Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het college: het college van burgemeester en wethouders van
de gemeente Roermond;
- b.
de wet: de Wet inburgering;
- c.
voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of
taalkennisvoorziening;
- d.
persoonlijk inburgeringsbudget: een budget dat door het
college, in het kader van een te sluiten overeenkomst met
een inburgeringsbedrijf, ten behoeve van een
inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar ter
beschikking wordt gesteld met behulp waarvan de
inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar zijn
inburgering op een op zijn persoonlijke situatie afgestemde
wijze vorm geeft;
- e.
duale inburgeringsvoorziening: inburgeringsvoorziening die
met het oog op de actieve deelname van de
inburgeringsplichtige aan de Nederlandse samenleving mede
voorziet in activiteiten die in samenhang, en ten minste
voor een deel gelijktijdig, met het verwerven van mondelinge
en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en
kennis van de Nederlandse samenleving worden
uitgevoerd.
- 2.
De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende
regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze
verordening worden gebruikt.
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en
vrijwillige inburgeraars
- 1.
Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en
de vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige
wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit
hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de
voorzieningen.
- 2.
Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de
inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars in ieder
geval gebruik van de volgende middelen:
- a.
informatiepakket dat door publiekszaken aan nieuwkomers wordt
uitgereikt;
- b.
inburgeringsplichtigen worden gewezen op hun plicht het
inburgeringsexamen te halen binnen de wettelijk vastgestelde termijn en
de gevolgen die samenhangen met het niet slagen voor het
inburgeringsexamen;
- c.
inburgeraars wijzen op de mogelijkheid om gebruik te maken van
gemeentelijke inburgeringsvoorzieningen en wijzen op de rechten,
plichten die daarmee samenhangen;
- d.
informatieverstrekking over de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en
verwijzing hiernaar voor die inburgeringsplichtigen op eigen kracht
willen inburgeren;
- e.
informatieverstrekking via de website van de gemeente Roermond met
verwijzing naar landelijk relevante websites;
- f.
- 3.
Het college evalueert tenminste eens in de twee jaren de
doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking
aan de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars, en
rapporteert daarover aan de raad.
Hoofdstuk 2 Het vaststellen van een voorziening aan
inburgeringsplichtigen
Artikel 3 Het vaststellen van een voorziening
- 1.
Het college biedt inburgeringsplichtigen ondersteuning aan bij het
voldoen van de inburgeringsplicht en kan, voor zover het college dat
noodzakelijk acht, een voorziening aanbieden gericht op het behalen
van het inburgeringsexamen.
- 2.
Het college kan in overeenstemming met artikel 19a, eerste lid, WI
voor elke inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening of
taalkennisvoorziening vaststellen zonder dat daaraan een procedure
van aanbod (door het college) en aanvaarding (door de
inburgeringsplichtige) vooraf hoeft te gaan.
- 3.
a. Het college weegt bij de ondersteuning en het aanbod van
voorzieningen af of de keuze het meest doelmatig is met het oog op
het behalen van het inburgeringsdiploma, gelet op de mogelijkheden
en capaciteiten van een inburgeringsplichtige,
b. Het college stemt het aanbod van een inburgeringsvoorziening af
op de afstand van de inburgeringsplichtige tot de arbeidsmarkt, de
opvoedingstaken en het bevorderen van de emancipatie en van de
participatie aan de samenleving.
Artikel 4 Aanwijzen van de doelgroepen
- 1.
Het college bepaalt jaarlijks, mede aan de hand van beschikbare
middelen, aan welke groepen inburgeringsplichtigen een voorziening
wordt vastgesteld waarbij hij bij voorrang een
inburgeringsvoorziening kan vaststellen op basis van de volgende
criteria:
- -
het hebben van een afstand tot de arbeidsmarkt;
- -
het hebben van een opvoedingstaak;
- -
het hebben van een achterstand met betrekking tot emancipatie en
maatschappelijke participatie.
Artikel 5 De samenstelling van de voorziening
- a.
Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de
inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het
startniveau en de vaardigheden en de persoonlijke omstandigheden van
de inburgeringsplichtige.
- b.
Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of
meer van de volgende onderdelen bevatten:
- a.
- b.
trajectbegeleiding en voortgangsgesprekken met de
klantmanager inburgering.
Artikel 6 De voorziening in de vorm van een persoonlijk
inburgeringsbudget
- 1.
Het college behandelt het verzoek van de inburgeringsplichtige om in
aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een
persoonlijk inburgeringsbudget op de volgende wijze:
- -
schriftelijke aanvraag voor het persoonlijk inburgeringsbudget;
- -
het college begeleidt de inburgeraar bij de vormgeving van zijn
inburgering en de keuze van een inburgeringsbedrijf;
- -
het college beoordeelt de aanvraag op basis van een binnen 3 maanden
na het indienen van de aanvraag schriftelijk ingediend trajectplan.
Het college stelt hiertoe nadere regels vast.
- 2.
Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het
volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit
programma:
- -
naar het oordeel van het college passend is om hem voor te
bereiden op en toe te leiden naar succesvol afleggen van het
inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede
taal I of II;
- -
het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het
oordeel van het college niet passend is;
- -
wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan
de volgende vereisten:
- a.
ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;
- b.
beschikken over een keurmerk van de
brancheorganisatie;
- c.
beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op
het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's of
taalkennisvoorzieningen.
- 3.
Het persoonlijk inburgeringsbudget bedraagt de hoogte van de
opleidingskosten met een maximum van € 4500,- per inburgeraar en
wordt per inburgeraar maximaal één keer verstrekt.
- 4.
Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het
volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze
taalkennisvoorziening:
- -
naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis
van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk
is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau
1 of 2;
- -
het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het
oordeel van het college niet passend is;
- -
wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan
de volgende vereisten:
- a.
ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;
- b.
beschikken over een keurmerk van de
brancheorganisatie;
- c.
beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op
het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's of
taalkennisvoorzieningen.
- 5.
Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk
inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluit het college een
overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.
Artikel 7 De inning van de eigen bijdrage
- 1.
De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet
wordt in ten hoogste 3 termijnen betaald.
- 2.
Het college kan hiervan afwijken indien de financiële situatie van
de inburgeraar hiertoe aanleiding geeft. Hierbij geldt een maximum
van 12 termijnen.
- 3.
Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de
voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de
eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de
beschikking vastgelegd.
Artikel 8 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer
van de volgende verplichtingen opleggen:
- a.
het deelnemen aan de voorziening;
- b.
het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;
- c.
het deelnemen aan voortgangsgesprekken;
- d.
voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of
staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip
dat door het college wordt bepaald;
- e.
het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante
omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan
worden voldaan.
Artikel 9 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot vaststelling van de voorziening bevat in ieder geval:
- a.
het vaststellen van de inburgeringsplicht;
- b.
een beschrijving van de voorziening;
- c.
een opgave van de rechten en verplichtingen van de
inburgeringsplichtige;
- d.
de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen
Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;
- e.
de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;
en
- f.
ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van
handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van
de wet, aanvangt.
Hoofdstuk 3. Het aanbieden van een voorziening aan vrijwillige
inburgeraars
Artikel 10 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen vrijwillige inburgeraars aan waaraan hij
bij voorrang een voorziening kan aanbieden op basis van de volgende
criteria:
- -
het hebben van een afstand tot de arbeidsmarkt;
- -
het hebben van een opvoedingstaak;
- -
het hebben van een achterstand met betrekking tot emancipatie en
maatschappelijke participatie.
Artikel 11 De samenstelling van de voorziening
- 1.
Het college bepaalt in overleg met de vrijwillige inburgeraar,
uitgezonderd geestelijke bedienaren, de samenstelling van de
voorziening. De voorziening wordt afgestemd op het startniveau en de
vaardigheden en de persoonlijke omstandigheden van de vrijwillige
inburgeraar.
- 2.
Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of
meer van de volgende onderdelen bevatten:
a. duaal deel;
b. trajectbegeleiding en voortgangsgesprekken met de klantmanager
inburgering.
Artikel 12 De voorziening in de vorm van een persoonlijk
inburgeringsbudget
- 1.
Het college behandelt het verzoek van de vrijwillige inburgeraar om
in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een
persoonlijk inburgeringsbudget op de volgende wijze:
- -
schriftelijke aanvraag voor het persoonlijk inburgeringsbudget;
- -
het college begeleidt de inburgeraar bij de vormgeving van zijn
inburgering en de keuze van een inburgeringsbedrijf;
- -
het college beoordeelt de aanvraag op basis van een binnen 3 maanden
na het indienen van de aanvraag schriftelijk ingediend trajectplan.
Het college stelt hiertoe nadere regels vast.
- 2.
Het college keurt het voorstel van de vrijwillige inburgeraar voor
het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit
programma:
- -
naar het oordeel van het college passend is om hem voor te
bereiden op en toe te leiden naar succesvol afleggen van het
inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede
taal I of II;
- -
het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het
oordeel van het college niet passend is;
- -
wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan
de volgende vereisten:
a. ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;
b. beschikken over een keurmerk van de
brancheorganisatie;
c. beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op
het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's of
taalkennisvoorzieningen.
- 3.
Het persoonlijk inburgeringsbudget bedraagt de hoogte van de
opleidingskosten met een maximum van € 4500,- per inburgeraar en
wordt per inburgeraar maximaal één keer verstrekt.
- 4.
Het college keurt het voorstel van de vrijwillige inburgeraar voor
het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze
taalkennisvoorziening:
- -
naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis
van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk
is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau
1 of 2;
- -
het regulier inburgeringsaanbod van de gemeente naar het
oordeel van het college niet passend is;
- -
wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan
de volgende vereisten:
a. ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;
b. beschikken over een keurmerk van de
branchorganisatie;
c. beschikken over aantoonbare ervaring en deskundigheid op
het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma's of
taalkennisvoorzieningen.
- 5.
Als het college de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar,
bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet, waarin de
voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget is
opgenomen, heeft gesloten, sluit het college een overeenkomst met
het inburgeringsbedrijf.
Artikel 13 Geen eigen bijdrage
De vrijwillige inburgeraar is geen eigen bijdrage als bedoeld in artikel
23, tweede lid, van de wet verschuldigd.
Artikel 14 Opleggen van verplichtingen
Het college kan in de overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar,
bedoeld in artikel 24d, tweede lid, van de wet een of meer van de
volgende verplichtingen opnemen:
- a.
het deelnemen aan de voorziening;
- b.
het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;
- c.
het deelnemen aan voortgangsgesprekken;
- d.
voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of
staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip
dat in de overeenkomst wordt neergelegd;
- e.
het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante
omstandigheden niet aan de verplichtingen in de overeenkomst kan
worden voldaan.
Artikel 15 De inhoud van de overeenkomst
De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24d,
tweede lid, van wet bevat in ieder geval:
- a.
een beschrijving van de voorziening;
- b.
een opgave van de rechten en verplichtingen van de vrijwillige
inburgeraar;
- c.
de datum waarop aan het inburgeringsexamen of staatsexamen
Nederlands als tweede taal I of II moet zijn deelgenomen;
- d.
de sancties die kunnen worden toegepast wanneer de
verplichtingen niet worden nagekomen.
Artikel 16 Sancties bij niet-nakoming van de overeenkomst
Indien de vrijwillige inburgeraar de verplichtingen die zijn neergelegd
in de overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, kan het college als
sanctie opleggen de maximale terugvordering van de gemaakte kosten,
waarbij het bedrag van de terugvordering vergelijkbaar is met of lager
dan de bestuurlijke boetes die het college kan opleggen als een
inburgeringsplichtige de verschillende verplichtingen niet nakomt;
Artikel 17 Het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige
inburgeraar
Het college stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan
de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
identificatieplicht.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Artikel 18 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
- 1.
De verordening Wet inburgering voor de gemeente Roermond,
vastgesteld bij besluit van 14 mei 2009, no 2009/049/2 wordt
ingetrokken;
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is
bekendgemaakt.
Artikel 19 Overgangsbepaling
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 18,
eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze
verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent,
gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Artikel 20 Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering
gemeente Roermond.