Regeling Studiefaciliteiten (2008)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-ambtenaar:

de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 en de werknemer, met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan, als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR;

-leidinggevende:

de gemeentesecretaris (voor wat betreft de directeuren);

de directeur (voor wat betreft zijn afdelingshoofden/medewerkers);

het afdelingshoofd (voor wat betreft zijn teamleiders/medewerkers);

de teamleider (voor wat betreft zijn medewerkers);

-volgen van een studie:

het volgen van een geïnstitutionaliseerde opleiding waaraan, na het met goed gevolg afleggen van

examens resp. tentamens, een diploma (resp. certificaat) verbonden is;

-studiekosten:

les- en inschrijfgelden, aanschaf van studieboeken die noodzakelijk zijn, tentamen- en examengelden,

diplomageld, noodzakelijke reis- en verblijfkosten;

-dienstcursus:

cursus of opleiding die noodzakelijk is voor de uitoefening van een functie.

Artikel 2 Studietijd

• 1. Is de tijd die wordt besteed aan het volgen van lessen en het afleggen van examens/tentamens, het volgen van de noodzakelijke practica, werkweken etc.

• 2. Maximaal wordt 7,2 uur (hele dag) studietijd per week, met behoud van bezoldiging, gecompenseerd en 3,6 uur voor een halve dag.

• 3. De 7,2 respectievelijk 3,6 uur studietijd-compensatie is gebaseerd op een 36-urige werkweek(arbeidsduur) en 5 werkdagen. Bij een afwijkende werkweek(arbeidsduur) wordt naar evenredigheid gecompenseerd.

• 4. Voor de voorbereiding op een examen wordt daarnaast 3 maal een halve dag (maximaal 10,8 uur bij een 36-urige arbeidsduur) per cursusjaar extra studietijd, met behoud van bezoldiging, gecompenseerd.

• 5. In geval van een opleiding die noodzakelijk is voor de uitoefening van de huidige functie en als zodanig is benoemd als dienstcursus of in geval van een als zodanig aan te merken ontwikkelingsactiviteit op het vakgebied van de huidige functie, waaronder een congres of seminar of in geval van een cursus vanuit de Westlandse school:

  • a.

    wordt de tijd die wordt besteed aan het opleidingsbezoek, of dit nu binnen of buiten roostertijd valt, aangemerkt als gewerkte tijd;

  • b.

    kan voor de voorbereiding op een tentamen/examen studieverlof worden verleend voor ten hoogste 36 uur per jaar, afhankelijk van de zwaarte van de opleiding zoals dit door het opleidingsinstituut is aangegeven (voor deeltijders naar rato);

  • c.

    wordt de tijd die wordt besteed aan het afleggen van een examen, of dit nu binnen of buiten roostertijd valt, aangemerkt als gewerkte tijd;

  • d.

    wordt, als de objectieve reistijd meer dan 60 minuten per enkele reis bedraagt (gerekend vanaf de feitelijke vertrekplaats), de reistijd die volgens een routeplanner of het OV-plan boven deze 60 minuten komt, aangemerkt als werktijd.

Artikel 3 Vergoeding studiekosten

• 1. De voor de studie noodzakelijke studiekosten (waaronder eventueel reis- en/of verblijfskosten) worden:

  • a.

    indien de studie noodzakelijk is voor het vervullen van de huidige functie voor 100% vergoed;

  • b.

    indien voor het volgen van de studie het organisatiebelang sterk aanwezig is, geen verplichtend karakter draagt en mede een persoonlijk belang dient, voor 75% vergoed;

  • c.

    indien het persoonlijk belang voorop staat en het organisatiebelang slechts voor een klein deel aanwezig is voor 25% vergoed en naarmate het organisatiebelang méér aanwezig voor 50%.

• 2. Indien er bij een te volgen studie géén organisatiebelang is maar alléén persoonlijk belang dan worden geen studiekosten vergoed.

• 3. Het bepalen van de (noodzakelijke) kosten voor reizen en verblijven gebeurd met toepassing van de “Regeling reis- en verblijfskosten bij Dienstreizen” van de gemeente Westland waarna vergoeding overeenkomstig lid 1 plaatsvindt.

• 4. Verblijfskosten worden niet als studiekosten aangemerkt indien de lessen worden gevolgd of het examen wordt afgelegd binnen het woongebied van de gemeente Westland.

Artikel 4 Uitbetalen en terugbetalen

• 1. De studietermijn wordt per jaar afgesproken. Wordt de afgesproken studietermijn (per jaar afspreken) niet gehaald dan heeft de medewerker een herkansing. Op de kosten van de herkansing wordt 25% gekort t.o.v. het eerder toegekende percentage vergoeding.

• 2. Vergoeding van studiekosten vindt pas plaats, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard de uit hoofde van de studie genoten bedragen terug te betalen, indien:

  • a)

    hij (o.a. op basis van regelgeving) opgelegde verplichtingen niet nakomt;

  • b)

    hij de studie, waarvoor vergoeding is verleend, zonder toestemming van de werkgever beëindigt voordat de (volledige) studietermijn inclusief eventuele verlenging(en) is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

  • c)

    hij op eigen verzoek, of tengevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden, wordt ontslagen

    voor het einde van de studie, waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen

    van het voor deze studie geldende diploma;

  • d)

    hij op eigen verzoek, of tengevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden, wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zónder dat het door hem -na het verstrijken van de (volledige) studietermijn- afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

• 3. Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in het vorige lid bedoelde termijn van twee jaren tenminste één jaar is verstreken, blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot het 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand die aan die termijn van twee jaren ontbreekt.

Artikel 5 Voortgang

• 1. De ambtenaar houdt de direct leidinggevende schriftelijk op de hoogte van de voortgang van de studie tijdens de voortgangsgesprekken.

  Het eindresultaat (diploma, akte, bewijs van deelname) wordt opgeborgen in het persoonsdossier.

• 2. Per jaar worden afspraken gemaakt over de studietermijn zodat verleende faciliteiten worden gerelateerd aan de studielast per schooljaar.

Artikel 6 Bijzondere bepalingen

• 1. Indien de ambtenaar om sociale of medische redenen (wet REA) een andere functie moet (gaan) vervullen en hiervoor her-, om- of bijscholing noodzakelijk wordt geacht dan worden maximale studiefaciliteiten verleend.

• 2. Indien het voor rekening van de ambtenaar blijvende gedeelte van de studiekosten voor hem een onevenredig grote financiële last betekent dan kan het college besluiten tot het verlenen van een aanvullende hogere vergoeding.

• 3. In daartoe aanleiding gevende situaties kunnen de opleidingskosten (nota opleidingsinstituut) bij wijze van voorschot door de gemeente worden betaald. De voor rekening van de ambtenaar komende studiekosten kunnen eventueel in meerdere termijnen worden afgelost binnen de (volledige) studietijd.

• 4. Aangezien voor deeltijd- en voltijdwerkers aan het volgen van een studie in het algemeen dezelfde kosten verbonden zijn wordt geen onderscheid gemaakt in de toe te kennen vergoedingen van studiekosten.

• 5. Bij het werken in een afwijkend rooster of in deeltijd geldt voor wat betreft de te compenseren studietijd het beginsel van evenredigheid. Dus geldt de tijd die normaal gesproken op die dag zou zijn gewerkt.

Artikel 7 Procedure

Een aanvraag voor studiefaciliteiten wordt door de ambtenaarr schriftelijk ingediend bij het hoofd van de afdeling die, in overleg met P&O, het organisatiebelang afweegt tegen het persoonlijk belang.

Artikel 8 Overige bepalingen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college een nader besluit nemen.

Artikel 9 Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2005 en kan worden aangehaald als “Regeling Studiefaciliteiten”.