Organisatie | Wassenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen gehandicapten 2004 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen gehandicapten 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2004 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 27-09-2004 De Wassenaarder, 27-10-2004 | 04098 |
De raad van de gemeente Wassenaar;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 september ’04,
gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Stb. 1993, nr. 545) ;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ( Stb. 1993, 610) en gelet op artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het gezamenlijk bruto-inkomen van de gehandicapte en zijn echtgenoot indien de gehandicapte een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1, lid 2 t/m 7 van de wet; verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, waaronder de procentuele premie voor de verplichte ziekenfondsverzekering dan wel met de premie van een particuliere ziektekostenverzekering, waarvan de dekking overeenkomt met de ziekenfondsverzekering nadat deze premie is verminderd met een bedrag gelijk aan de nominale premie die verschuldigd zou zijn bij verplichte ziekenfondsverzekering
voor de bepaling van het inkomen als bedoeld in lid b onder 1 t/m 3 van dit artikel wordt rekening gehouden met kosten in verband met ziekte of handicap waarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet door een andere wettelijke regeling in wordt voorzien, voorzover deze kosten een bedrag van 0.2 maal het van toepassing zijnde normbedrag niet overschrijden;
ingeval de gehandicapte een gehandicapte echtgenoot heeft als bedoeld in artikel 1, lid 2 t/m 7 van de wet en hiermede een gezamenlijke huishouding voert, wordt met de kosten als bedoeld in lid 4 van dit artikel rekening gehouden met een bedrag tot maximaal 0.2 maal het op ieder van hen toepasselijke normbedrag voor een alleenstaande.
de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de gehandicapte met een briefadres is ingeschreven.
Hoofdstuk 2. Woonvoorzieningen
De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/ pensions, trekkerswoonwagens, verzorgingshuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
Artikel 2.6 Gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van uitsluitend de volgende voorzieningen aan gemeenschappelijke ruimten indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft:
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a verstrekken aan de gehandicapte of een persoon die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte, bestemd voor permanente bewoning, heeft ontruimd.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming als bedoeld onder a van dit artikel indien:
1. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat een aanvraag om een tegemoetkoming is ingediend;
2. de gehandicapte niet voor het eerst zelfstandig gaat wonen;
3. de gehandicapte niet verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is om het hele jaar door bewoond te worden;
4. de gehandicapte niet verhuisd is naar een AWBZ-inrichting waaronder begrepen een verzorgingshuis;
5. in de te verlaten woonruimte ergonomische belemmeringen zijn ondervonden, tenzij het een verhuizing naar een ADL-woning betreft.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a indien de gehandicapte niet verhuisd is op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie de verhuizing ook zonder handicap algemeen gebruikelijk geacht zou zijn.
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten € 1.000,00.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb.1987, 466), van een binnenschip, dat:
Voorzover het treffen van voorzieningen als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 onder b, betreft het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning zoals vermeld in bijlage I.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder d indien de woonvoorziening in het kader van deze verordening dan wel op grond van de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten is verleend en de woonvoorziening voorkomt op de in bijlage II genoemde lijst voorzieningen mits de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont.
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 onder e verlenen die door de gehandicapte moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn huidige woonruimte of de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte, alleen voor de periode dat de woonruimte ten gevolge van het verrichten van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en voor dubbele woonlasten komt te staan.
In de onder a bedoelde gevallen kan alleen een tegemoetkoming in de kosten worden verleend als deze kosten gemaakt werden i.v.m. het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 10.000,00 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële1. tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een voorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan dient aan de gemeente te worden teruggestort.
De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt:
voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde,
voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde,
voor het derde jaar 60% van de meerwaarde,
voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde en
voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde,
in alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.
Hoofdstuk 3 Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan slechts bestaan uit:
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Bij het vaststellen van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding, als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 2 , 3 en 4 kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a in die vervoersbehoefte kan voorzien.
Indien het inkomen zoals bedoeld onder artikel 1.1 onder b hoger is dan 1,5 keer het norminkomen, wordt geen financiële tegemoetkoming in de kosten van een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 1 t/m 4 en 6, dan wel een vervoersvoorziening in natura als bedoeld in artikel 3.1 onder b sub 1 verstrekt.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan slechts bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
HOOFDSTUK 6 Het verkrijgen van een voorziening
Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
HOOFDSTUK 7 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders
Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies
Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule
Indien een bouwkundige woningaanpassing het bedrag van € 45.378,00 te boven gaat, het orgaan bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders ondanks het gestelde in artikel 1 lid 1 onder i besluiten tot verstrekking van deze voorziening.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet.
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen zulks gelet de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal bureau voor de statistiek.
Bijlage I behorende bij verordening voorzieningen gehandicapten 2004
Aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven.
Ingevolge artikel 2.7 is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.
1.a. Aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning
1.b. Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2.
Bijlage II behorende bij verordening voorzieningen gehandicapten 2004
Voorzieningen waarvan de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie worden vergoed.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
Bijlage III behorende bij verordening voorzieningen gehandicapten 2004
Relevante norminkomens en inkomensgrenzen voor de Wet voorzieningen gehandicapten per 1 juli 2004 op jaarbasis
Inkomensgrenzen per 1 juli 2004 vervoersvoorziening (bedragen zijn inclusief vakantietoeslag)
Alleenstaande jonger dan 65 jaar € 14.512,86
Eenoudergezin jonger dan 65 jaar € 18.659,34
Echtpaar jonger dan 65 jaar € 20.732,76
Alleenstaande 65 jaar en ouder € 15.512,04
Eenoudergezin 65 jaar en ouder € 19.638,90
Echtpaar beide 65 jaar en ouder € 21.921,12 (€ 1.826,76 per maand)
Echtpaar, een echtgenoot jonger dan 65 jaar € 21.921,12
Alleenstaande of alleenstaande ouder
Gehuwden in een inrichting € 7.023,78
Maximum aftrek in verband met bijzondere kosten
Wanneer men kosten heeft in verband met ziekte of handicap die niet of niet volledig uit anderen hoofde worden vergoed, mogen deze kosten tot een bepaalde grens van het inkomen worden afgetrokken.
Alleenstaande jonger dan 65 jaar € 1.935,05
Eenoudergezin jonger dan 65 jaar € 2.487,91
Echtpaar jonger dan 65 jaar € 2.764,37
Alleenstaande 65 jaar en ouder € 2.068,27
Eenoudergezin 65 jaar en ouder € 2.618,52
Echtpaar beide 65 jaar en ouder € 2.922,82
Idem, beide gehandicapt € 4.136,54 (2 x 2.068,27) of
Echtpaar, een echtgenoot jonger dan 65 jaar € 2.922,82
Alleenstaande of alleenstaande ouder
Gehuwden in een inrichting € 936,50
Indien beide echtgenoten gehandicapt zijn, wordt het bedrag voor een alleenstaande met 2 vermenigvuldigd.