Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Verordening op de heffing en de invordering van leges

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges
CiteertitelLegesverordening 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlagetarieventabel 2011

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Legesverordening 2010 met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art 156, lid 1 en 2
  2. Gemeentewet, art 229, lid 1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-01-201101-01-201101-01-2012Nieuwe regeling

21-12-2010

Weekblad Bergen op Zoomse bode, 29-12-2010

RVB10-0130

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges

 

De raad van de gemeente Bergen op Zoom

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2010, nr. RVB10-0130;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en

de invordering van leges

 

Begripsomschrijvingen

Artikel 1.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

 

Belastbaar feit

Artikel 2.

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

 

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

 

 

Vrijstellingen

Artikel 4.

Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag van:

    • -

      een plaatselijke non-profitinstelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van erkende goede doelen met CBF-keur, zoals die jaarlijkse wordt gepubliceerd door Centraal Bureau Fondswerving;

    • -

      een organisatie die is opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, voor zover de aanvraag betrekking heeft op in inzamelen van kleding (als bedoeld in artikel 2.5 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Bergen op Zoom 2007); het innemen van een standplaats gedurende maximaal een dag (als bedoeld in de Verordening op het verlenen van standplaatsen- en ventvergunningen en het innemen van standplaatsen 1999); het ten gehore brengen van muziek of het houden van een snuffelmarkt gedurende maximaal een dag, of het houden van een evenement (als bedoeld in respectievelijk onderdeel, 2:25,4:15 en 5:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening).

 

 

Maatstaven van heffing en tarieven

Artikel 5.
  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

 

Wijze van heffing

Artikel 6

.

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

 

Termijnen van betaling

Artikel 7.
  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    Indien de leges, op het moment van aanvraag van een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

 

 

Kwijtschelding

Artikel 8.

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Vermindering of teruggaaf

Artikel 9.

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

 

Overdracht van bevoegdheden

Artikel 10.

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

  • -

    onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

  • -

    hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

  • -

    hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

  • -

    onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

  • -

    hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

  • -

    onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

  • -

    hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

 

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 11.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

 

Overgangsrecht

Artikel 12.
  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2009, nr. RVB09-0125, met toepassing van artikel 10 van die verordening gewijzigd bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12 januari 2010, nr. 02-03, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

 

Inwerkingtreding

Artikel 13.
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

 

 

Citeertitel

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening 2011.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2010

De griffier,

De voorzitter,

 

 

 

 

F.P. de Vos

Drs. J.J.M. Polman