Overheidsorganisatie | Gemeente Baarle-Nassau |
---|---|
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Baarle-Nassau |
Citeertitel | Marktreglement gemeente Baarle-Nassau 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Met het inwerkingtreden van dit reglement vervallen de 'Beleidsregels inrichting warenmarkt', zoals vastgesteld bij collegebesluit van 24 februari 2004.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-06-2010 | Artikel 18 | 08-06-2010 Ons Weekblad, 11-06-2010 | Onbekend | ||
22-11-2009 | 12-06-2010 | Onbekend | 29-09-2009 Ons Weekblad, 20-11-2009 | Onbekend |
Het college van de gemeente Baarle-Nassau;
gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet , artikel 3 van de Marktverordening gemeente Baarle-Nassau 2009, de Algemene wet bestuursrecht ;
overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende “Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Baarle-Nassau”.
De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Baarle-Nassau 2009 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.
1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;
de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;
het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;
dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;
de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;
welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;
welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.
2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening van de gemeente Baarle-Nassau 2009 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.
2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;
de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;
de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.
3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.
4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd en/of de verschuldigde inschrijfgelden niet uiterlijk binnen 14 dagen na de inschrijving zijn bijgeschreven op de gemeentelijke bankrekening;
op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
bij overlijden van de ingeschrevene;
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening van de gemeente Baarle-Nassau 2009 wordt voldaan.
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:
de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst, mits de grootte van de plaats verplaatsing toelaat én er door de verplaatsing geen gaten ontstaan elders op de markt;
degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst, met dien verstande dat de toewijzing geschiedt:
aan ingeschrevenen die een artikelgroep voeren dat nog niet op de markt aanwezig is;
vervolgens aan ingeschrevenen die hetzelfde artikel voeren als waarvoor de standplaats als vaste plaats is uitgegeven, tenzij daardoor strijdigheid ontstaat met het bepaalde onder d;
daarna aan ingeschrevenen die een artikelgroep voeren waarvoor op de markt reeds één standplaats aanwezig is;
tot het maximum aantal voor het voor de artikelgroep bepaalde aantal standplaatsen. Het college kan in bijzondere omstandigheden hiervan afwijken.
1. In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeeindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.
2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.
1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.
2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 08.30 uur aanmelden bij de marktmeester.
1. Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting, welke loting plaatsvindt op de dag zelf om 08.30 uur.
2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.
3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
4. Een standwerkerplaats wordt maximaal één maal per 4 weken aan eenzelfde persoon/branche vergeven. Is dit maximum bereikt dan wordt de standwerker uitgesloten van de loting.
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 9, derde lid, bij de marktmeester heeft aangemeld.
1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit mondeling dan wel schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
2. De mondelinge dan wel schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.
1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.
2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich tijdelijk op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.
1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.
2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.
3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 08.30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 11 en 12.
1. De standaardafmeting van een standplaats bedraagt 2 kramen, wat overeenkomt met 8 strekkende meter;
2. Op verzoek van de aanvrager kan het college een standplaats ter grootte van 1 kraam toewijzen;
3. Op verzoek van de aanvrager kan het college een standplaats ter grootte van 3 kramen toewijzen indien geen van de vergunninghouders van een vaste plaats ter grootte van 1 kraam te kennen heeft gegeven uit te willen breiden naar 2 kramen.
1. Het college gaat bij het verlenen van vergunningen voor vaste standplaatsen en dagplaatsen uit van het, als bijlage bij deze regeling gevoegde, branchepatroon;
2. Het gewenste maximaal aantal standplaatsen per subcategorie bedraagt 2;
3. Het college is bevoegd het gestelde onder 5 te wijzigen na een vertegenwoordiging van degenen die een vaste standplaats hebben te hebben gehoord;
1. Het college kan toestemming verlenen voor het gebruik maken van verkoopwagens op het marktterrein in de volgende gevallen:
indien enig wettelijk voorschrift vereist dat bepaalde productcategorieën gekoeld moeten worden vervoerd en uitgestald;
indien daartoe een medische indicatie aanwezig is blijkend uit een medische verklaring van een terzake deskundig (medisch) specialist;
indien andere wettelijke voorschriften zulks bepalen.
2. Het is verboden om rij- en voertuigen waarmee goederen of waren op de markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die door de marktmeester is aangewezen.
In bijzondere gevallen waarin het Marktreglement gemeente Baarle-Nassau 2009 niet voorziet besluit het college.
De ‘Beleidsregels inrichting warenmarkt’, vastgesteld op 24 februari 2004, worden ingetrokken.
Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening van de gemeente Baarle-Nassau 2009 in werking is getreden.
Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Baarle-Nassau 2009.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BAARLE-NASSAU
Drs. M.L.J. van Mierlo Drs. J.P.M.M. Hendrikx Secretaris Burgemeester