Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Meppel

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Meppel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 225

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201404-12-2014art. 6, 7

19-12-2013

Elektronisch gemeenteblad, 24-12-2013

210947
01-02-201301-01-2014art. 2

24-01-2013

Elektronisch gemeenteblad, 30-01-2013

150464
13-12-201201-02-2013bijlage 1

08-11-2012

Elektronisch gemeenteblad, 5-12-2012

140552
24-12-200901-06-200913-12-2012nieuwe regeling

10-12-2009

Meppeler Courant, 16-12-2009

2009-15691

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen

Nr.

De R a a d der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. , nr. ;

gelet op het bepaalde in artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Meppel;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “Parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

a. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig krachtens RVV 1990 op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende ontheffing, vergunning en/of tijdelijke ontheffing winkelgebied voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die ontheffing of vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. Parkeren

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijke voorschrift is verboden;

2. Houder

degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven of degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop onder zich heeft, in vruchtgebruik heeft of anderszins, anders dan eigenaar of bezitter, tot duurzaam gebruik onder zich heeft;

3. Parkeerapparatuur

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

4. Parkeerapparatuurplaats:

een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren geregeld wordt met parkeerapparatuur;

5. Belanghebbendenplaats:

een parkeerplaats die:

1. is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of

2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

6. Vergunning

een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

7. Vergunninghouder

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

8. Ontheffing

een door het college verleende ontheffing, waarmee het is toegestaan een

motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/ of belanghebbendenplaatsen;

9. Ontheffinghouder:

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

10. Tijdelijke ontheffing winkelgebied.

Een tijdelijke ontheffing voor bedrijven die werkzaamheden uitvoeren bij objecten in het winkelgebied en waar de noodzaak aanwezig is om in de directe omgeving van het betreffende object te parkeren.

11. Vervangende ontheffing

Een ontheffing ter vervanging van een reeds eerder afgegeven ontheffing, bij wijzigingen en/of verlies of diefstal.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft de belasting te willen voldoen;

b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden:

de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

I indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

II indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten worden ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

3. De belasting als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4. De belasting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de ontheffing, vergunning/of tijdelijke ontheffing winkelgebied heeft aangevraagd.

Artikel 4 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld

1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij aanvang van het parkeren.

2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ontheffing, vergunning of tijdelijke ontheffing wordt verleend.

Artikel 5 Belastingtarief, belastingtijdvak en maatstaf van heffing

Het belastingtarief, het belastingtijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Vrijstellingen

1. Van het betalen van parkeerbelasting, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, zijn vrijgesteld, zij die houder zijn van een door het bevoegd gezag afgegeven gehandicaptenparkeerkaart, mits deze gehandicaptenparkeerkaart achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht, op zodanige wijze, dat de voorzijde ervan buiten het motorvoertuig duidelijk leesbaar is.

2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid is de parkeerbelasting niet vrijgesteld wanneer geparkeerd wordt op een terrein waar achteraf betaald parkeren geldt.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de dichtstbijzijnde parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

2. Op parkeerterreinen waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden wordt als voldoening op aangifte aangemerkt het achteraf bij het beëindigen van het parkeren te betalen belasting.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de ontheffing of vergunning wordt verleend.

3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

2. Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 11 Kosten

1. Voor de kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt aangesloten bij het maximale bedrag genoemd in de ministeriële regeling.

2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 112,50.

3. De kosten van overbrenging en bewaring bedragen € 225,00 alsmede € 45,00 per dag voor het bewaren.

4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeerregel

1. Deze verordening treedt in werking acht dagen na die waarop zij is bekend gemaakt en werkt terug tot en met 1 juni 2009.

2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum van ingang wordt ingetrokken de “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2009” vastgesteld door de gemeenteraad van Meppel op 11 december 2008.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Parkeerbelastingen”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

de griffier, de voorzitter,

Ondertekening

Meppel,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 2 Tarievenkaart

 Artikel 1 Tarieven

 Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a

 van de verordening bedraagt:

 Tarievenkaart      
LocatieMax.Tarief inPer  
 parkeerduureuro'stijdseenheid van  
Parkeerterreinen        
Kraton en Ogteroptot 300 minuten€ 0,7060 minuten  
 vanaf 300 minuten€ 2,50hele dag  
      
Overige tot 300 minuten€ 1,35 60 minuten  
parkeerterreinenvanaf 300 minuten€ 5,00 hele dag  
         
Gebouwde par-tot 300 minuten€ 1,35 60 minuten  
keervoorzieningenvanaf 300 minuten€ 6,50 hele dag  
(incl. BTW)        
Schil120 minuten€ 1,3560 minuten  
         
Binnenstad, Binnenring + bijbe-120 minuten€ 1,70 60 minuten  
horende winkel-        
Straten        
         

B.  Artikel 2 Ontheffingen en vergunningen

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel

 b bedraagt per ontheffing per kalendermaand of een gedeelte daarvan:

        
 Ontheffing  2e 3etijdseenheid  
             
 Bewonersontheffing€ 4,50 € 12,00  per maand  
             
 Ontheffing (bedrijven) op:          
 Stadhuis  (incl. BTW)€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Het Vledder€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Bleekerseiland€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Stoombootkade € 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Koekoeksstraat€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Kraton€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Ogterop€ 12,00 € 17,00 € 22,50 per maand  
 Vledderstraat € 18,00 € 27,00 € 36,00 per maand  
 Kromme Elleboog€ 18,00 € 27,00 € 36,00 per maand  
 De Swaenenborgh€ 18,00 € 27,00 € 36,00 per maand  
             
OWWStadhuis  (incl. BTW) en Schoolstraat€ 24,00    per maand  
 Het Vledder€ 12,00    per maand  
 Parkeergarage Keyserstroom (onoverdekt)€ 36,00    per maand  
 (incl. BTW)          
COntheffing voor alle als betaald parkeren€ 40,00    per maand  
 aangewezen plaatsen bij een parkeermeter of          
 parkeerautomaat          
             
TATijdelijke ontheffing woonwijk€ 7,00    per week  
TBTijdelijke ontheffing winkelgebied€ 4,50    per dag  
   € 13,00    per week  
 Vervangende ontheffing€ 13,00    per document