Organisatie | Zwijndrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor de raad, de wethouders en de burgemeester van Zwijndrecht |
Citeertitel | Gedragscode voor bestuurders gemeente Zwijndrecht 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2006 | 27-05-2017 | Onbekend | 06-12-2005 Stadsnieuws, 2005-12-28 | 05 AZ 5950 |
Deel I Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit
Leden van de gemeenteraad en het college van Zwijndrecht stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-gemeenteraadsleden of de gemeenteraad, het college, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie raadsleden hun functie vervullen.
Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:
Het handelen van een raads- of collegelid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Zwijndrecht en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een raads- of collegelid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een raads- of collegelid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een raads- of collegelid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid en zijn beweegredenen daarbij.
Op een raads- of collegelid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een raads- of collegelid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
Deel 2 Gedragscode integriteit raadsleden en commissieleden/niet-raadsleden zijnde
Deel 3 Gedragscode integriteit wethouders en burgemeester
Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een lid van het college is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.