Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Beleidsvisie externe veiligheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsvisie externe veiligheid
CiteertitelBeleidsvisie externe veiligheid
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-2009nieuwe regeling

11-12-2008

Meppeler Courant, 14-01-2009

2008-19295

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsvisie externe veiligheid

De Raad der gemeente Meppel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellende Beleidsvisie externe veiligheid:

Deel 1 Beleidsvisie externe veiligheid

Artikel 1.1 Inleiding

De gemeente Meppel heeft circa 31.100 inwoners, ligt in ZuidWest-Drenthe en bestaat uit de kernen Broekhuizen, Meppel, Nijeveen, Rogat en De Schiphorst. Het oppervlak van de gemeente Meppel beslaat 5.800 ha.

Voor wonen, werken en recreatie zijn er veel mogelijkheden. Woningbouw vindt plaats in Meppel en Nijeveen. Bedrijven kunnen zich vestigen op de bedrijventerreinen Rogat, Nijeveen, Spijkerserve, Noord en Oevers. De verbinding met het water is gebleven: het Meppelerdiep is toegankelijk voor schepen tot 2.000 ton. "Nat" industrieterrein aan diep vaarwater is direct beschikbaar

In Meppel vinden veel ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Er wordt permanent gewerkt aan de modernisering van de stad en aan het bieden van mogelijkheden voor bedrijvigheid, scholen- en woningbouw. Ook in de omgeving van risicobronnen vinden ontwikkelingen plaats.

De gemeente Meppel kiest ervoor om bij elk ruimtelijk plan in het invloedsgebied van een risicovolle activiteit maatregelen ter verbetering van de veiligheidssituatie te onderzoeken en toe te passen als de kosteneffectiviteit van de maatregel(en) acceptabel is.

Wat betreft overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico geldt, dat de gemeente overschrijding van deze waarde bij nieuwe plannen alleen toestaat als daar zwaarwegende motieven voor zijn. Op termijn werkt de gemeente toe naar veiliger situaties. Van een veiliger situatie is sprake wanneer extra risicoreducerende maatregelen getroffen worden, bijvoorbeeld in de sfeer van zelfredzaamheid of rampenbestrijding. Dit betekent niet automatisch dat de oriënterende waarde niet langer wordt overschreden. Het is mogelijk dat situaties veiliger worden bij een gelijkblijvend groepsrisico, omdat in de getalsmatige bepaling van het groepsrisico niet met alle relevante onderwerpen rekening kan worden gehouden (bijvoorbeeld verbeterde zelfredzaamheid).

Artikel 1.2 Ambitie en doel

Het is de ambitie van de gemeente Meppel om door middel van het optimaal combineren van bedrijvigheid en ruimtelijke ontwikkeling een verantwoord niveau van fysieke veiligheid voor de samenleving binnen de gemeentegrenzen te creëren.

Het doel van dit rapport is om beleid te formuleren dat deze ambitie mogelijk maakt. Daarbij gaat het allereerst om het opheffen van onveilige situaties. Daarnaast is het de bedoeling om de veiligheid te handhaven en te voorkomen dat nieuwe onveilige situaties ontstaan. Meppel is een dynamische stad en dat moet zo blijven! Door middel van slimme randvoorwaarden, inventieve oplossingen en preventieve maatregelen kan die dynamiek worden gecombineerd met veiligheid voor de burgers op de lange termijn.

Artikel 1.3 Voor wie is deze visie bedoeld

De beleidsvisie is gemaakt om de gemeente een duidelijk kader te geven voor het omgaan met risico’s en externe veiligheid. De visie geeft aan waar ontwikkelingen mogelijk zijn en onder welke voorwaarden. Die informatie is niet alleen voor bestuurders van belang, maar ook voor het ambtelijke apparaat. De ambtenaren binnen de gemeente geven uitvoering aan het beleid en kunnen met de visie in de hand duidelijk communiceren richting burgers en bedrijven hoe Meppel omgaat met risico en veiligheid. De visie is dus bedoeld voor zowel bestuurders en ambtenaren als voor burgers en bedrijven. Daarnaast hebben ook externe partijen zoals de provincie, buurgemeenten, Rijkswaterstaat en ProRail met dit rapport een duidelijk beeld van de Meppeler visie op veiligheid.

Artikel 1.4 Wat is externe veiligheid

Veiligheid is een ruim begrip. Onder externe veiligheid verstaat men het beheersen van risico's die voortvloeien uit de opslag, productie, het gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen.

Daarnaast praten we over veiligheid in de zin van het voorkomen van ongelukken in het verkeer (verkeersveiligheid), het voorkomen van brand in huis en bij horecagelegenheden (brandveiligheid) en veilig over straat kunnen gaan (sociale veiligheid).

Artikel 1.5 Waarom een beleidsvisie Externe Veiligheid

Veilig wonen en risicobedrijven vestigen of het vervoeren van gevaarlijke stoffen gaan niet zomaar samen. Daarom is het ruimtelijk scheiden van dergelijke activiteiten noodzakelijk en wettelijk verplicht. Deze beleidsvisie is bedoeld om duidelijkheid te geven aan burgers en bedrijven over hoe de gemeente omgaat met het ruimtelijk scheiden van risicovolle activiteiten en kwetsbare objecten, zoals woningen. In de beleidsvisie worden gemaakte keuzes en hun onderlinge samenhang aangegeven en de consequenties van de keuzes worden duidelijk gemaakt. Ook voor de gemeentelijke organisatie is de visie een handvat om de afstemming en sturing van processen, bijvoorbeeld bij de tot standkoming van een bestemmingsplan, in goede banen te leiden.

Artikel 1.6 Kaders van het Rijk

Vanuit het besef dat er altijd veiligheidsrisico’s zullen bestaan, maar dat er wel een grens gesteld moet worden aan de grootte van de risico’s, heeft de Rijksoverheid grenswaarden gesteld. Zo zijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het besluit heeft als doel burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Daarnaast stelt het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo-1999) eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland ten aanzien van de preventie en de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Voor transportrisico’s zijn de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Nota RNVGS) en de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen verschenen en is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) externe veiligheid transport gevaarlijke stoffen en een Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in voorbereiding.

Op grond van de toekomstige AMvB Buisleidingen zal in de toekomst uitgesloten zijn dat een buisleiding niet in een bestemmingsplan (BP) is opgenomen. De aanleg van een nieuwe leiding zal dan alleen mogelijk zijn als het BP daarin voorziet. Als het BP niet voorziet in de aanwezigheid van leidingen zal het eerst aangepast moeten worden alvorens de leiding toegelaten kan worden. Hoewel de huidige circulaire van 1984 “Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen” nog van kracht is, adviseert VROM om bij het vaststellen van nieuwe ruimtelijke plannen al rekening te houden met de nieuwe inzichten. Inmiddels is door het RIVM en Gasunie een nieuwe rekenmethodiek voor de PR en GR (analoog aan het Bevi) voorgesteld en deze zal op korte termijn als enige bruikbare rekenmethodiek worden vastgesteld. Zolang de “nieuwe” PR-contouren nog niet officieel zijn vastgesteld en gemeenten een ruimtelijke ontwikkeling willen realiseren, kunnen zij de Gasunie vragen om een risicoberekening uit te voeren. Te zijner tijd zal er op de RIVM-website een rekentool worden geplaatst waarmee van een situatie de nieuwe contouren kan worden bepaald en een inschatting kan worden gemaakt van het GR (op basis van personendichtheden). Naar verwachting zal eind 2008 zal de nieuwe AMvB “Besluit externe veiligheid buisleidingen” van kracht worden. Vooruitlopend daarop zal een nieuwe circulaire uitkomen en de eerdergenoemde circulaire van 1984 gaan vervangen.

Artikel 1.7 Provinciaal beleid

Provinciaal Omgevingsplan Drenthe (POP II)

Het POP II heeft betrekking op de minimale normen uit de wet- en regelgeving. Als het gaat om externe veiligheid wil de provincie Drenthe geen te hoge externe veiligheidsrisico’s meer in 2010 als gevolg van opslag, gebruik en transport van gevaarlijke stoffen. De ambities uit het POP II zijn nader geconcretiseerd in het PUEV II en de structuurvisie Externe Veiligheid van de provincie.

Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (PUEV 2)

Het PUEV is een meerjaren uitvoeringsprogramma (2006-2010), dat in de jaarprogramma’s wordt geconcretiseerd. Het omvat onder meer de oprichting en instandhouding van een provinciaal Steunpunt Externe Veiligheid dat fungeert als kennisuitwisselingplatform en financiële ondersteuning biedt bij het op peil brengen van de gemeentelijke uitvoeringstaken externe veiligheid op het wettelijke vereiste minimum.

Structuurvisie externe veiligheid provincie Drenthe (19 juni 2007)

In de provinciale externe veiligheid heeft de provincie aangegeven welke ambities zij nastreeft op het gebied van externe veiligheid en geeft daarin een vertaling naar gebiedgerichte normering op basis van plaatsgebonden- en groepsrisico.

Artikel 1.8 Beleidsvrijheid

Naast het feit dat vanuit de Rijksoverheid risiconormen zijn gesteld, is er veel beleid. Dit beleid is vastgelegd in diverse handleidingen en handreikingen. Het beleid laat ruimte aan gemeenten en provincies om eigen veiligheidsambities te formuleren. In specifieke zin hebben gemeenten en provincies de vrijheid om binnen kaders voor de bescherming van groepen burgers (groepsrisico, GR) eigen beleid vast te stellen. Dit geldt in veel mindere mate als het gaat om de bescherming van individuele burgers (plaatsgebonden risico, PR). Deze beleidsvrijheid vraagt van een gemeente om na te denken over haar eigen invulling van die beleidsruimte. Deze Beleidsvisie Externe Veiligheid beschrijft op welke wijze de gemeente met de beleidsruimte omgaat.

Het plaatsgebonden risico (PR) is het risico (uitgedrukt in kans per jaar) dat één persoon die zich onafgebroken en onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof.

In het Bevi is voor het PR een norm van 10-6 per jaar opgenomen (= een kans van 1 op een miljoen per jaar op overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen).

Het plaatsgebonden risico is de “harde” grenswaarde voor kwetsbare objecten. Daaraan zal voor kwetsbare objecten als woningen of scholen in alle gevallen moeten worden voldaan. Dat betekent dat binnen een bepaalde contour rondom een gevaarlijk bedrijf dergelijke objecten niet mogen worden gebouwd of zelfs moeten worden gesaneerd.

Voor beperkt kwetsbare bestemmingen, zoals verspreid liggende woningen of kleine kantoren, is deze norm een richtwaarde. Dit betekent dat op grond van zwaarwegende motieven van de norm mag worden afgeweken.

Het groepsrisico GR is de cumulatieve kans (per jaar) dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof.

In het besluit is een orientatiewaarde opgenomen voor het groepsrisico. Deze 'norm' heeft een buitenwettelijke status. Van het bevoegde gezag wordt verwacht deze waarde zoveel mogelijk aan te houden, maar zij mag hiervan afwijken mits e.e.a. goed is onderbouwd.

De norm voor het groepsrisico is een zogenaamde oriënterende waarde. Dit betekent, dat de norm gemotiveerd mag worden overschreden. Het gemeentebestuur moet hierover een afweging maken. Ter voorbereiding van de afweging van de risico’s bij vergunningverlening of ruimtelijke plannen wordt per geval een verantwoording groepsrisico opgesteld, die aan het gemeentebestuur wordt voorgelegd. Wie de verantwoording opstelt, is vastgelegd in het werkproces voor de betreffende activiteit (zoals een bestemmingsplan). Hierbij is de regionale brandweer de wettelijk verplichte adviseur. Het college van Burgemeester en Wethouders verantwoordt het groepsrisico bij overschrijding van de oriënterende waarde en bij verandering van het groepsrisico.

Artikel 1.9 Gemeentelijk beleid

Momenteel beschikt de gemeente niet over een externe veiligheidsbeleid. Wel is in het milieuactieplan 2007-2010 van de gemeente Meppel een ambitie voor externe veiligheid geformuleerd.

Daarnaast zijn de volgende doelen genoemd in het milieubeleidsplan om deze ambitie te realiseren:

De gemeente heeft een goed beeld van de externe veiligheidsrisico’s; - De externe veiligheidsrisico’s worden beperkt, nieuwe knelpunten worden voorkomen; - Bestaande veiligheidsknelpunten worden opgelost; In deze visie en het daarbij horende meerjaren uitvoeringsprogramma wordt het ambitieniveau verder uitgewerkt en wordt invulling gegeven aan de doelstellingen.

Deel 2 Situatie gemeente Meppel

Hoofdstuk 2.1 Ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van risicobronnen

Artikel 2.1.1 Ontwikkelingen rondom transportaders

De volgende risicobronnen zijn aanwezig:

1. De A28-A32;

2. De spoorlijn Meppel-Zwolle;

3. De spoorlijnen Meppel-Leeuwarden en Meppel-Groningen;

4 Het Meppeler Diep als grootscheepsvaarwater ( ook containervervoer);

5. Hogedruk aardgasleidingen en 110 kV hoogspanningsleiding

Ad 1. Ruimtelijke ontwikkelingen langs de A32;

Er zal een verbinding komen tussen de A32 en de A28. Weliswaar vindt deze plaats binnen het grondgebied van de gemeente Staphorst, maar de mogelijke effecten stralen uit naar het grondgebied van de gemeente Meppel nabij de afslag Meppel-Zuid, zoals de Slingenberg en de omgeving Werkhorst.

Ten hoogte van sportpark Ezinge. Een bestemmingsplanherziening wordt voorbereid om ook langs de A32 aan nog nader te bepalen locaties een nieuwe invulling te geven

Ad 2. Spoorlijn Meppel-Zwolle;.

Een deel van de wijk Ezinge, ten oosten van deze spoorlijn, zal op termijn een nieuwe invulling krijgen zoals scholen, sport(hal) etc. De visie hierover is nog in ontwikkeling en het college van B&W zal hiervoor te zijner tijd een besluit hierover nemen.

Aan de westkant van de spoorlijn is het de intentie om op het spoorwegemplacement een invulling met o.a. kantoren toe te staan.

Deze ontwikkelingen worden meegenomen in een nieuw bestemmingsplan waar de voorbereiding voor is gestart.

Ad 3. Spoorlijnen Meppel-Leeuwarden/Groningen;

Van belang is het gezamenlijke tracé vanaf het NS-station tot de splitsing van de beide spoorlijnen ter hoogte van de Mackaystraat.

Voor het gebied op de hoek Oosteinde-Parallelweg geldt een stedenbouwkundige visie. Op basis hiervan kan meegewerkt worden aan een nieuwe invulling met o.a. woningbouw (na planologische inpassing).

Voorjaar 2007 is bouwvergunning verleend voor een appartementencomplex aan de westzijde van de Bekinkbaan

De invulling van het Vledder vindt de komende jaren, tot 2011, plaats op basis van een nieuw bestemmingsplan waarin een paragraaf externe veiligheid is opgenomen.

De AOC-terra locatie aan Het Vledder wordt nieuw ingevuld. De aansluitende panden aan de Knopperslaan worden daar bij betrokken (na planologische inpassing).

Spoorlijn Meppel-Groningen;

Een driehoek ten oosten van de wijk Oosterboer en verder grenzend aan de Oosterbroekenweg en de spoorlijn staat de bouw van een kleinschalige manege voor de gehandicaptensport toe. Dit is planologisch afgerond, ook qua externe veiligheid. (Bouw)plannen zijn in voorbereiding

Ad 4. Meppeler Diep;

Bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton. Vervoer onder andere naar Agrifirm (veevoeder en kunstmest), containers naar de containerhaven.

Op de aangrenzende bedrijventerreinen zijn bedrijven tot maximaal milieucategorie 5 thans toegestaan langs het Meppelerdiep.

Ad 5. Hogedruk aardgastransportleidingen en 110 kV hoogspanningsleiding:

Deze leidingen liggen voor het overgrote deel in het buitengebied van de gemeente Meppel. In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, dat in 2008 door de gemeenteraad zal worden vastgesteld, zijn deze leidingen met een aanvullende bestemming opgenomen. Dat geldt ook voor een aantal die binnen de bebouwde kom liggen en enkele woon- en werklocaties in Meppel en Nieveen. In Meppel zijn dat de recent goedgekeurde bestemmingsplannen Berggierslanden en voor Nijeveen een nieuw in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het gehele gebied binnen de bebouwde kom. Voor de bestaande hogedruk aardgastransportleidingen vinden er in de directe omgeving van deze leidingen geen toekomstige ontwikkelingen plaats. Bij eventuele nieuwe toekomstige ontwikkelingen worden de op dat moment geldende bebouwingsvrije afstanden in acht genomen, een en ander in overleg met de leidingbeheerder.

Het gedeelte van de 110 kV hoogspanningsleiding van het tracé Meppel-Zwartsluis wordt, voor zover het betreft het gedeelte tussen het grote trafostation en de gemeentegrens met Staphorst, ondergronds gebracht. Planologische inpassing daarvan heeft inmiddels plaatsgevonden.

Artikel 2.1.2 Ontwikkelingen rondom stationaire risicobronnen

In bijlage 4 zijn de stationaire risicobronnen weergeven binnen de gemeente Meppel.

Benzineverkooppunten met LPG:

Ceintuurbaan Autobedrijf Greve.

De VMBO vestiging van het AOC-terra op de hoek Ceintuurbaan-Schoolstraat ligt binnen het beïnvloedingsgebied van van het LPG punt. Het AOC verhuist in 2008 naar een nieuwe locatie aan de Werkhorst. Op de hoek Ceintuurbaan-Schoolstraat is een risicoanalyse externe veiligheid opgesteld i.v.m. mogelijke woningbouw. De komende tijd zal duidelijk worden of de woningbouwplannen nog reëel zijn en of het opgestelde voorontwerpbestemmingsplan verder in procedure moet worden gebracht.

Groeneveld Tamoil.

De 10-6 PR-contour van deze inrichting ligt voor een deel over de kop van het Westeinde waar zich een camping met overnachtingsmogelijkheden bevindt. Het binnen deze contour gelegen deel van de camping wordt planologisch zodanig gewijzigd dat overnachten niet meer mogelijk is, dan wordt daarmee de saneringssituatie opgeheven. Ondergronds brengen van het bovengrondse reservoir is ook een mogelijkheid maar dan is de vraag wie voor de kosten opdraait.

Rogat Brandoil.

In de directe nabijheid ligt een wegrestaurant. Het bouwvlak geeft een ruime uitbreidingsmogelijkheid aan. Een verkleining van het bouwvlak tot maximaal 1500 m2 door middel van een aanpassing van het bestemmingsplan wordt dan geadviseerd. Daardoor zal het wegrestaurant met overnachtingsmogelijkheid als beperkt kwetsbaar worden aangemerkt. Met het vastleggen van een maximale doorzet van 1500 m3. zal worden voldaan aan de grenswaarde van de10-6 contour vanaf het vulpunt.

Werkhorst Total.

In de huidige situatie is er voor wat betreft het aspect externe veiligheid geen probleem. Het AOC-Terra heeft het voornemen om deels binnen het invloedsgebied van 150m (vanaf vulpunt tank) een nieuwe VMBO vestiging te realiseren (verhuizing van de hoek Ceintuurbaan/Schoolstraat). Een bouwaanvraag is ingediend. Een rapport externe veiligheid is opgesteld. De Regionale Brandweer Drenthe heeft de plannen inmiddels in een advies van commentaar voorzien en is met een aantal aanbevelingen gekomen. Tussen AOC-Terra en Wekhorst Total vindt hierover nog overleg plaats. Zodra dat heeft geresulteerd in een voor alle partijen bevredigende oplossing dan is de gemeente voornemens om de vrijstellingsprocedure te starten voor het bouwplan.

Hoogeveenseweg N851 Gulftankstation BP Bovenboer a/d Rijksweg.

Het tankstation zelf is gerealiseerd na het doorlopen van een wijzigingsprocedure artikel 11 WRO en het vulpunt voor LPG met een vrijstellingsprocedure artikel 19 lid 1 WRO. De 10-6 contour wordt in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied verankerd. De verankering van de 10-6 contour in het bestemmingsplan Buitengebied vindt ook plaats voor het tankstation aan de A32 ter hoogte van de Nijeveense BP Bovenboer.

Joontjes Oliehandel B.V.

Voor het bedrijf vindt er in de directe omgeving geen toekomstige ontwikkelingen plaats. Van dit bedrijf moet een nieuwe revisievergunningprocedure worden opgestart. Bij de aanvraag dient een kwantitatief risico analyse (QRA), waaronder voor het LPG-gedeelte, te worden opgesteld. Hieruit zal duidelijk worden of het GR een knelpunt zal zijn voor de omgeving.

Opslag/overslag van gevaarlijke stoffen:

Astellas Pharma Europe BV en BOOM BV

Voor beide bedrijven vinden er in de directe omgeving van beide bedrijven geen toekomstige ontwikkelingen plaats.

Joontjes Oliehandel B.V.

Voor het bedrijf vindt er in de directe omgeving geen toekomstige ontwikkelingen plaats. Van dit bedrijf moet een nieuwe revisievergunningprocedure worden opgestart. Het is een bedrijf dat onder het Besluit risico zware ongevallen (BRZO) valt. Onderdeel van de nieuwe vergunningprocedure is dat het bedrijf een rapport dient op te stellen met een (QRA). Hieruit zal het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) volgen. Het is goed mogelijk dat de PR en GR ruimtelijke beperkingen met zich kunnen meebrengen. Het is dus ook nog onduidelijk of Joontjes een knelpunt is.

MCS Meppel

Het betreft een inrichting waar o.a. overslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Voor deze inrichting geldt geen minimum afstand voor het PR en de grens van het invloedsgebied voor de bepaling van het GR is niet relevant. Voor het bedrijf vindt er in de directe omgeving geen toekomstige ontwikkelingen plaats.

Opslag kunstmest en vuurwerk

Agrifirm BV

Voor deze inrichting is de provincie Drenthe het bevoegde gezag. Voor deze inrichting geldt geen minimum afstand voor het PR en de grens van het invloedsgebied voor de bepaling van het GR is niet relevant. Het bedrijf slaat nitraathoudende kunstmeststoffen op van het type c en verkoopt vuurwerk. Er gelden ten aanzien van externe veiligheid geen beperkingen voor Agrifirm.

Ammoniakkoelinstallatie:

Dengerink Vleeswaren B.V.

Voor deze inrichting geldt geen minimum afstand voor het PR en de grens van het invloedsgebied voor de bepaling van het GR is niet relevant.

Voor het bedrijf vindt er in de directe omgeving geen toekomstige ontwikkelingen plaats.

Kievit B.V. (Friesland Foods)

Voor deze inrichting is de provincie Drenthe het bevoegde gezag. Voor deze inrichting geldt geen minimum afstand voor het PR en de grens van het invloedsgebied voor de bepaling van het GR is niet relevant. In de directe omgeving van het bedrijf loopt er een milieuvergunningprocedure voor de bouw van een asfaltcentrale van Heimans. Er gelden ten aanzien van externe veiligheid geen beperkingen voor zowel Kievit als Heimans.

NAM-gaswinninginstallaties:

Voor deze inrichtingen is het Ministerie van Economische Zaken het bevoegd gezag. Binnen de gemeente Meppel zijn drie gaswinninginstallaties gesitueerd (locatienamen Wanneperveen 8, 13 en 15). Voor twee van de drie locaties vinden er in de directe omgeving van beide bedrijven geen toekomstige ontwikkelingen plaats. Voor de locatie Nieuwveense Landen zijn plannen om daar grootschalige uitbreiding met woningbouw te realiseren.

Hoofdstuk 2.2 Knelpunten en aandachtspunten in de huidige situatie van stationaire riscobronnen

Artikel  

Binnen de gemeente Meppel bevinden zich in de huidige situatie een knelpunt. Onder knelpunt wordt die situaties verstaan, waarbij kwetsbare objecten zich binnen de plaatsgebonden risicoafstand (de “harde” grenswaarde uit de wet) bevinden.

Voor risicovolle inrichtingen geldt dat er geen (geprojecteerd) kwetsbare object(en) binnen de grenswaarde van de plaatsgebonden risico contour (10-5) mogen liggen. Wanneer kwetsbare objecten zijn gelegen binnen deze contour dan wordt deze situatie aangemerkt als een urgente saneringssituatie. Liggen er kwetsbare objecten tussen de 10-5 en 10-6 contour dan wordt deze situatie aangemerkt als een niet urgente saneringssituatie. Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn urgente saneringen voor 27 oktober 2007 opgelost en niet urgente saneringen uiterlijk 1 januari 2010.

De risicobronnen in de Gemeente Meppel zijn in beeld gebracht door Oranjewoud. In het rapport “Inventarisatie Externe veiligheid inrichtingen Gemeente Meppel” van 15 november 2007 (bijlage 5) is de situatie vastgelegd.

Binnen de gemeente Meppel bevinden zich ook zogenaamde aandachtspunten in het kader van externe veiligheid. Dit zijn situaties die op zich geen knelpunt zijn/vormen, maar wel in beeld dienen te worden gebracht om het geen knelpunt te laten worden.

Artikel 2.2.1 Knelpunten

Uit de inventarisatie blijkt dat er binnen de Gemeente geen urgente saneringssituaties aanwezig zijn en dat er één niet-urgente saneringsituatie is. Voor dit knelpunt zijn twee oplossingen mogelijk. In de onderstaande tabel 2 is het knelpunt samengevat. Tabel 1

De gemeente Meppel werkt doorlopend aan de verbetering van de veiligheidssituatie en aan het zo spoedig mogelijk oplossen van de bestaande knelpunten. Daarbij wordt als uiterste termijn, conform het overheidsbeleid, 2010 gesteld. In figuur 1 is de situatiefoto van Tamoil Groeneveld.

 

Artikel 2.2.2 Aandachtspunten

Uit dezelfde inventarisatie zijn een achttal aandachtspunten naar voren gekomen, welke in onderstaande tabel 3 zijn weergegeven. Aan deze punten dient in de komende jaren aandacht te worden besteed om aan wet- en regelgeving te voldoen en om een aantal externe veiligheidsaspecten te verankeren in de milieuvergunning dan wel bestemmingsplan.

Tabel 2

Hoofdstuk 2.3 Veiligheid rondom het spoor, weg en water

Artikel  

Over Meppeler grondgebied worden gevaarlijke stoffen vervoerd per schip, per spoor en over de

weg:

- per schip over het Meppelerdiep

- per spoor van Leeuwarden naar Zwolle v.v. door het centrum van Meppel

- per spoor van Groningen naar Zwolle v.v. door het centrum van Meppel

- over de weg (de N375)

- over de weg (de N851 )

- over de weg (via de A32)

- over de weg (via de A28)

In het huidige beleid van de gemeente zijn er geen specifieke routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door en langs de gemeente Meppel. Momenteel wordt het gemeentelijke verkeers-en vervoersplan

herzien. In het nieuwe beleidsplan zullen wel specifieke routes aangegeven worden. Dit gaat dan

voornamelijk over het vervoer over de weg.

Ten opzichte van de huidige situatie zullen er veranderingen optreden in het beleid ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen.

In het GVVP dat momenteel opgesteld wordt zullen een aantal routes aangewezen worden waarop het vervoer van gevaarlijke stoffen zal worden toegestaan.

De belangrijkste route zal de route langs de afslag Meppel-noord lopen en dan verder afgewikkeld worden over de N375 richting de verschillende bedrijventerreinen.

Hiertoe zal in 2008 de aansluiting bij Meppel-noord aangepakt worden. De huidige voorrangskruispunten zullen worden vervangen door rotondes. Dit komt de doorstroming bij de aansluiting ten goede en wordt daarmee een aantrekkelijke route voor het vrachtverkeer.

Daarnaast wordt momenteel de zuidelijke ontsluitingsweg aangelegd. Dit is een verbindingsweg tussen de A32 en industrieterrein de Oevers. Omdat deze weg gedeeltelijk door een woonwijk loopt is deze minder geschikt als hoofdroute, het zal wel worden gebuikt als alternatieve route.

Het GVVP zegt niet alleen wat over de routering van de gevaarlijke stoffen. In beginsel wordt er een uitspraak gedaan over de routing van het vrachtverkeer in het algemeen, daarbinnen is er aandacht voor o.a. routering gevaarlijke stoffen en LZV (lang en zwaar vrachtverkeer).

Deel 3 Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Meppel

Artikel 3.1 Inleiding

Op basis van de inventarisatie in de vorige hoofdstukken wordt duidelijk dat de gemeente voor belangrijke keuzes komt te staan. Welke risicovolle bedrijven laten we waar toe in de gemeente? Vinden we een toename van het groepsrisico in de nabijheid van een risicobron acceptabel? Is het bouwen van nieuwe woonwijken voor de gemeente belangrijker dan de uitbreidingsmogelijkheden van een bedrijf dat met gevaarlijke stoffen werkt? Dat betekent dat het nodig is om compromissen te sluiten. Bijvoorbeeld enerzijds extra investeringen voor veiligheid bij het bedrijf en anderzijds een andere ruimtelijke indeling van het uitbreidingsplan.

Deze keuzes zullen niet overal in de gemeente hetzelfde zijn. Op de ene plek kiezen we voor wonen, op de andere ligt het accent op bedrijvigheid. Daarom is gekozen voor een gebiedsgericht beleid, waarin genuanceerd en met inachtneming van lokale aspecten wordt omgegaan met externe veiligheid. In de volgende paragraaf wordt dit nader toegelicht.

Artikel 3.2 Indeling in gebiedstypes

Om zowel ruimte te bieden voor de ontwikkeling van bedrijvigheid, de ruimtelijke ontwikkeling van de stad én ervoor te zorgen dat geen veiligheidsrisico’s worden gecreëerd is het goed om sturing te geven aan de situering van bedrijven met een risicocontour (10-6) en aan ruimtelijke ontwikkelingen binnen risicocontouren de invloedsgebieden. Daarom worden binnen de gemeente Meppel in de Beleidsvisie Externe Veiligheid de volgende zes gebieden onderscheiden (hierbij wordt de gebiedstype indeling van het Meppeler Milieuactieplan grotendeels aangehouden). Voor elk van deze gebiedstypen is een eigen veiligheidsambitie vastgesteld. Deze veiligheidsambitie zegt vooral iets over de mogelijkheden die er in het betreffende gebied bestaan om ontwikkelingen te laten plaatsvinden.

Belangrijk daarbij is dat bedrijven met gevaarlijke stoffen niet meer overal worden toegelaten en dat ruimte gecreëerd wordt tussen risicobedrijven en kwetsbare objecten.

1) Binnenstad en centrum

Het betreft een menging van functies: winkelcentrum, kantoren, horeca en wonen. De binnenstad Wordt globaal begrensd door de Reest, het Meppelerdiep, de Buitenhaven, Mallegat, Ceintuurbaan en de spoorlijn. Het centrum omvat het winkelgebied in de binnenring. Hier zullen overdag een groot aantal mensen werken en winkelen. ’s Avonds zullen er mensen de horeca bezoeken en wonen. De gemeente Meppel wil haar burgers een zo veilig mogelijke woonomgeving bieden en in de binnenstad en centrum worden daarom geen bedrijven toegelaten die een extern veiligheidsrisico veroorzaken. In de binnenstad en centrum zijn dergelijke bedrijven ook nu niet aanwezig.

2) Woonwijken

Woonwijken zijn die gebieden in de gemeente waar een groot aantal mensen op een beperkt oppervlak verblijven. De gemeente Meppel wil haar burgers een zo veilig mogelijke woonomgeving bieden en in woonwijken worden daarom geen bedrijven toegelaten die een externe veiligheidsrisico veroorzaken. In de woonwijken zijn dergelijke bedrijven ook nu niet aanwezig.

3) Buitengebied

In het buitengebied is het aantal aanwezige personen per oppervlak kleiner dan in de woonwijken. Het is echter een karakteristiek gebied voor Meppel en het streven is dan ook om het buitengebied zoveel mogelijk te beschermen tegen risico’s door bedrijven met gevaarlijke stoffen. Ondanks de aanwezigheid van een enkel bedrijf in het buitengebied (het gaat voornamelijk om een aantal LPG-tankstations, hogedruk aardgastransportleidingen en NAM-gasbehandelingsinstallaties) die voldoen aan de normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico), is er daarom voor gekozen om voor het buitengebied die ambitie te hanteren met behoud van karakteristieke eigenschappen van het gebied.

4) Bedrijventerreinen

Op de bestaande bedrijventerreinen zijn diverse bedrijven gevestigd die werken met gevaarlijke stoffen en daardoor een ruimtebeslag op de omgeving veroorzaken. Clustering van risicobedrijven op de bedrijventerreinen en de mogelijkheid van nieuwe bedrijven ligt daarom voor de hand. Via het vergunningenstelsel worden de PR contouren zoveel als technisch mogelijk is beperkt en vastgelegd om de ruimte op de bedrijventerreinen zo goed mogelijk te kunnen benutten. Buiten deze contouren kunnen zich kwetsbare objecten als grotere kantoren vestigen, daarbinnen niet. Bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen voor dit gebied zal de sturingsfilosofie uit de Beleidsvisie Externe Veiligheid tot uiting moeten komen. De vestiging van nieuwe kwetsbare objecten in het gebied binnen risicocontouren moet worden uitgesloten. De vestiging van nieuwe Bevi-bedrijven zal gecontroleerd plaatsvinden

5) Transportzones spoor, weg en water

a. In de spoorzone (200 m ten weerszijde van het spoor) wordt uitgegaan van maximale ontwikkelingsmogelijkheden voor de ruimtelijke ordening. Dat betekent dat de mogelijkheden voor het transport van gevaarlijke stoffen beperkt zullen zijn. In het landelijk vast te stellen Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen zal voor Meppel slechts beperkt vervoer van gevaarlijke stoffen worden toegestaan. Verantwoording van het groepsrisico vindt plaats door het planontwerp te optimaliseren (mogelijkheden voor beheersbaarheid van calamiteiten, zelfredzaamheid van de burgers etc.).

b. De A32 en A28 (wegen) worden beschouwd als belangrijke transportaders waarover veel gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. Voor de gemeente Meppel betekent dat ten weerszijden van de A28 en A32 een veiligheidszone van 30 m vanaf de kant van de weg wordt aangehouden. Binnen deze zone mag geen nieuwbouw van kwetsbare objecten plaatsvinden. Daarnaast wordt in de zone van 30 tot 200 m hetzelfde beleid gevoerd als in de spoorzone.

c. Meppelerdiep (water`); Veel gevaarlijke stoffen worden over water vervoerd omdat er nog veel ruimte is, is het water een belangrijke uitwijkmogelijkheid voor andere modaliteiten. Die ruimte moet behouden worden voor de toekomst. De gedachte is dat langs belangrijke binnenvaartverbindingen een veiligheidszone van 25 meter wordt aangehouden voor nieuwe situaties. Die 25 meter is gebaseerd op het meest voorkomende scenario, een plasbrand. Langs de zeevaartroutes wordt om diezelfde reden een zone van 40 meter aangehouden.

6) Risicozone hogedruk aardgastransportleidingen

Jarenlang zal er nog aardgas nog onder hoge druk door de gemeente Meppel worden getransporteerd en die transporten vinden vooral plaats in het buitengebied.

Ten aanzien van afstandenbeleid wordt aangesloten bij bestaande wetgeving en zal ook hiervoor beleid worden gevoerd voor de grenswaarde PR (kwetsbare objecten), richtwaarde PR (beperkt kwetsbare objecten) en het verantwoorden van het GR conform transportroutes.

Artikel 3.3 Invulling geven aan het externe veiligheidsbeleid (beleidsvrijheid)

Waar wettelijke verplichtingen ophouden ontstaat een gebied waarbinnen de gemeente voor wenselijke ontwikkelingen kan kiezen. Te denken valt hierbij aan keuzes rond de oriënterende waarde van het groepsrisico en rond richtwaarden voor het plaatsgebonden risico bij beperkt kwetsbare objecten. Bij deze keuzes is de gemeente gehouden tot degelijke motiveringen en communicatie aan haar burgers.

De keuzevrijheid wordt vertaald in het wel of niet accepteren van een overschrijding of toename van het groepsrisico of het wel of niet toestaan van beperkt kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour.

En wat valt wel/niet onder het begrip (beperkt) kwestbaar object. De wetgeving is op dat punt niet limitatief en de gemeente zal op dat punt zelf een standpunt moeten innemen.

Verantwoording van het groepsrisico

De gemeente Meppel onderschrijft de benaderingsmethode voor een wel of geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico zoals hieronder beschreven1):

a. de geplande (kwetsbare) objecten buiten het invloedsgebied liggen (dan is er geen groepsrisico), of

b. het een enkel (kwetsbaar) object in een nagenoeg maagdelijke omgeving betreft (dan is het groepsrisico zeer laag), of

c. het een enkel (kwetsbaar) object in een al zeer volle omgeving betreft, waardoor het effect op het groepsrisico marginaal is.

De gemeente hanteert hierbij de volgende vuistregels:

Ad a) geen verantwoording van het groepsrisico vereist.

Ad.b) tot een factor 10 onder de oriënterende waarde (= 0,1 van de oriënterende waarde) vereist de gemeente geen uitgebreid onderzoek naar het groepsrisico.

Ad c) tot een toename van het berekende groepsrisico van 10% beschouwt de gemeente de toename als marginaal en vereist geen uitgebreid onderzoek naar het groepsrisico.

Pas als de risicosituatie niet voldoet aan de hiervoor genoemde voorwaarden a, b of c, vereist de gemeente een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico, waarbij aandacht wordt besteed aan de criteria zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffecten.

1) De keuzemogelijkheid ten aanzien van wel/geen uitgebreide verantwoording komt uit de Handreiking verantwoording groepsrisico.

Begrip (beperkt) kwetsbaar object

In bijlage 3 is een overzicht gegeven van kwetsbare- en beperkt kwetsbare objecten. Het betreft echter een beperkte opsomming daarvan. Het kan gebeuren dat in ruimtelijke plannen objecten voorkomen welke niet één op één op voornoemd overzicht zijn te plaatsen. Bij het uitwerken van de ruimtelijke plannen moet dan door het bevoegde gezag helder gemotiveerd worden of het betreffende object wel/niet onder de definitie van (beperkt) kwetsbaar object valt.

Artikel 3.4 Ambities gemeente Meppel

In tabel 3 zijn per gebiedstype de ambities van het college van burgemeester en wethouders geformuleerd voor het plaatsgebonden risico (PR) en voor het groepsrisico (GR). Op basis van deze gebiedsgerichte ambities is in de onderstaande tabel weergegeven welke ontwikkelingsmogelijkheden er in Meppel zijn.

De gemeente wil de risico’s van opslag, transport en toepassing van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk beperken. Door middel van vergunningverlening, toezicht en handhaving, rampenbestrijding en de ruimtelijke ordening wordt hier invulling aangegeven. Nieuwe veiligheidsknelpunten worden voorkomen.

Tabel 3 Klik op het plaatje voor een vergroting

Deel 4 Doorwerking in het ambtelijke apparaat

Artikel  

Het in de visie vastgelegde beleid zal tot uitvoering moeten worden gebracht. Daarvoor is bij de visie ook een Uitvoeringsprogramma geschreven, waarin voor 2009 en 2010 op hoofdlijnen de uit het beleid voortvloeiende werkzaamheden met financiële en personele consequenties zijn beschreven.

Belangrijke elementen uit het programma zijn het up to date houden van de risicokaart, het bijhouden van de kwetsbare objecten en de actualisering van milieuvergunningen.

Het bijhouden van risicokaarten en het inventariseren van kwetsbare objecten, gekoppeld aan de ontwikkeling van vele projecten binnen de gemeente vraagt om een professionele GIS-ondersteuning. Bestanden moeten onderling eenvoudig kunnen worden uitgewisseld en met “een druk op de knop” moet de veiligheidssituatie voor een plan in beeld kunnen worden gebracht. Ook deze werkzaamheden zijn in het Uitvoeringsprogramma meegenomen.

De komende periode tot en met 2010 worden diverse bestemmingsplannen geactualiseerd. Ook daarin is externe veiligheid een belangrijk element en het tijdstip van vaststelling biedt de mogelijkheid om de in de visie vastgelegde maatregelen direct in te voeren.

De borging van de externe veiligheidstaken in de organisatie door middel van het vastleggen van werkprocessen is één van de acties die voor 2009 op de rol staan.

Aldus besloten in de openbare vergadering 11 december 2008,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 Bijlagen