Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regeling Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005
Citeertitel Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemeen Plaatselijke Verordening Westland 2004, art. 5.2.3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-201227-04-2012intrekking

27-03-2012

Gemeenteblad Westland, 26-04-2012

Gbw 2012, 19
03-03-200627-04-2012nieuwe regeling

20-12-2005

Het Hele Westland d.d. 2-3-2006

besluitenlijst b&w d.d. 20-12-2005, nr. 5.5.2

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

Overwegende dat volgens artikel 5.2.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 is geregeld dat zonder vergunning van burgemeester en wethouders geen standplaats mag worden ingenomen;

Het is noodzakelijk met het oog op de rechtszekerheid en zorgvuldigheid beleidsregels vast te stellen ten behoeve van het uitgeven van standplaatsen; zulks ter nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 5.2.3 lid 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Westland 2004 (hierna APV Westland).

Besluiten:

De volgende beleidsregels vast te stellen:

Artikel 1 Standplaatslocaties, dagen en tijdstippen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders (hierna: het college) wijzen vaste plaatsen aan waarop standplaats ingenomen kan worden.

  • 2.

    Vaste plaatsen, welke voldoen aan artikel 5.2.3 van de APV Westland, worden aangewezen op de hieronder aangegeven locaties, waarbij per locatie het aantal standplaatsen en de dagen waarop een plaats kan worden ingenomen, is aangegeven. Onder een vaste standplaats wordt verstaan een standplaats die structureel gedurende minimaal één dag(deel) en maximaal een jaar wordt ingenomen. Onder structureel innemen van een standplaats verstaat de gemeente, dat een standplaats dagelijks, wekelijks of maandelijks gedurende het hele kalenderjaar wordt ingenomen, overeenkomstig de aanvraag en vergunningverlening.

KernLocatieAant.Dag(en)Periode
         
MonsterBurgemeester Woutersplein2Maandag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdagGehele jaar
 Helmstraat1 2Woensdag ZaterdagGehele jaar
 Schelppad t.h.v. strandhoofden 16 en 191Gehele weekTijdens seizoen
 Slaperdijk bij Molenslag1Gehele weekTijdens seizoen
PoeldijkIrenestraat, het parkeerterrein1 9 1Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag Vrijdagmiddag ZaterdagGehele jaar
 Hoek Rijsenburgerweg en Voorstraat1Maandag t/m zaterdagGehele jaar
 Bedrijventerrein ABC Westland1Maandag t/m vrijdagGehele jaar
Ter HeijdeKoning Willem III Plein1Maandag t/m zaterdagGehele jaar
NaaldwijkWilhelminaplein1Maandag t/m zaterdagNov. t/m dec.
 Wilhelminaplein1 1Vrijdag, ZaterdagGehele jaar
HonselersdijkFazantlaan (het terrein bij de Herv. Kerk)2 2Vrijdag ZaterdagGehele jaar
 Johan van Oldenbarneveldstraat1WoensdagGehele jaar
MaasdijkOranjeplein1 1Dinsdag WoensdagGehele jaar
 Prinses Marianneplein2 2Vrijdag ZaterdagGehele jaar
's-GravenzandeZandeveltplein1Dinsdag, woensdag, donderdag, zaterdagGehele jaar
 Gr. Florisplein / P. van Meerdervoortstraat1 1Vrijdag ZaterdagGehele jaar
 Gr. Florisplein / Pastorielaan1Woensdag t/m zaterdagGehele jaar
 Parkeerterrein t.h.v. gebouw "De Kiem" aan de Koningin Julianaweg1 1Woensdag ZaterdagGehele jaar
 De meest zuidelijke punt van het parkeerterrein t.h.v. gebouw "De Kiem" aan de Koningin Julianaweg1VrijdagGehele jaar
 De Strandweg, kruising met provinciale fietspad op de Noorlandsedijk1Gehele weekTijdens seizoen
De LierParkeerterrein Kerklaanbrug, t.o. de RK kerk aan de Kerklaan1 6 2Maandag, woensdag, donderdag, zaterdag Dinsdag VrijdagGehele jaar
 M.A. de Ruyterstraat t.h. v. stomerij 't Westen (nr.28)1 1Vrijdag Op alle werkdagen in juniGehele jaar Juni
 Rabobank Hoofdstraat (bij fietsenstalling, nr.78)1Zaterdag Gehele jaar
 Heulstraat t.h.v. de slagerij van Adrichem (nr.26)1Maandag, donderdag, zaterdagGehele jaar
 Rankplein1Vrijdag, zaterdagGehele jaar
WateringenParkeerterrein aan de Kerklaan1DonderdagGehele jaar
 Vliethof, tegenover juwelier Mosterd (nr.15)1Maandag t/m zaterdagNov. t/m dec. (Vanaf de laatste vrijdag in oktober)
KwintsheulHoek Kerkstraat / Raaphorst1Donderdag, vrijdag, zaterdagGehele jaar
  • 3.

    Aanvragen voor incidentele standplaatsen worden individueel beoordeeld en vergund op basis van de APV Westland. Onder een incidentele standplaats wordt in het algemeen verstaan: een standplaats die eenmalig gedurende één dag(deel) en maximaal zes aaneensluitende dagen ingenomen wordt. Daaronder vallen ook die standplaatsen die gedurende maximaal een maand worden ingenomen en verband houden met een speciale georganiseerde activiteit of een bepaalde periode van het jaar, bijvoorbeeld kerst.

  • 4.

    Indien op één standplaats in een kern een vergunninghouder staat die een bepaald soort waren verkoopt, kan op een andere standplaats in dezelfde kern binnen een straal van 300 meter op hetzelfde moment geen vergunning worden verleend ten behoeve van de verkoop van dezelfde waren;

  • 5.

    Een standplaatsvergunning kan worden verleend tussen 08:00 en 18:00 uur en, indien van toepassing, op koopvonden tot 21:00 uur op de daarvoor aangewezen locaties zoals aangegeven in artikel 1 lid 2.

  • 6.

    Behoudens het gestelde in artikel 1, lid 2 , kan het college voor incidentele gebeurtenissen één of meerdere extra incidentele standplaatsen aanwijzen.

  • 7.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats zijn leges verschuldigd, welke zijn opgenomen in de tarieventabel bij de legesverordening 2006, artikel 15.9.

  • 8.

    Het Wilhelminaplein en directe omgeving in Naaldwijk is aangeduid als historische omgeving. Het uiterlijk aanzien van het Wilhelminaplein en directe omgeving dient te worden beschermd. Een tweetal verkoopwagens, zie artikel 1 lid 2, mag nog wel worden geplaatst op het Wilhelminaplein. Indien de vergunning voor deze standplaatsen wordt ingetrokken of beëindigd, zullen voor deze standplaatsen geen nieuwe vergunningen worden verleend.

Artikel 2 Toewijzing van de standplaatsen

  • 1. Vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, lid 1 van deze beleidsregel, wordt verleend aan een natuurlijk persoon die als zelfstandig ondernemer het verkopen van waren, het aanbieden van diensten of andere activiteiten in het verlengde hiervan, zulks ter beoordeling van het college, via een standplaats heeft dan wel wenst te hebben en als zodanig is ingeschreven in het Handelsregister en rechthebbende is op het perceel.

  • 2. Om rechthebbende op een perceel te zijn, dient men een huurovereenkomst met de gemeente Westland overeen te zijn gekomen of anderszins toestemming te hebben verkregen van de eigenaar van het perceel waarop de standplaats wordt ingenomen.

  • 3. Kosten verbonden aan het innemen van een standplaats worden afgeleid van datgene wat daartoe staat vermeld in de huurovereenkomst. Indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden, zal de Verordening Precariobelasting (gereed medio 2006) van kracht zijn. In deze verordening zijn tarieven opgenomen voor het daadwerkelijk innemen van een standplaats indien niet tot een huurovereenkomst gekomen kan worden.

  • 4. De vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen. De standplaats mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. In geval van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte, vakantie, bedrijfsbeëindiging, bedrijfsoverdracht) kan het college van dit voorschrift ontheffing verlenen.

  • 5. vergunning tot het innemen van een standplaats, als bedoeld in artikel 1, lid 1 van deze beleidsregels geschiedt op basis van moment van vergunningaanvraag. De aanvrager die het eerst op een locatie aanspraak maakt heeft als eerste het recht op de aangevraagde dagen cq. dagdelen.

  • 6. Bij ongewijzigde omstandigheden, als de vergunninghouder in overeenstemming met de vergunningvoorschriften heeft gehandeld, kan een standplaats telkens voor één jaar worden verlengd, mits de vergunninghouder hiertoe wel jaarlijks schriftelijk een aanvraag indient; waarbij voor jaarplaatsen geldt: vóór 15 november van het voorafgaande jaar en voor incidentele plaatsen geldt: uiterlijk twee maanden voor de gewenste periode.

  • 7. Besluiten op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening, zoals een bestemmingsplan, vormen een zelfstandige weigeringsgrond. Bij het innemen van een standplaats zal derhalve worden gelet op de voorschriften uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan.

  • 8. Verkoop door bedrijven van eigen geteelde en onbewerkte producten, tot een maximum van 10% van de totale eigen productie, mogen voor verkoop worden aangeboden op het eigen terrein. Deze verkoop wordt niet beschouwd als standplaatsenverkoop. Hiervoor is geen standplaatsvergunning benodigd.

Artikel 3 Gebruik van de standplaats

  • 1. De vergunninghouder mag geen goederen uitstallen, verkopen of afleveren dan wel diensten aanbieden op een andere plaats en buiten de aangegeven tijden, dan waarvoor hem vergunning is verleend.

  • 2. De vergunninghouder mag op zijn of haar standplaats reclameborden plaatsen, mits hierdoor de verkeersveiligheid niet in gevaar komt en/of doorgang van het verkeer niet gehinderd wordt of anderszins overlast wordt veroorzaakt, zulks ter beoordeling van het college.

  • 3. Het is de vergunninghouder verboden zich met een voertuig op de niet voor voertuigen bestemde delen van de weg te bevinden of daar een voertuig aanwezig te hebben, behoudens ten behoeve van het laden en lossen van goederen.

  • 4. Indien gebruik gemaakt wordt van verwarmings-, kook-, en baktoestellen om de aangeboden goederen te vervaardigen, dan dienen deze te voldoen aan de wettelijke vereisten, zoals gesteld in de Wet milieubeheer en dienen de brandbeveiligingsvoorschriften te worden nageleefd.

  • 5. De standplaats kan niet worden ingenomen indien de betreffende locatie wordt aangewend voor bijzondere evenementen, zulks ter beoordeling van het college.

  • 6. Indien lid 5 van dit artikel van toepassing is, meldt het college dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee weken voor dat evenement aan de vergunninghouder. Er bestaat geen recht op restitutie van rechten of andere vergoeding van kosten of gederfde inkomsten.

Artikel 4 Het aanzien, de hygiëne en de reiniging van de standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht om de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats schoon te houden, zulks ter beoordeling van het college; in dit kader dient de vergunninghouder ervoor te zorgen dat er voldoende afvalbakken bij de standplaats aanwezig zijn.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de standplaats direct na het beëindigen van de activiteiten schoon wordt gemaakt, zulks ter beoordeling van het college, en alle afval meeneemt.

  • 3. Indien de vergunninghouder handelt in strijd met het tweede lid van dit artikel, heeft het college het recht op kosten van de vergunninghouder schoonmaakwerkzaamheden op en rond de standplaats uit te laten voeren, op kosten van de vergunninghouder. De vergunninghouder dient de door de gemeente gemaakte kosten binnen 30 dagen na ontvangst van de rekening te betalen.

Artikel 5 Beëindiging standplaats / intrekking standplaatsvergunning

  • 1. Het innemen van de standplaats wordt beëindigd, nadat de termijn waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken c.q. de vergunning niet wordt verlengd.

  • 2. Indien de vergunninghouder in strijd handelt met hetgeen in deze beleidsregels is verwoord en/of in strijd handelt met de voorschriften van de standplaatsvergunning kan het college met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht, de vergunning intrekken;

  • 3. Intrekken van de vergunning is ook mogelijk, indien onregelmatig of langere termijn achtereen, anders dan door overmacht, geen standplaats is ingenomen (waarbij een tijdsduur van minder dan de helft van de tijd waarvoor de vergunning is verleend als maatstaf wordt gezien), tenzij de vergunning is afgegeven ten behoeve van een tijdelijke plaats zoals bedoeld in artikel 1 lid 3, en de in de vergunning genoemde periode is verlopen;

  • 4. De vergunninghouder kan te allen tijde het innemen van een standplaats beëindigen, door dit schriftelijk aan het college kenbaar te maken;

  • 5. De standplaatsvergunning vervalt bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij de rechthebbende onder algemene titel binnen drie maanden aangeeft dat de standplaatsvergunning dient te worden overgeschreven op diens naam; overigens mits voldaan wordt aan de gebruikelijke eisen die aan een vergunninghouder worden gesteld;

  • 6. De vergunning worden ingetrokken in het belang van de openbare orde, verkeersveiligheid, het beperken van overlast en bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving zulks ter beoordeling van het college, en met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Overige bepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels standplaatsen gemeente Westland 2005".

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 20-12-2005

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris - G. Buck

de burgemeester - J. van der Tak