Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oegstgeest

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOegstgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011
CiteertitelVerordening precariobelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening precariobelasting 2010 wordt ingetrokken per 1 januari 2011.

De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

15-12-2011

Oegstgeester Courant, 20-12-2011

Onbekend.
25-11-201001-01-2012nieuwe regeling

04-11-2010

Oegstgeester Courant, 24-11-2010

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

gewijzigd bij besluit d.d. 15 december 2010, nr. 117b/10

De raad van de gemeente Oegstgeest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 oktober 2010, nr. 94d/10;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011

(VERORDENING PRECARIOBELASTING 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de verordening

a.

wordt verstaan onder een jaar

: een kalenderjaar;

b.

wordt verstaan onder een kwartaal

: een kalenderkwartaal;

c.

wordt verstaan onder een maand

: een kalendermaand;

d.

wordt verstaan onder een dag

: periode van 24 uur aanvangend om 0.00 uur;

e.

worden gedeelten van de in de tarieventabel genoemde tijds- en andere eenheden voor een gehele eenheid gerekend, met dien verstande dat, indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, het recht zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het heffingstijdvak resteren.

 

Belastingbedragen van minder dan € 5.00 worden niet geheven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieven-tabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins moeten worden gedoogd;

  • b.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • c.

    het gebruik of genot van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond door de gemeente;

  • d.

    voorwerpen of werken, welke - noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak - aan het rijk, de provincie, de gemeente of de waterschappen toebehoren;

  • e.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen, alsmede van halteborden ten dienste van openbare middelen van vervoer;

  • f.

    voorwerpen gebruikt voor activiteiten met een politiek, godsdienstig, levens-beschouwelijk, sociaal, sportief, cultureel, recreatief of media doel, tenzij er sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit;

  • g.

    voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige, niet commerciële buurtactiviteiten;

  • h.

    voorwerpen ten behoeve van de bouw en renovatie van woningen door toegelaten instellingen, als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

  • i.

    voorzieningen aangebracht ten behoeve van mindervaliden tot het toegankelijk maken van een eigendom.

Artikel 5 Heffingsgrondslag en tarief

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Heffingstijdvak

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het heffingstijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn.

In de overige gevallen is het heffingstijdvak het kalenderkwartaal waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontheffing

Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het heffingstijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na de verwijdering resterende volle maanden van het heffingstijdvak, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 9 Tijdstip van verschuldigdheid

De belasting is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een aanvang neemt.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    De aanslag(en) moet(en) worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening precariobelasting 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening met de daarbij behorende tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2011”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 2010.

voorzitter

griffier

T A B E L behorende bij de Precarioverordening 2011

Nummer

Omschrijving

Eenheid

Tarief 2011

 

 

 

 

 

00

Algemeen tarief

 

 

 

00.01

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien

per m2 per jaar

13,63

 

 

 

 

 

10

Bouwmaterialen

 

 

 

10.01

Bouwmaterialen

per m2 per maand

4,39

 

 

 

 

 

20

Voertuigen en containers

 

 

 

20.01

Opleggers, chassis en aanhangwagens

per m2 per maand

8,92

20.02

Caravans, vouwwagens en andere voertuigen

bestemd voor de recreatie

per m2 per maand

22,10

20.03

Containers

per m2 per maand

4,39

 

 

 

 

 

30

Buizen, kabels en leidingen

 

 

 

30.01

Buizen, kabels en (transport)leidingen

per m1 per jaar

2,05

 

 

 

 

 

40

Uitstallen

 

 

 

40.01

Uitstallen van goederen

per m2 per jaar

31,94

40.02

Als onder nummer 40.01

per m2 per maand

4,39

40.03

Als onder nummer 40.01

per m2 per dag

0,54

40.04

Banken, tafeltjes en stoelen of een terras

per m2 per maand

4,39

 

 

 

 

 

50

Automaten

 

 

 

50.01

Automatische weeg-, verkoop of andere toestellen,

over de frontoppervlakte

per ½ m2 per jaar

53,20

 

 

 

 

 

60

Aankondigingen

 

 

 

60.01

Reclame of andere aankondigingen,

zonder kunstverlichting

per m1 per jaar

13,36

60.02

Als onder nummer 60.01

per m1 per maand

1,74

60.03

Reclame of andere aankondigingen,

met kunstverlichting

per ½ m1 per jaar

13,36

 

 

 

 

 

70

Diverse voorwerpen

 

 

 

70.01

Vlaggenmast

per stuk per jaar

21,19

70.02

Funderingen, koekoeken, perrons, vlonders, plankieren,

steigers, leidingviaducten, duikers

per m2 per jaar

10,85

70.03

Luifels, erkers, uitbouwen, overbouwingen en dergelijke

onderdelen van gebouwde eigendommen

per m2 per jaar

8,20

70.04

Markiezen, zonneschermen en windschermen

per m2 per jaar

5,25

Behorende bij raadsbesluit d.d. 4 november 2010, nr. 94d/10.

De griffier van de gemeente Oegstgeest F. Kromhout