Organisatie | Amstelveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik en het beheer van de algemene begraafplaats “Zorgvlied” van de gemeente Amstelveen, gelegen te Amsterdam |
Citeertitel | Beheersverordening Zorgvlied 1990 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op het gebruik en het beheer van de algemene begraafplaats, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 22 december 1965.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2006 | 1e wijziging i.v.m. de Wet dualisering gemeentebestuur | 31-05-2006 Amstelveens Weekblad d.d 14-06-2006 | 06-49 | ||
01-01-1990 | Nieuwe regeling | 20-12-1989 Onbekend | 89-85 |
Overeenkomstig het bepaalde in de algemene verordening op het beheer van bedrijven van de gemeente Amstelveen is de dienst belast met het beheer, de aanleg en het uitbreiden van de begraafplaats. De dagelijkse leiding berust bij de directeur.
Het exploiteren van de koffiekamer in de aula geschiedt op grond van een door het college te sluiten pachtovereenkomst met een door hem aan te wijzen exploitant.
Onverminderd het daaromtrent in de Algemene Politieverordening van de gemeente Amstelveen en het in de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Amsterdam gestelde en de Verordening op het begraven en op het vervoer van lijken naar de algemene begraafplaats “Zorgvlied”, is de toegang tot en het verblijf op de begraafplaats verboden voor:
De voor het begraven noodzakelijke bescheiden moeten uiterlijk 24 uur voor het begraven bij het kantoor van de begraafplaats zijn ingediend.
De in het eerste lid van dit artikel bedoelde tijd van 20 jaren kan, behoudens het bepaalde in het vierde lid van dit artikel, worden verlengd voor een tijd van tien jaren en zo vervolgens. Op schriftelijk verzoek van belanghebbenden kan het college, met inachtneming van de overige voorwaarden een langere termijn vaststellen.
Indien het begraven van een tweede of volgende overledene wordt aangevraagd en op dit tijdstip het uitsluitend recht tot begraven een geldigheidsduur heeft van minder dan tien jaren, wordt het begraven eerst toegestaan nadat het recht op het desbetreffende graf tot een geldigheidsduur van tien jaren is verlengd met dien verstande dat verlenging slechts in volle jaren mogelijk is.
Eigen graven en urngraven mogen voor het begraven of bijzetten niet worden geopend alvorens een machtiging daartoe door de rechthebbende is ondertekend en op het kantoor van de begraafplaats is ingediend.
Indien na het overlijden van de rechthebbende het verzoek tot overschrijven niet binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn wordt gedaan, wordt aangenomen dat op het uitsluitend recht geen prijs wordt gesteld en vervalt het uitsluitend recht tot begraven in het graf waarna dit wordt geruimd met inachtneming van de wettelijke termijn.
Indien de rechthebbende van een graf schriftelijk ten kantore van de begraafplaats of bij testamentaire beschikking bepaalt dat dit graf na zijn (haar) overlijden en eventuele bijzetting niet meer mag worden geopend, verliest de erfgenaam op wiens naam het graf wordt overgeschreven het recht daarna nog in dat graf te laten begraven.
De rechthebbende van een graf kan op schriftelijk verzoek onder door het college nader te stellen voorwaarden vergunning worden verleend voor het bouwen van een grafkelder.
Onder het verzorgen van het op de graven voorkomende materiaal wordt verstaan de werkzaamheden die naar het oordeel van de directeur dienen te geschieden. Dit geldt in het algemeen niet voor het herstellen en vernieuwen van beplanting, graftekens of enig onderdeel daarvan; deze moeten ten genoege van de directeur door de rechthebbende voor diens rekening geschieden.
Deze bedekking blijft na het verstrijken van de in het eerste lid van dit artikel genoemde termijn gedurende drie maanden ter beschikking van hen die een vergunning - als bedoeld in het tweede lid van artikel 24 - werd verleend, waarna de bedekking indien daarover niet werd beschikt aan de gemeente vervalt zonder dat daarvoor enige vergoeding zal worden betaald.
Indien binnen de tijd van drie achtereenvolgende jaren, nadat een graf op de lijst is geplaatst, door een eventueel rechthebbende aanspraak op het betreffende graf wordt gemaakt, zal dit recht alleen worden erkend als de daarvoor verschuldigde rechten, met inbegrip van de rechten die voorgaande jaren niet konden worden geïnd, overeenkomstig de heffingsverordening zijn betaald.