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte, vakantie, bedrijfsbeëindiging, bedrijfsoverdracht) kan het college van dit voorschrift ontheffing verlenen.
Bij ongewijzigde omstandigheden, als de vergunninghouder in overeenstemming met de vergunningvoorschriften heeft gehandeld, kan een standplaats telkens voor één jaar worden verlengd, mits de vergunninghouder hiertoe wel jaarlijks schriftelijk een aanvraag indient; waarbij voor jaarplaatsen geldt: vóór 15 november van het voorafgaande jaar en voor incidentele plaatsen geldt: uiterlijk twee maanden voor de gewenste periode.
Artikel 4 Het aanzien, de hygiëne en de reiniging van de standplaats
Indien de vergunninghouder handelt in strijd met het tweede lid van dit artikel, heeft het college het recht op kosten van de vergunninghouder schoonmaakwerkzaamheden op en rond de standplaats uit te laten voeren, op kosten van de vergunninghouder. De vergunninghouder dient de door de gemeente gemaakte kosten binnen 30 dagen na ontvangst van de rekening te betalen.
Artikel 5 Beëindiging standplaats / intrekking standplaatsvergunning
Intrekken van de vergunning is ook mogelijk, indien onregelmatig of langere termijn achtereen, anders dan door overmacht, geen standplaats is ingenomen (waarbij een tijdsduur van minder dan de helft van de tijd waarvoor de vergunning is verleend als maatstaf wordt gezien), tenzij de vergunning is afgegeven ten behoeve van een tijdelijke plaats zoals bedoeld in artikel 1 lid 3, en de in de vergunning genoemde periode is verlopen;
De standplaatsvergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de rechthebbende onder algemene titel binnen drie maanden aangeeft dat de standplaatsvergunning dient te worden overgeschreven op diens naam; overigens mits voldaan wordt aan de gebruikelijke eisen die aan een vergunninghouder worden gesteld;