Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bestrijding misbruik bijstand 2004 |
Citeertitel | Verordening bestrijding misbruik bijstand 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2004 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-09-2004 Harderwijker Courant 15-09-2004 | Dossiercode 309126 |
HOOFDSTUK III: TERUGVORDERING BIJ NIET NAKOMEN INLICHTINGENPLCHT
Terugvordering van bijstand voor zover deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht genoemd in artikel 1 onder g van deze verordening door de personen genoemd in artikel 1 onder b, c en d van deze verordening, geschiedt met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.
HOOFDSTUK IV: DE WIJZE VAN TERUG- EN INVORDERING
Indien het benadelingsbedrag gedurende het lopende kalenderjaar niet volledig kan worden ingevorderd, kan het resterende deel, met toepassing van artikel 58 lid 4 Wet werk en bijstand, na afloop van voornoemd kalenderjaar, worden verhoogd met de verschuldigde loonbelasting, de premies volksverzekeringen alsmede de ziekenfondspremie.
Indien het benadelingsbedrag, verhoogd met de af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en ziekenfondspremie, de door het college van procureurs-generaal (op basis van de Aanwijzing i.d.v.z. artikel 130 lid 4 Wet R.O.) vastgestelde aangiftegrens overschrijdt, wordt door of namens het college Proces-verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.
HOOFDSTUK VII: OVERIGE BEPALINGEN
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 9 september 2004, onder nummer 60.
Bij amendement is artikel 8a in de Wet werk en bijstand opgenomen dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de toelichting bij dit amendement is verwezen naar artikel 212 Gemeentewet. Strekking van laatstgenoemde artikel is dat de verordening dient te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
Onderhavige verordening regelt hoe wordt omgegaan met gevallen waarbij sprake is van het tot een ten onrechte of tot een te hoog verleend bedrag aan bijstand als gevolg van het verwijtbaar niet-nakomen van de inlichtingenplicht. Uitgangspunt is dat verplicht wordt teruggevorderd, tenzij het benadelingsbedrag minder bedraagt dan € 100,=. Indien sprake is van recidive wordt in alle gevallen teruggevorderd.
Slechts bij hoge uitzondering kan van terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog verleend bedrag aan bijstand worden afgezien.
Indien het benadelingsbedrag, verhoogd met de af te dragen belastingen en premies € 6000,= of meer is wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Dit bedrag kan door de procureurs-generaal worden aangepast.
Over de omvang van de fraudebedragen en de resultaten van de fraudebestrijding rapporteert het college jaarlijks aan de gemeenteraad.
Dit artikel spreekt voor zich. Wat betreft de recidive is het zo dat aangehaakt wordt bij de verjaringstermijn, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.
Dit artikel draagt het college op om beleidsregels op te stellen ten aanzien van de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Er is gekozen voor beleidsregels, met verantwoording achteraf, teneinde een slagvaardig beleid terzake te kunnen voeren.
Dit artikel beschrijft de werkingssfeer van de verordening.
Het tweede lid verwijst naar de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand aangezien het niet nakomen van de inlichtingenplicht-sec een reden vormt om tot een verlaging van de bijstand te besluiten.
Indien gemotiveerd vast staat dat belanghebbende c.q. belanghebbenden geen enkel verwijt treft met betrekking tot het ontstaan van de vordering, vindt geen terugvordering plaats.
Uitgangspunt is dat alle benadelingsbedragen die € 100,-- of meer zijn van de belanghebbende dan wel belanghebbenden wordt c.q. worden teruggevorderd. Het voorgaande is slechts anders indien sprake is van recidive die zich binnen 5 jaar na de eerder terugvordering voordoet. Van terugvordering kan worden afgezien indien naar mening van het college sprake is van dringende redenen.
Hierbij kan gedacht worden aan levensbedreigende situaties, mits onderbouwd en voldoende gemotiveerd. Het hebben van schulden is even wel geen dringende reden om van terugvordering af te zien, tenzij dit in het kader van een schuldsaneringsregeling tot onoverkomelijke problemen leidt, waardoor een saneringsregeling dreigt te mislukken.
Dit artikel voorziet in de strafrechtelijke afhandeling van fraudegevallen waarbij het benadelingsbedrag, verhoogd met de af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en ziekenfondspremie boven de door het Openbaar Ministerie (OM) vastgestelde grens ligt, die op dit moment is vastgesteld op €6.000,-. De gemeente zal jaarlijks met het OM afspraken maken over de aan te leveren processen-verbaal.
In dit artikel wordt invulling gegeven aan de opdracht die door de raad, in het kader van haar kaderstellende en controlerende taak, aan het college is opgedragen. Verder voorziet dit artikel er in dat, naast de verplichte onderdelen waarover jaarlijks verantwoording dient te worden afgelegd, andere onderwerpen toe te voegen.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel mandateert de bevoegdheid aan het college om een besluit te nemen in gevallen waarin deze verordening onverhoopt niet voorziet.
Dit artikel heeft betrekking op de hardheidsclausule en maakt het mogelijk in voordeel van de cliënt af te wijken van hetgeen in de verordening is vastgelegd.