Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oegstgeest

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van door het college gevoerde bestuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oegstgeest
Officiële naam regelingVerordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van door het college gevoerde bestuur
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oegstgeest
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit voor het opnieuw vaststellen en bekendmaken van de verordeningen ten behoeve van centrale ontsluiting van lokale regelgeving.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Tijdelijke referendumwet, art. 8, lid 1
  2. Tijdelijke referendumwet, art. 25, lid 1
  3. Gemeentewet, art. 213A

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-201030-12-2015nieuwe regeling

28-10-2010

Oegstgeester Courant, 15-12-2010

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING VOOR PERIODIEK ONDERZOEK DOOR HET COLLEGE NAAR DE DOELMATIGHEID EN DOELTREFFENDHEID VAN HET DOOR HET COLLEGE GEVOERDE BESTUUR

De raad van de gemeente Oegstgeest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 januari 2004, nr. 27/04;

gelet op artikel 8 lid 1 onder a en artikel 25 lid 1 van de Tijdelijke referendumwet en artikel 213A van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING VOOR PERIODIEK ONDERZOEK DOOR HET COLLEGE NAAR DE DOELMATIGHEID EN DOELTREFFENDHEID VAN HET DOOR HET COLLEGE GEVOERDE BESTUUR

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.doelmatigheid:de mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;
b.doeltreffendheid:de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;
c.organisatie-eenheid:de organisatorische eenheden als ingesteld bij de Organisatieverordening gemeente Oegstgeest.

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

  • 1. Het college onderzoekt jaarlijks de doelmatigheid van (onderdelen van) organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken en/of producten door de gemeente. Iedere gemeentelijke organisatie-eenheid en gemeentelijke taak wordt minimaal eens in de acht jaar in zijn geheel aan een dergelijke toets onderworpen.

  • 2. Het college voert jaarlijks minimaal één onderzoek uit naar de doeltreffendheid van (delen van) programma’s en/of paragrafen.

Artikel 3 Onderzoeksplan

  • 1. Het college zendt ieder jaar uiterlijk voor 1 oktober een onderzoeksplan naar de raad van de in het erop volgende jaar te verrichten interne onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid.

  • 2. In het onderzoeksplan wordt per intern onderzoek globaal aangegeven:

    • a.

      het object van het onderzoek;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de onderzoeksmethode;

    • d.

      de doorlooptijd van het onderzoek;

    • e.

      de wijze van uitvoering;

    • f.

      de kosten van het onderzoek.

  • 3. In het onderzoeksplan wordt aangegeven welke budgetten in de begroting zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken.

Artikel 4 Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van bijbehorende budgetten.

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1. De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat op zijn minst een analyse van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2. Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. Het college neemt op basis van het plan van verbetering de nodige maatregelen.

  • 3. De rapportages en plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, gelet op het gestelde in artikel 25 lid 1 van de Tijdelijke referendumwet, in werking op 7 maart 2004, met dien verstande dat het eerste onderzoeksplan (met betrekking tot 2005) voor 1 oktober 2004 aan de raad zal worden aangeboden.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Oegstgeest”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oegstgeest, gehouden op 4 maart 2004.

De raad voornoemd,

voorzitter
griffier

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Artikel 1

Met het formuleren van de begripsomschrijvingen wordt beoogd eenduidigheid in de verordening te bewerkstelligen.

Toelichting Artikel 2

Dit artikel draagt het college op om onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de door het college gevoerde bestuur.

Het eerste lid behelst onderzoeken naar doelmatigheid, onderzoeken derhalve naar de uitvoering van beleid en het beheer van middelen. Door het opnemen van een dubbele raadstermijn wordt er zorg voor gedragen dat alle onderdelen van de gemeente ‘aan de beurt’ komen.

In het tweede lid gaat het om onderzoeken naar de doeltreffendheid, oftewel onderzoek op basis van het in de programma’s of paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Het onderzoek kan zich ook richten op het oneigenlijk gebruik van de ter beschikking gestelde gemeentegelden.

Toelichting Artikel 3

Het derde artikel geeft nadere aanwijzingen voor de opzet van de beoogde onderzoeken. Het onderzoeksplan wordt ter kennisname aangeboden aan de raad, en de raad kan het ter bespreking agenderen, maar het wordt door het college vastgesteld. Bij de start van elk onderzoek moet aan de hand van het onderzoeksplan een Plan van Aanpak worden gemaakt.

Het tweede lid geeft aan welke elementen het onderzoeksplan dient te bevatten. (a) Een afbakening van het te onderzoeken, welke organisatieonderdelen of welke beleidsvelden worden onderzocht. (b) Hoever gaat het onderzoek, bijvoorbeeld welk tijdvak of welke instellingen waarvoor de gemeente bestuurlijk verantwoordelijk worden onderzocht. (c) Welke methodiek wordt gebruikt, benchmarking o.i.d. (d) Hoelang zal het onderzoek gaan duren, al dan niet gefaseerd. Geeft ook mogelijk inzicht in het kostenaspect. Zie ook lid 2 onder f en het derde lid. (e) Wie gaat het uitvoeren. Indien dat volledig intern is, eventueel met ondersteuning van derden, moet zoveel mogelijk de onafhankelijkheid van de analyse worden gewaarborgd. (f) Inzichtelijk moet worden gemaakt welk beslag het onderzoek legt op de begroting.

Toelichting Artikel 4

Aangezien de bedrijfsvoeringparagraaf de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering inzichtelijk maak, past het goed om in deze paragaaf ook te rapporteren over de stand van zaken omtrent de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Dit sluit ook aan bij artikel 20 van de vastgestelde Verordening ex artikel 212 Gemeentewet.

Toelichting Artikel 5

Nadat de onderzoeken zijn afgerond dient erover te worden gerapporteerd. Indien aangewezen zal de rapportage leiden tot voorstellen ter verbetering. Aangezien bedrijfsvoering een collegebevoegdheid is, zal het college ook de verbetervoorstellen moeten doen en moeten (laten) uitvoeren. Door de ontwikkelende inzichten (leerproces) zullen de rapportages leiden tot een verbetering van de interne bedrijfsvoering. Ingevolge artikel 197 tweede lid Gemeentewet worden de rapporten gevoegd bij de jaarrekening.

Toelichting Artikel 6

Volgens de Gemeentewet moest deze verordening per 7 maart 2003 zijn vastgesteld. Uw raad heeft echter op 20 februari 2003 besloten tot een jaar uitstel. Op praktische gronden is er voor gekozen om eerst per 2005 de interne onderzoeken te laten aanvangen. In dier voege wordt het eerste onderzoeksplan uw raad voor 1 oktober 2004 aangeboden.

Toelichting Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.