Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit reglement vervangt het reglement van orde voor de vergaderingen voor de raad van de gemeente Kerkrade van 21 december 1994. De naam van dit reglement is bij de 2e wijziging van 31 maart 2004 gewijzigd, in die zin dat het jaartal in de titel is verwijderd.
Gemeentewet, artikel 16
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2014 | 25-10-2017 | wijziging ivm gebruik mobiele telefoon en tablet | 28-05-2014 nvt | 14Rb027 | |
26-01-2011 | 28-05-2014 | wijziging ivm risico analyse integriteit | 26-01-2011 nvt | 11Rb001 | |
27-03-2002 | 25-10-2017 | nieuwe regeling | 27-03-2002 nvt | 02Rb001 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. voorzitter: de voorzitter van de raad of diens vervanger;
b. griffier: de griffier zoals bedoeld in paragrafen 1 en 3 van Hoofdstuk VII Gemeentewet en zoals nader omschreven in artikel 3 van dit reglement;
c. amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
d. subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;
e. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;
f. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;
g. initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;
h. interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het college of de burgemeester over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda;
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie binnen de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
- één of meerdere leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;
- twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;
- één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
Voor het splitsen dan wel het vormen van nieuwe fracties is geen toestemming vereist van de raad.
b. Met de onder a beschreven veranderende situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Ieder ter vergadering komend lid tekent onmiddellijk na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemd lid begint de hoofdelijke stemming.
De leden, de voorzitter en de griffier alsmede de anderen die deelgenomen hebben aan de beraadslagingen dan wel het woord hebben gevoerd, hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient 48 uur vóór aanvang van de vergadering waarin de notulen worden vastgesteld, bij de griffier te worden ingediend. Bij de vaststelling van de notulen, beslist de raad of met het voorstel tot aanpassing c.q. wijziging zoals hiervoor omschreven, rekening zal worden gehouden.
a. de namen van de voorzitter, de griffier, de ter vergadering aanwezige leden en anderen die het woord hebben gevoerd alsmede de namen van de leden die afwezig waren;
b. een beknopte opgave van de inhoud van alle ingekomen stukken zoals bedoeld in artikel 19 en van de mondelinge mededelingen daaromtrent;
c. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
d. een weergave van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;
e. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die 'voor' of 'tegen' stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;
f. een nauwkeurige omschrijving van de genomen besluiten;
g. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;
h. bij het desbetreffend agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 20 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen dan wel het woord te voeren.
Artikel 24 Handhaving orde; schorsing
Indien een lid, wethouder, secretaris, de griffier of ander persoon die het woord voert, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetreffende lid, de desbetreffende wethouder, secretaris, griffier of ander persoon die het woord voert, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij besluiten en stemmingen
Artikel 27 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen vóórdat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 29a Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- een blanco ingevuld stembriefje;
- een ondertekend stembriefje;
- een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
- een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
Artikel 30 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussen stemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Ieder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 34 Moties die geen betrekking hebben op een op de agenda van de raad opgenomen onderwerp
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 38 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaats-vinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Hoofdstuk 5 Begroting en rekening
Artikel 40 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de begroting alsmede de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad vaststelt.
Artikel 41 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit (bekrachtiging achteraf) volgens een procedure die de raad vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 42 Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld, aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar desbetreffende raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 39, zijn van overeenkomstige toepassing.
Over een voorstel tot ontslag van een door de raad aangewezen lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet beraadslaagd dan nadat in een vergadering ten minste veertien dagen tevoren gehouden, is besloten te verklaren dat de betrokken persoon niet meer het vertrouwen van de raad bezit als lid van het bedoelde bestuur.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 46 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, of artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 27 maart 2002 en nadien gewijzigd d.d. 24 april 2002, 31 maart 2004, 25 oktober 2006, 26 januari 2011 en 28 mei 2014.
De voorzitter van de raad, De griffier,
J.J.M. Som mr. drs. H.J.W. Jacobs-van Dongen
Bijlage Wijze van be-en afhandeling moties
Bijlage bij reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en raadscommissies ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade
Wijze van be- en afhandeling moties
Motie (art. 1 reglement van orde voor de raadsvergadering): korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken.
Het gebeurt met grote regelmaat dat er moties worden ingediend ter behandeling in de raad. Het college heeft besloten niet meer automatisch de moties van advies te voorzien voordat ze in de commissies dan wel raad aan de orde komen. De wijze waarop deze moties dienen te worden voorbereid en afgehandeld geeft dan ook nog veel onduidelijkheden. Onderstaand is de wijze opgenomen waarop de afhandeling van de verschillende moties plaats vindt. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen
I moties van andere gemeenten;
II moties die geen betrekking hebben op een agendapunt van de raad;
III moties die betrekking hebben op een agendapunt van de raad;
I Moties van andere gemeenten De motie wordt door het presidium in een reguliere vergadering ter voorbereiding van de commissies bij de ingekomen stukken geplaatst van de betreffende commissie. Vervolgens zijn de mogelijkheden:
a) De commissie vindt de motie voldoende duidelijk en acht de motie qua onderwerp belangrijk genoeg om op de agenda van de raad te plaatsen
b) De commissie wenst dat het college vragen ter toelichting beantwoordt. Vragen van de commissie worden door de portefeuillehouder in de volgende commissievergadering beantwoord. De commissie beslist of dit schriftelijk kan dan wel mondeling dient te gebeuren. De commissie beslist vervolgens (in de volgende vergadering, waarin de antwoorden worden gegeven) over het al dan niet behandelen van de motie in de raad.
c) De commissie vindt het onderwerp niet belangrijk genoeg en neemt de motie voor kennisgeving aan.
II Moties ingediend door fracties die geen betrekking hebben op een agendapunt van de raad Fracties dienen de motie in bij de voorzitter van de raad met een afschrift aan de griffie en geven aan of deze motie spoedeisend is (dit beslist de indiener dus zelf).
Deze motie wordt direct op de agenda van de raad geplaatst. Indien de motie minimaal 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering is ingediend en de portefeuillehouder door de indiener gewenst is tijdens de raadsvergadering: de portefeuillehouder wordt uitgenodigd (art. 20 RvO) Is de motie minder dan 48 uur voor aanvang van de raad ingediend: de raad dient onderling te debatteren Mogelijkheden:
- de raad verwerpt de motie (Het doorzenden van de motie naar de commissie voor eventuele vragen is gezien het spoedeisend karakter immers niet mogelijk. Hier ligt dus ook de bescherming van het onnodig bestempelen van moties als spoedeisend)
De fractie/het raadslid richt de motie aan de voorzitter van de raad met een afschrift aan de griffie. Deze motie wordt door het presidium in haar reguliere vergadering ter voorbereiding van de commissies op de agenda van de eerstvolgende commissiecyclus geplaatst. Het presidium beslist of het wenselijk is de portefeuillehouder uit te nodigen. De commissie beslist of de motie naar de raad wordt doorgestuurd.
III Moties ingediend door fracties die betrekking hebben op een agendapunt van de raad
De motie wordt bij het betreffende agendapunt behandeld. Bij stemming wordt eerst over het agendapunt gestemd en dan over de motie.
Is de motie minimaal 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering ingediend en is de portefeuillehouder door de indiener bij de vergadering gewenst: de portefeuillehouder wordt uitgenodigd.
Is de motie minder dan 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering ingediend: de raad dient onderling te debatteren tenzij de portefeuillehouder reeds voor dit agendapunt was uitgenodigd.
Mogelijkheden tijdens de raadsvergadering:
- De motie wordt aangehouden en naar de commissie gestuurd voor nader overleg
NB: moties worden door het presidium dan wel (na verzending van de raadsstukken) door de voorzitter op de agenda geplaatst. Het is uiteindelijk de commissie of de raad zelf die de definitieve agenda bepaalt.