Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling klachtbehandeling seksuele intimidatie |
Citeertitel | Regeling klachtbehandeling seksuele intimidatie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 3, tweede en derde lid van de Arbeidsomstandighedenwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-12-1996 | Nieuwe regeling | 03-12-1996 Onbekend | 2000/2611 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze regeling wordt verstaan onder:
seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard waarbij tevens sprake is van een van de volgende punten:
dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren, dan wel heeft tot gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd;
HOOFDSTUK 2 DE VERTROUWENSPERSOON
De vertrouwenspersoon is bij de uitvoering van taken zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid onder a, b en c verplicht alle zaken waarvan in de functie kennis wordt genomen geheim te houden en de anonimiteit van de klager en de beklaagde te waarborgen. Deze verplichting geldt niet tegenover artsen en justitie.
De vertrouwenspersoon informeert bij de uitvoering van de bemiddelende taak zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid onder d, de beklaagde omtrent de ingediende klacht en is met inachtneming van de nodige vertrouwelijkheid bevoegd de beklaagde te horen en bij andere betrokkenen binnen de gemeente informatie in te winnen, voorzover dit voor de uitvoering van deze taak noodzakelijk is. Indien voor een klacht ten onrechte de bemiddeling van de vertrouwenspersoon blijkt te zijn gevraagd, voorzien burgemeester en wethouders in overleg met de beklaagde in een passende rehabilitatie.
In het geval dat de klager een klacht indient bij de klachtencommissie stelt de vertrouwenspersoon gespreksverslagen op die naar de klachtencommissie worden gezonden. Indien klager, beklaagde of andere personen die gehoord zijn deze gespreksverslagen weigeren te ondertekenen, dan wordt daarvan zo mogelijk onder vermelding van de redenen door de vertrouwenspersoon in het verslag melding gemaakt.
HOOFDSTUK 3 DE KLACHTENCOMMISSIE
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een evenwichtige en naar sekse gemengde samenstelling van de klachtencommissie, almede voor de aanwezigheid van voldoende deskundigheid in de klachtencommissie met betrekking tot gespreksvoering en juridische aspecten in relatie tot de problematiek van seksuele intimidatie. Minstens één lid van de commissie dient gemakkelijk toegang tot de organisatie te hebben.
Bij het onderzoek naar de bij haar ingediende klacht worden de klager, de beklaagde en door de klachtencommissie gewenste getuigen gehoord. De klachtencommissie neemt daarbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy van de klager en de beklaagde. Van het horen wordt een verslag gemaakt.
Klager en beklaagde kunnen zich tijdens het horen door raadslieden laten bijstaan. Op verzoek van de klager, de beklaagde of de klachtencommissie kan bij het horen de vertrouwenspersoon aanwezig zijn. Het horen van klager, beklaagde en/of getuigen in elkaars aanwezigheid geschiedt alleen met uitdrukkelijke toestemming van alle partijen.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Klagers, vertrouwenspersonen en leden van de klachtencommissie mogen niet wegens het indienen van een klacht of uit hoofde van hun functie als vertrouwenspersoon of als lid van de klachtencommissie benadeeld worden in de positie binnen de gemeente.
Burgemeester en wethouders bieden de vertrouwenspersonen en de leden van de klachtencommissie de faciliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heerlen van 3 december 1996.
de secretaris, de voorzitter,
ir J. de Lang drs J.B.V.N. Pleumeekers
In de Arbeidsomstandighedenwet is een zorgplicht voor de werkgever neergelegd gericht op het zoveel mogelijk beschermen van de werknemers tegen seksuele intimidatie en de nadelige gevolgen daarvan. Dit betekent dat het beleid enerzijds gericht moet zijn op het voorkomen van seksuele intimidatie en anderzijds indien seksuele intimidatie zich voordoet er adequate procedures ter beschikking staan om seksuele intimidatie te doen stoppen en herhaling ervan te voorkomen. Dit beleid kan bestaan uit voorlichting over onge-wenste omgangsvormen, aanstelling vertrouwenspersonen, adequaat optreden in gevallen van seksuele intimidatie en een klachtenregeling.
De klachtenregeling moet daarbij gezien worden als het sluitstuk van het beleid ter bestrijding van seksuele intimidatie.
Hoewel de bepaling omtrent seksuele intimidatie pas in 1994 in de Arbeidsomstandighedenwet werd opgenomen, kreeg dit onderwerp reeds jaren daarvoor in Heerlen de nodige aandacht. Helaas verslapte deze aandacht na het opheffen in 1992 van de functie van medewerkster positieve actie.
Op 27 juni 1995 gingen burgemeester en wethouders akkoord met de inhoud van een beleidsnota over dit onderwerp en werd besloten een vertrouwenspersoon of -personen aan te stellen en een regeling klachtbehandeling seksuele intimidatie uit te werken. Het georganiseerd overleg ging op 1 november 1995 akkoord.
Inmiddels zijn alle personeelsleden geïnformeerd en werd, vooruitlopend op de aanstelling van vertrouwenspersonen en een formele klachtenregeling, gewezen op de mogelijkheid om over klachten contact op te nemen met de leiding, de bedrijfsarts en/of de personeelsadviseur. Tevens werd meegedeeld dat over alle aangelegenheden die met seksuele intimidatie van doen hebben met de bedrijfsmaatschappelijk werker contact kan worden opgenomen.
De regeling die thans wordt voorgesteld voorziet in een informeel en een formeel traject bij de behandeling van klachten. Door middel van gesprekken of bemiddeling door een vertrouwenspersoon kan vaak in een informeel traject tot een oplossing worden gekomen. Indien op deze wijze geen oplossing wordt bereikt (of de klager geen bemiddeling wenst), kan de klager formeel een klacht indienen bij een klachtencommissie.
De vertrouwenspersoon kan voorts, zoals in de hierboven genoemde beleidsnota is uitgewerkt, naast de informele klachtbehandeling aandacht geven aan voorlichting gericht op het realiseren van een cultuur die een veilige werkomgeving garandeert.
Artikel 1 - Seksuele intimidatie is op dezelfde wijze gedefinieerd als in de Arbeidsomstandighedenwet. Uit de definitie volgt dat er een relatie moet bestaan met het werk. Dit wil echter niet zeggen dat de intimidatie werkelijk op het werk moet plaatsvinden.
Artikel 2 - Eenieder die werkzaam is bij de gemeente Heerlen valt onder het werkingsgebied van deze regeling. Dit betekent dat ook degenen die niet zijn aangesteld al ambtenaar, maar bijvoorbeeld werkzaam zijn als arbeidscontractant, stagiaire en uitzendkracht of werknemer zijn van een contractfirma, gebruik kunnen maken van deze regeling. Dit strookt met de Arbeidsomstandighedenwet waarin wordt gesteld dat de werkgever een beleid moet voeren gericht op de bescherming van de werknemers tegen seksuele intimidatie en de nadelige gevolgen daarvan.
Artikel 3 - De vertrouwenspersoon is het eerste opvang- en aanspreekpunt voor klagers. Samen met de vertrouwenspersoon kan worden bezien of en hoe het probleem moet worden aangepakt. Het staat de klager overigens vrij zich direct tot de klachtencommissie te wenden.
Voor het indienen van een klacht is een termijn gesteld van vier jaar. Deze termijn is opgenomen na afweging van de belangen van klager en beklaagde. Enerzijds wordt de klager een ruime termijn geboden om met de klacht naar buiten te treden, anderzijds wordt voorkomen dat de beklaagde na te lange tijd alsnog beschuldigd wordt.
Met de aan klager en beklaagde voor de duur van de klachtbehandeling opgelegde geheimhoudingsplicht wordt gewaakt voor aantasting van de privacy van de betrokkenen en worden waarborgen geschapen voor een ongestoorde behandeling van de klacht.
Artikel 4 - De cruciale rol van de vertrouwenspersoon maakt het noodzakelijk om, indien de situatie daarom vraagt, meer dan één persoon als zodanig aan te stellen. Ook het benoemen van een externe vertrouwenspersoon kan een zinvolle bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen, waarbij wordt opgemerkt dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is te volstaan met alleen een externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon dient benaderbaar, bereikbaar en onafhankelijk te zijn.
In het geval de vertrouwenspersoon kennis neemt van omstandigheden die een gevaar voor medewerkers kunnen inhouden, wordt deze geacht het uiterste te doen om een klager te bewegen een klacht bij de klachtencommissie in te dienen. Dit om de geheimhoudingsplicht op te heffen en zodoende burgemeester en wethouders in staat te stellen adequate maatregelen te treffen.
Het spreekt voor zich dat het jaarverslag alleen geanonimiseerde gegevens bevat.
Gezien de gewenste onafhankelijke positie van de vertrouwenspersoon, is het niet wenselijk dat deze aan de directe chef verantwoording is verschuldigd. Het verdient aanbeveling om verantwoording af te laten leggen aan een persoon die hoog in de organisatie gepositioneerd is, bij voorkeur de gemeentesecretaris.
Artikel 5 - De vertrouwenspersoon fungeert als procesbegeleider.
De vertrouwenspersoon heeft bij het (op verzoek van klager) zoeken naar een oplossing de mogelijkheid om de klacht bespreekbaar te maken met de dader(s), de directe leiding en/of directeur en medewerkers van de afdeling personeelszaken.
Een passende rehabilitatie is zonder meer aan de orde indien blijkt dat een klacht is ingediend met het oogmerk de beklaagde te beschadigen. Een klacht die ongegrond blijkt te zijn behoort niet per definitie tot deze categorie; desondanks is het mogelijk dat ook in dit geval een bepaalde vorm van rehabilitatie aan de orde is. (Zie ook de overeenkomstige bepaling bij de behandeling door de klachtencommissie: artikel 11 lid 4.)
Artikel 6 - Teneinde de objectiviteit en onafhankelijkheid zoveel mogelijk te waarborgen, mogen de commissieleden geen binding hebben met klager of beklaagde en niet betrokken zijn bij het geval waarover zij moeten oordelen. Ingevolge het vierde lid kunnen zij in dat geval worden vervangen.
Artikel 7 - De klachtencommissie is belast met het onderzoek naar de ingediende klacht. Daartoe dient zij de nodige bevoegdheden te bezitten.
Het spreekt voor zich dat het jaarverslag alleen geanonimiseerde gegevens bevat.
Artikel 8 - Aan het indienen van een klacht worden vormeisen gesteld.
Artikel 9 - De klachtencommissie beoordeelt de ontvankelijkheid van een klacht. Vervolgens worden in ieder geval de beklaagde en de klager gehoord. Van alle verhoren worden verslagen gemaakt.
Artikel 10 - De klachtencommissie rapporteert aan burgemeester en wethouders. In de rapportage wordt altijd geadviseerd of een maatregel of sanctie aan de orde is. Het staat de klachtencommissie vrij om te adviseren over de aard van de gewenste maatregel of sanctie.
Ten aanzien van de regeling van de werkzaamheden van de klachtencommissie zijn diverse bepalingen opgenomen ter bescherming van de privacy van de betrokkenen. Bij de feitelijke inrichting van de werkzaamheden verdient het aanbeveling om een apart postadres (bijvoorbeeld een postbus) te hebben voor de klachtencommissie.
Artikel 11 - Burgemeester en wethouders nemen binnen vier weken na het verstrijken van de termijn waarbinnen klager en beklaagde hun zienswijze over het rapport van de klachtencommissie kunnen kenbaar maken, een beslissing.
Voor de medewerkers die ambtenaar zijn in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaarden- regeling (CAR), dienen bij het opleggen van disciplinaire straffen de bepalingen uit de Uitwerkingsovereenkomst in acht te worden genomen.
Voor alle betrokkenen staan vanzelfsprekend de mogelijkheden van bezwaar en beroep open, die de Algemene Wet Bestuursrecht hun geeft.
Artikel 12 - Geen van de klagers, vertrouwenspersonen en leden van klachtencommissie mag worden benadeeld in zijn/haar positie. Met het opnemen van de bescherming van de klager wordt een verlaging van de drempel om een klacht in te dienen beoogd. Dit laat onverlet dat wanneer burgemeester en wethouders daartoe aanleiding zien, een passende maatregel kan worden getroffen, wanneer blijkt dat de klager ten onrechte een klacht heeft ingediend om een ander te beschadigen of zich anderszins schuldig heeft gemaakt aan grove onzorgvuldigheid. Een dergelijke gedraging wordt aangemerkt als zich schuldig maken aan plichtsverzuim zoals bedoeld in de Uitwerkingsovereenkomst (nadere uitwerking van de arbeidsvoorwaarden) en de betreffende ambtenaar kan deswege disciplinair worden bestraft.
Artikel 13 - Burgemeester en wethouders zorgen voor de nodige voorzieningen. De werkzaamheden van een vertrouwenspersoon en van de leden van de klachtencommissie vinden in principe onder werktijd plaats.
Artikel 14 - Burgemeester en wethouders zorgen voor bekendmaking van de regeling.
De geldende procedure voor wijziging van regelingen wordt in dit geval uitgebreid met het horen van de vertrouwenspersonen en de klachtencommissie over de voorgenomen wijziging.