Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Schepenverordening Kaag en Braassem 2009 |
Citeertitel | Schepenverordening Kaag en Braassem 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Schepenverordening Alkemade 2007 en Schepenverordening Jacobswoude.
Nadere regels als bedoeld in artikel 9 van de Schepenverordening Kaag en Braassem 2009: Maten van woonschepen. Aanwijzing gebieden waar een afmeerverbod voor pleziervaartuigen geldt (art. 15 Schepenverordening).
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-09-2009 | Nieuwe regeling | 31-08-2009 Witte Weekblad, 09-09-2009 | 0986 |
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 augustus 2009;
overwegende dat het uit oogpunt van openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente wenselijk is om regels te stellen ten aanzien van het gebruik van het openbare water;
gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: a. woonschip: elk vaartuig of drijvend voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak wordtgebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot woning, dag- of nachtverblijf of recreatieverblijf van een of meer personen, elk dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp in aanbouw of casco, dat tot een dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp kan worden afgebouwd of ingericht en elk dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren dan wel de overblijfselen daarvan.b. vaartuig: elk vaartuig, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmedewoonschepen, glijboten en ponten.c. bedrijfsvaartuig: elk vaartuig of drijvend voorwerp, waarin of waarop uitsluitend ofhoofdzakelijk een beroep, bedrijf of dienst wordt uitgeoefend dan wel dat door zijnconstructie, afmetingen en inrichting uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd of geschikt is om daarin of daarop een beroep, bedrijf of dienst uit te oefenen, elk dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp in aanbouw, elk casco, dat tot een dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp kan worden afgebouwd of ingericht en elk dergelijk vaartuig of drijvend voorwerp dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren dan wel de overblijfselen daarvan.d. ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een(woon)schip te worden ingenomen;e. openbaar water: alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiekbevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.f. pleziervaartuig: vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet i zijnde passagiersschepen noch zeilende bedrijfsvaartuigen.
De in de op deze verordening gebaseerde uitvoeringsvoorschriften of nadere regels genoemde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals lichtkoepels en antennes worden niet meegerekend.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Hoofdstuk 2 Ligplaats innemen met een woonschip voor permanente bewoning
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet indien het vigerende bestemmingsplan het met een woonschip voor permanente bewoning ligplaats innemen dan wel een ligplaats voor een woonschip voor permanente bewoning beschikbaar stellen ter plaatse mogelijk maakt en deze locatie is aangegeven op de bij deze verordening behorende ligplaatsenkaart.
Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een woonschip voor permanente bewoning nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, de veiligheid van goederen of personen, de milieuhygiëne en het uiterlijke aanzien van de gemeente.
Hoofdstuk 3 Ligplaats innemen met een woonschip voor recreatief gebruik
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover het vigerende bestemmingsplan het met een woonschip voor recreatief gebruik ligplaats innemen dan wel een ligplaats voor een woonschip voor recreatief gebruik beschikbaar stellen ter plaatse mogelijk maakt en deze locatie is aangegeven op de bij deze verordening behorende ligplaatsenkaart.
Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een woonschip voor recreatief gebruik nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, de volksgezondheid, de veiligheid van goederen of personen, demilieuhygiëne en het uiterlijke aanzien van de gemeente.
Hoofdstuk 4 Weigeringgronden ligplaatsvergunning
Een vergunning als bedoeld in de artikelen 7 en 10 kan worden geweigerd indien:a. voor de ligplaats al een vergunning is verleend;b. de aanvrager zich niet deugdelijk kan legitimeren als eigenaar van het schip en/of het schip niet kan legitimeren;c. het woonschip belemmeringen veroorzaakt voor het verkeer op het water;d. het uiterlijk van het woonschip afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;e. er sprake is van strijd met het bestemmingsplan.
Artikel 14 Bouwen/verbouwen/vernieuwing
De eigenaar, de bezitter, de houder of de gebruiker van een woonschip is verplicht: a. uitwendige veranderingen, verbouwingen en vergrotingen van het woonschip vooraf en voldoende gedocumenteerd te melden bij het college;b. vervanging van het woonschip door een nieuw woonschip vooraf en voldoende gedocumenteerd te melden bij het college;c. het woonschip in goede staat van onderhoud te houden, zulks ter beoordeling van het college.
Hoofdstuk 6 Ligplaats innemen met een pleziervaartuig
Het college kan gebieden aanwijzen, waar het verboden is permanent of langer dan een nader door burgemeester en wethouders te bepalen termijn met een pleziervaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een pleziervaartuig beschikbaar te stellen.
Hoofdstuk 7 Ligplaats innemen met een bedrijfsvaartuig
Het college kan gebieden aanwijzen, waar het verboden is met een bedrijfsvaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een bedrijfsvaartuig beschikbaar te stellen.
Artikel 18 Gemeentelijke laad- en loswal
Onverminderd het bepaalde in artikel 17 is het verboden met een bedrijfsvaartuig ligplaats in te nemen of aan te leggen aan of langs het gedeelte van de westelijke oever van de Oude Wetering, dat gelegen is ten noorden van Kerkstraat 110 te Oude Wetering. Dit verbod geldt niet voor het door de beroepsvaart tijdelijk afmeren aan de gemeentelijke laad- en loswal annex wachtplaats, als door het college toestemming is verleend.
Hoofdstuk 8 Strafbepalingen en toezicht
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 22 Binnentreden woonschepen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 23 Intrekking oude regeling
De Schepenverordening Alkemade 2007 en de Schepenverordening Jacobswoude worden ingetrokken.
Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de voorschriften bedoeld in artikel 23 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende maximaal 5 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de voorschriften bedoeld in artikel 23 blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende maximaal 5 jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de voorschriften bedoeld in artikel 23 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste, vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.
De intrekking van de voorschriften bedoeld in artikel 23 heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die voorschriften genomen nadere regels, beleidsregels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.