Organisatie | Gennep |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Gennep 2010 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Gennep 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | As, Asbezorging, Asbus, Begraafplaats, Begrafenis, Crematorium, Gedenkplaats, Graf, Grafbedekking, Lijkbezorging, Opgraven, Ruimen, Urn, Verstrooiingsplaats, Wet op de lijkbezorging |
Geen.
artikel 35 Wet op de lijkbezorging; artikel 149 Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-10-2010 | nieuwe regeling | 13-09-2010 Gemeenteblad 2010, nr 17 | 2010/3044 |
De gemeenteraad van de gemeente Gennep:
gelezen het voorstel van het college van Gennep d.d. 27 juli 2010;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 30 augustus 2010;
gehoord de commissie Burgerzaken d.d. 13 september 2010;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Gennep 2010.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. begraafplaats: de begraafplaats gelegen aan de Kampweg te Gennep;b. graf: een zandgraf of keldergraf;c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen begraven en begraven houden van lijken;2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;3. het doen verstrooien van as.g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;h. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;2. het doen verstrooien van as.i. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;j. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;k. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;l. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;m. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;n. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;o. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;p. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.q. geestelijken gedeelte: het gedeelte van de begraafplaats waar stoffelijke resten van geestelijke en religieuzen worden begraven.r. islamitisch gedeelte: het gedeelte van de begraafplaats waar de stoffelijke resten van Islamieten worden begraven.s. kindergraf: een particulier graf onder f bedoeld, gelegen op het gedeelte va de begraafplaats, dat is bestemd voor de begraving van stoffelijke resten van personen beneden de leeftijd van 12 jaar.t. ossuarium: het gedeelte van de begraafplaats waar stoffelijke resten worden herbegraven en restanten van as opnieuw worden verstrooid die aangetroffen zijn in een graf dat geruimd wordt.
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Het is op de begraafplaats verboden:a. te fietsen en rijwielen, bromfietsen of motorrijwielen aan de hand mee te voeren, tenzij het vervoermiddel dient om minder validen te leiden;b. honden mee te nemen, tenzij het betreft een hond of honden, die uitsluitend dienen om blinde en slechtziende mensen te leiden;c. de begraafplaats te verontreinigen;d. bloemen of andere waren te koop aan te bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot grafbedekking, dan wel op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of voor een bedrijf.
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën zoals aangeduid in artikel 1 onder q, r en s. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14 Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, vijftien, twintig, vijfentwintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 17 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 18 Vergunning grafbedekking
Het college kan de vergunning weigeren indien:a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
Artikel 19 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 21 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Indien beplantingen worden aangebracht mag niet dieper worden gegraven dan 40centimeter. De beplantingen en bloemplanten die aangebracht worden 75centimetergroeihoogte niet overschrijden. Indien de aangebrachte beplanting of bloemplanten tochboven een hoogte van 75 centimeter uitgroeien en deze niet tijdig gesnoeid, uitgedund ofingekort worden tot op een hoogte van 75 centimeter, geschieden deze werkzaamhedendoor of vanwege de gemeente. De gemaakte kosten kunnen in rekening worden gebracht aan de rechthebbende
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 23 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 24 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, artikel 10, tweede lid, artikel 13 en artikel 18, derde lid, van deze verordening.
Artikel 27 Intrekking oude regeling
De beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gennep 2006, vastgesteld op 26 juni 2006, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de beheersverordening begraafplaatsen gemeente Gennep 2006 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.