Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Bezoldigingsregeling gemeente Westland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsregeling gemeente Westland
CiteertitelBezoldigingsregeling gemeente Westland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het historisch overzicht is niet compleet. De eerste versie vaan deze regeling is door B&W vastgesteld in haar vergadering van van 24 februari 2004. De 'Datum Inwerkingtreding' van deze regeling is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling
  2. Uitwerkingsovereenkomst

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-200901-01-2020Onbekend.

06-10-2009

Gemeenteblad-Personeel, 2009-11

B&W dd. 06-10-2009 nr.6.4.2

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Westland

De gemeente stelt de Bezoldigingsregeling gemeente Westland vast.

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

CAR:

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

UWO:

de Uitwerkingsovereenkomst;

ambtenaar:

de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1a van de CAR;

salaris:

het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b van de CAR;

uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR;

salarisschaal:

de schaal, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a van de CAR, opgenomen in bijlage II-a van die regeling;

functieschaal:

de, op basis van een functiewaarderingsonderzoek zoals bedoeld in artikel 6, door burgemeester en wethouders vastgestelde salarisschaal;

aanloopschaal:

de salarisschaal die vooraf gaat aan de, overeenkomstig artikel 6, vastgestelde salaris/functieschaal;

fusieschaal:

persoonlijke garantieschaal die aan ambtenaren is toegekend, die op 31-12-2003 in dienst waren van één van de voormalige fusiegemeenten in Westland of Milieubureau Westland, voor het salarisperspectief zover dit boven de vastgestelde aanloop- of functieschaal uitgaat;

maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

bezoldiging:

de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid onder c van de CAR, te weten:

het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen – niet zijnde onkostenvergoedingen – als omschreven in deze lokale bezoldigingsregeling alsmede het bedrag van een functioneringstoelage, waarnemingstoelage en Persoonlijke Fusietoelage (derhalve alle toelagen van de hoofdstukken II en III).

De gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding vallen, gezien hun incidenteel karakter, niet onder het begrip bezoldiging.

inconveniënt:

een omstandigheid voortvloeiend uit de uitoefening van de taak/taken die extra bezwarend is omdat het zware, onaangename en gevaarlijke arbeid betreft, die in redelijkheid niet vermijdbaar is en die als zodanig een extra beroep doet op de bereidheid van een ambtenaar onder een dergelijke omstandigheid te werken;

functie:

het geheel van werkzaamheden aan de ambtenaar opgedragen door of namens burgemeester en wethouders;

taak:

een deel van het geheel van werkzaamheden aan de ambtenaar opgedragen door of namens burgemeester en wethouders;

betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR;

conversie:

de vertaling van de gevonden rangorde (via functiewaardering) naar salarisschalen;

volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR;

overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder 1, van de CAR;

leidinggevende:

de directeur (voor wat betreft zijn afdelingshoofden);

het afdelingshoofd (voor wat betreft zijn teamleiders/medewerkers);

de teamleider (voor wat betreft zijn medewerkers).

Hoofdstuk II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal werkdagen van die maand;

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking;

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II-a van de CAR of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, het bedrag als opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage(n).

Artikel 6 Vaststelling salarisschaal

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen met inachtneming van de resultaten van een

    functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van een vastgestelde conversie de voor een betrekking geldende salarisschaal vast.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

Artikel 7 Inpassing in de aanloop- of functieschaal

  • 1.

    De ambtenaar die bij indiensttreding (of bij interne doorstroming/benoeming) voldoet aan de opleidingseisen wordt ingepast in de voor de betrekking geldende aanloopschaal.

  • 2.

    De ambtenaar die bij indiensttreding (of bij interne doorstroming/benoeming) voldoet aan de opleiding- én ervaringseisen wordt ingepast in de voor de betrekking geldende functieschaal.

  • 3.

    Voor de ambtenaar kan een salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan de voor hem geldende salarisschaal indien:

    • a)

      de plaatsing in een betrekking, waaraan een salarisschaal met een lager maximumsalaris is verbonden, geschiedt op eigen verzoek;

    • b)

      bij de bepaling van de salarisschaal als bedoeld in het eerste lid, aan de ambtenaar schriftelijk is medegedeeld dat zijn betrekking een tijdelijk karakter heeft en de salarisschaal in verband daarmee slechts een tijdelijk karakter heeft;

    • c)

      dit geschiedt bij wijze van disciplinaire straf;

    • d)

      de ambtenaar wordt geplaatst in een betrekking waaraan een salarisschaal met een lager maximumsalaris is verbonden (bv. bij herplaatsing na WAO-keuring).

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot het bepaalde in lid 3, sub d, nadere regels stellen.

Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het eersthogere bedrag tenzij uit zijn personeelsbeoordeling blijkt dat hij onvoldoende functioneert.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Artikel 8a Fusieschaal en Persoonlijke Fusietoelage

  • 1.

    Het vastgelegde salarisperspectief, voor ambtenaren op 31-12-2003 in dienst van één van de voormalige fusiegemeenten in Westland of Milieubureau Westland, welke boven de vastgestelde aanloop- of functieschaal uitgaat, wordt indien mogelijk met ingang van 1 oktober 2009 toegekend in de vorm van een persoonlijke (garantie)Fusieschaal. De Garantietoelage Fusie komt hiermee dan te vervallen.

  • 2.

    Indien het niet mogelijk is om in bepaalde situaties de Garantietoelage Fusie om te zetten in een Fusieschaal, zal de genoemde toelage worden gewijzigd in een Persoonlijke Fusietoelage. De toekenningsgronden blijven gelijk aan de Garantietoelage Fusie.

Artikel 9 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt kan een extra periodieke verhoging, tot een in de salarisschaal genoemd bedrag niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend indien uit zijn personeelsbeoordeling blijkt dat hij een zéér goede of uitstekende functievervulling heeft.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

  • 1.

    Indien, op basis van zijn personeelsbeoordeling, blijkt dat de ambtenaar onvoldoende functioneert kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 8 bedoelde periodieke salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

  • 3.

    Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

Artikel 11 Bevordering naar de functieschaal

Wanneer de ambtenaar, blijkens een over hem uitgebrachte personeelsbeoordeling, zijn functie volledig en in voldoende mate uitoefent kan hij worden bevorderd naar de voor zijn functie geldende functieschaal.

Artikel 12 Salarisvaststelling bij bevordering naar een hogere schaal

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag (maximum) uit die schaal.

Formule:

  • 1.

    Salarisbedrag oude schaal »» wordt »» eersthogere salarisbedrag nieuwe schaal

tenzij

  • 2.

    Salarisbedrag in de nieuwe schaal wordt gebaseerd op het volgende bedrag dan het eersthogere bedrag.

    2. Dit laatste is van toepassing als het verschil volgens (1) kleiner is dan 75% van:

    {(oud salaris + 1 periodiek) minus oud salaris}

    of

    als oude salarisbedrag een maximum is {oud salaris minus (oud salaris – 1 periodiek)}.

Hoofdstuk III Flexibele beloning

Artikel 13 Vaste (pensioengevende) toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de, voor zijn functie geldende, functieschaal heeft bereikt kan een persoonlijk toelage, als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR/UWO, worden toegekend indien de ambtenaar naar het oordeel van burgemeester en wethouders, blijkens een over hem uitgebrachte personeelsbeoordeling, blijk heeft gegeven van langdurig bijzondere uitoefening van de functie.

  • 2.

    Om voor een toelage als in het eerste lid bedoeld in aanmerking te komen, moet bovendien aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a)

      de ambtenaar dient tenminste gedurende twee jaren het aan de schaal verbonden maximum-salaris te hebben genoten;

    • b)

      de bijzondere uitoefening van de functie zal in ieder geval een periode van twee jaren dienen te omvatten, blijkend uit over die periode opgemaakte personeelsbeoordelingen;

    • c)

      er moet een redelijke verwachting kunnen worden uitgesproken dat de ambtenaar ook in de toekomst op bijzondere wijze zal functioneren.

  • 3.

    Een krachtens het bepaalde in het eerste lid verleende toelage vervalt met ingang van de datum waarop voor de ambtenaar een schaal met een hoger maximumsalaris gaat gelden.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 12 wordt het salaris dat de ambtenaar zal gaan genieten in de in het derde lid bedoelde schaal zodanig vastgesteld dat dit uitgaat boven het salaris vermeerderd met de toelage als bedoeld in het eerste lid dat de ambtenaar in de oude schaal genoot, tenzij het maximumsalaris dat aan deze nieuwe schaal is verbonden dit niet mogelijk maakt.

  • 5.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt vastgesteld op één, twee of volgende periodieke verhogingen in de naasthogere dan de functieschaal.

  • 6.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken indien de voorwaarden daartoe, genoemd in het eerste en tweede lid, niet meer aanwezig zijn tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 14 Gratificatie en groeps-gratificatie

  • 1.

    Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO worden toegekend.

  • 2.

    Indien een groep ambtenaren een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd kan aan hen een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 3.

    Een (groeps)gratificatie is alleen bedoeld voor éénmalige bijzondere prestaties.

Artikel 15 Arbeidsmarkttoelage

  • 1.

    Indien de situatie op de arbeidsmarkt daartoe aanleiding geeft kunnen burgemeester en wethouders in uitzonderlijke gevallen voor een tevoren vastgesteld tijdvak, van maximaal drie jaar, aan een ambtenaar een tijdelijke arbeidsmarkttoelage toekennen teneinde betrokkene voor de gemeente te kunnen behouden dan wel te werven.

  • 2.

    De toelage bedraagt maximaal 10% van het maximumsalaris van de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

  • 3.

    De toelage zal worden ingetrokken wanneer:

    • a)

      het overeenkomstig lid 1 vastgestelde tijdvak eindigt;

    • b)

      de situatie op de arbeidsmarkt zodanig verandert dat er geen sprake meer is van schaarste ten aanzien van de functie van de ambtenaar;

    • c)

      de ambtenaar blijkens een over hem uitgebrachte beoordeling matig of onvoldoende functioneert, waardoor hij geen bijzondere positie (meer) bekleedt op de arbeidsmarkt;

    • d)

      aan de ambtenaar, met toepassing van artikel 13, een persoonlijke toelage wordt toegekend (bv. ter vervanging van de arbeidsmarkttoelage).

Artikel 16 Nadere regels omtrent flexibele beloning

Burgemeester en wethouders zullen omtrent uitvoering en toepassing van de artikelen omtrent flexibele beloning nadere regels vaststellen (regeling flexibele beloning).

Artikel 17 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van toelagen en instrumenten in het kader van flexibele beloning wordt géén afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 18 Waarnemingstoelage

Een (tijdelijke) waarnemingstoelage kan worden toegekend overeenkomstig hetgeen geregeld is in artikel 3:1:2 van de CAR/UWO.

Artikel 19 Overwerkvergoeding

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een bezoldiging geldt tot en met het maximumsalaris van salarisschaal 11 wordt in geval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen geregeld is in de artikelen 3:2 en 3:2:1 van de CAR/UWO.

  • 2.

    Aan de ambtenaar voor wie een bezoldiging geldt hoger dan het maximumsalaris van salarisschaal 11 wordt géén overwerkvergoeding toegekend.

    Indien de betrokken ambtenaar vanuit zijn functie-uitoefening bij avondvergaderingen e.d. aanwezig moet zijn dan vindt deze aanwezigheid binnen de reguliere arbeidsduur plaats.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de uitvoering van lid 2 nadere regels stellen.

Artikel 20 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salaris geldt lager dan schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform artikel 3:3 van de CAR, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a)

      20% voor de uren op maandag t/m vrijdag tussen 06.00 en 08.00 alsmede 18.00 en 22.00uur;

    • b)

      40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00uur;

    • c)

      40% voor de uren op maandag t/m zaterdag tussen 00.00 en 06.00 alsmede 22.00 en 24.00uur;

    • d)

      65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR/UWO;

    een aldus omgerekend percentage per week wordt naar boven afgerond op 0,25% en zo mogelijk maandelijks bij het salaris uitbetaald;

    met dien verstande dat genoemd(e) percentage(s) wordt(en) berekend over ten hoogste het salaris, per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij salarisschaal 7.

  • 3.

    Voor de in het vorige lid onder a) genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4.

    De ambtenaar is gehouden onmiddellijk van een wijziging van de uren welke tot vaststelling van de toeslag hebben geleid melding te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

     

     

    Zie tevens de Overgangsbepalingen (fusie) in artikel 24

Artikel 21 Toelage wachtdienst(en)

  • 1.

    Aan de ambtenaar die buiten de reguliere werktijd, zoals opgenomen in de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR, ingevolge een schriftelijke aanwijzing door burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden, teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een wachtdiensttoelage toegekend.

  • 2.

    De toelage bedraagt voor wachtdiensturen:

    op maandag t/m vrijdag tussen 16.30 en 07.30 uur op de aansluitende dag: 5%

    en op zaterdag en zondag tussen 07.30 uur op zaterdag en 07.30 uur op maandag: 10% van het maximum uurloon van salarisschaal 4.

     

    In afwijking van het hiervoor genoemde, bedraagt de toelage voor wachtdiensturen ‘stranddienst’:

    op maandag t/m donderdag tussen 18.00 – 22.00 uur en 06.00 – 7.30 uur op de aansluitende dag én op vrijdag tussen 18.00 – 22.00 uur: 5% en op zaterdag en zondag tussen 05.30 – 7.30 uur en 18.00 – 22.00 uur: 10% van het maximum uurloon van salarisschaal 4.

     

    Bij een wachtdienst-week wordt het bedrag per week afgerond op een hele €uro naar boven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere uitvoeringsregels vaststellen, zoals een differentiatie in de hoogte van de vergoeding afhankelijk van de soort wachtdienst voor bijvoorbeeld rioolstoringen, calamiteiten, gladheidbestrijding, systeembeheer automatisering, bijzondere calamiteiten en dergelijke.

Artikel 22 Inconveniëntentoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename en gevaarlijke arbeid wordt opgedragen wordt een vaste inconveniëntentoelage toegekend.

  • 2.

    De inconveniëntentoelage wordt maandelijks uitgekeerd in geld in de vorm van een vaste toelage.

  • 3.

    De inconveniëntentoelage bedraagt gezien de mate van bezwarendheid, voor medewerkers van categorie A een vast bedrag per maand ter hoogte van 5% van het maximum van salarisschaal 4 en voor medewerkers van categorie B een vast bedrag per maand ter hoogte van 3½% van het maximum van salarisschaal 4 op basis van een volledig dienstverband. De functiecategorieën zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

  • 4.

    Bij ambtenaren die in deeltijd werken, worden de in het voorgaande lid genoemde bedragen naar evenredigheid uitgekeerd.

Artikel 23 Afbouwtoelage

  • 1.

    Aan een belanghebbende van wie de bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen van een toelage als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22, een blijvende verlaging ondergaat wordt een afbouwtoelage toegekend onder de voorwaarden en op de wijze zoals in de volgende leden is geregeld.

  • 2.

    Als belanghebbende wordt mede verstaan de ambtenaar die naar aanleiding van seniorenbeleid zelf te kennen geeft niet langer diensten als bedoeld in artikel 21 (wachtdiensten) te willen verrichten.

  • 3.

    Aan de belanghebbende, bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22, van wie de bezoldiging als gevolg van beëindiging een blijvende verlaging ondergaat (anders dan door ontslag uit zijn functie onder gelijktijdige toekenning van een uitkering op grond van hoofdstuk 10-a van de CAR) van tenminste 3% van zijn salaris, wordt een afbouwtoelage toegekend voor een periode gelijk aan een vierde deel (¼) van de tijd welke hij de vergoeding op basis van de artikelen 20 tot en met 22 heeft ontvangen, mits hij die vergoeding gedurende tenminste twee jaren heeft ontvangen.

  • 4.

    De periode van de afbouwtoelage beslaat ten hoogste 36 maanden.

  • 5.

    Bij het berekenen van het aantal maanden waarover recht op de afbouwtoelage bestaat vindt een afronding naar boven plaats op een hele maand.

  • 6.

    De aldus berekende periode wordt in drie gelijke delen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede deel naar boven op een gehele maand worden afgerond, met dien verstande dat het totaal aantal maanden niet meer mag bedragen dan de berekende periode.

  • 7.

    De hoogte van de afbouwtoelage bedraagt gedurende de volgens lid 6 berekende deelperioden respectievelijk 75%, 50% en 25%.

  • 8.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar en ouder, van wie de bezoldiging als gevolg van het verminderen van een toelage als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22 een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien hij de toelage als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22 direct voorafgaande aan het tijdstip van beëindiging of vermindering gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking (twee maanden of langer) heeft genoten.

  • 9.

    De in de leden 1 tot en met 7 bedoelde afbouwtoelage gaat wanneer de ambtenaar gedurende de (afbouw)periode de leeftijd van 60 jaar bereikt, en hij onmiddellijk voorafgaande aan de afbouw-periode de toelage als bedoeld in de artikelen 20 tot en met 22 gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking (twee maanden of langer) heeft genoten, op dat moment over in een blijvende toelage volgens de op dat moment van kracht zijnde hoogte.

  • 10.

    Het verschil tussen de leden 8 en 9 bestaat hierin dat:

    Lid 8 van toepassing is op de ambtenaar die bij aanvang van de afbouwperiode 60jr of ouder is;

    Lid 9 van toepassing is op de ambtenaar die gedurende de afbouwperiode 60jr wordt.

Hoofdstuk V Overige bepalingen

Artikel 24 Overgangsbepalingen 1-1-2004 (fusie)

T.a.v. artikel 20 (Toelage Onregelmatige Dienst)

Voor de medewerkers van De Naald die ook na 1-1-2004 ORD draaien blijft het huidige (vaste) % gehandhaafd. Draait men na 1-1-2004 géén ORD dan geldt de afbouw volgens Soc.Statuut 2004.

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 26 Slotbepaling

Deze regeling treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2004 en kan worden aangehaald als "Bezoldigingsregeling gemeente Westland".

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouder van 24 februari 2004, gewijzigd dd. 6 oktober 2009 (agendapunt 6.4.2.)

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris, de burgemeester,

G. Buck R. Welschen

Bijlage Bezoldigingsregeling:

 

 

Artikel 22 Inconveniëntentoelage

 

Voor de hoogte van de inconveniëntentoelage worden de volgende functiecategorieën onderscheiden.

 

1. Categorie A ( riolering/begraafplaatsen)

Technicus Riolering

Beheerder begraafplaats

Assistent beheerder (begraafplaatsen)

Uitvoerend medewerker begraafplaatsen

 

2. Categor ie B (grijs/groen)

Assistent beheerder II

Beheerder sportparken

Opzichter groen

Uitvoerend medewerker Grofvuil /KCA

Uitvoerend medewerker Groen 5.7

Uitvoerend medewerker Groen 3.8

Uitvoerend medewerker Seizoenswerk

Uitvoerend medewerker Veegdienst

Uitvoerend medewerker Wegen

Voorman Grijs

Voorman Groen

Opzichter Wegen

Assistent beheerder (sportvelden)

Opzichter huisvuil

Uitvoerend medewerker Grijs WB