Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Kaag en Braassem 2011 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Kaag en Braassem 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Financiële verordening Kaag en Braassem van 04-10-2010.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2010 | 01-09-2014 | Nieuwe regeling | 13-12-2010 Witte Weekblad, 22-12-2010 | 10.107 |
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;b e s l u i t:vast te stellen de
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kaag en Braassem
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Planning- en controlcyclus
Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de kadernota, de tussentijdse rapportage en de begroting met de meerjarenraming.
Artikel 5 Kader ontwerpbegroting
Het college biedt vooruitlopend op de begroting van het volgende begrotingsjaar een nota aan de raad ter vaststelling van de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren (de Kadernota).
Artikel 6 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college bij de eerstvolgende tussentijdse rapportage aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid. Het college kan indien het daartoe aanleiding ziet, vooruitlopend op de tussentijdse rapportage afzonderlijke melding doen aan de raad.
Artikel 8 Waardering en afschrijving (im)materiële vaste activa
Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte worden, onder aftrek van bijdragen van derden, ten laste van de exploitatie gebracht. Indien hiervan bij raadsbesluit wordt afgeweken, wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere door de raad te bepalen tijdsduur.
Bij alle nieuwe investeringen (met een maatschappelijk en een economisch nut) wordt voor de gehele looptijd een vast rentepercentage gehanteerd. Dit rentepercentage is het renteomslagpercentage van de begroting van het jaar waarin tot de investering wordt besloten.Alleen bij zeer sterke wijzigingen van de marktrente kan het rentepercentage tussentijds worden gewijzigd. Dit wordt jaarlijks bij het opstellen van de begroting beoordeeld.
Artikel 9 Reserves en voorzieningen
Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan ter goedkeuring aan de raad. In deze nota wordt ingegaan op de regels omtrent reserves en voorzieningen.
Artikel 12 Financieringsfunctie
Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor: a. het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren; b. het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s; c. het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;d. het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college, indien mogelijk, zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een besluit treasurystatuut. Het college zendt het besluit treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast deverplichte onderdelen van het BBV in ieder geval op:a. de kasgeldlimiet;b. de renterisiconorm;c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;d. de rentevisie;e. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college draagt eenmaal in de vier jaar zorg voor de interne toetsing van de verschillende bedrijfsonderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van de beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie
Artikel 19 Inkoop en aanbesteding
Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten.
Artikel 20 Subsidieverstrekking en steunverlening
Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Kaag en Braassem.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 13 december 2010de griffier, de voorzitter,drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
* Ingevolge artikel 8, 7e lid, worden activa met een meerjarig maatschappelijk nut direct ten laste van de exploitatie gebracht, tenzij bij raadsbesluit anders wordt besloten. De dan te hanteren maximale afschrijvingstermijn staat tussen haakjes vermeld. ** Dit onderdeel vervalt indien de Wet regionalisering brandweer in werking is getreden.