Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Reimerswaal |
Citeertitel | Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Reimerswaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | dorpsvernieuwing |
Geen.
Onbekend
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-07-2008 | nieuwe regeling | 31-10-2006 Reimerswaal Informatie | onbekend |
Hoofdstuk 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:a. activiteit: iedere activiteit van een natuurlijk of rechtspersoon en die in het belang is van de dorpsvernieuwing en gelegen in het gebied van de bebouwde kom van voor 1971;b. beeldbepalend pand; panden die niet als monument zijn beschermd maar die naar oordeel van het gemeentebestuur een kenmerkend onderdeel vormen van een beschermd stads- of dorpsgezicht krachtens artikel 20 van de monumentenwet of een op grond van artikel 3 aangewezen gebied; c. woningen met een matige tot slechte kwaliteit: hetgeen hieronder verstaan wordt in het rapport: De kwaliteit van de Nederlandse woning en woonomgeving rond de millenniumwisseling, met als ondertitel: Basisrapportage Kwalitatieve Woningregistratie 2000;d. subsidiabele kosten: de door burgemeester en wethouders vast te stellen direct met de activiteit waarvoor geldelijke steun wordt verleend samenhangende kosten;e. gemeentelijk monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de monumentenverordening;f. pand: een gemeentelijk monument als bedoeld onder e of een beeldbepalend pand als bedoeld onder b.; g. stadsvernieuwing: hetgeen hieronder in de wet wordt verstaan;h. stadsvernieuwingsgebied: een door de gemeenteraad aangewezen gebied waarop deze verordening van toepassing is:i. wet: Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.j. woning: een zelfstandige woonruimte, bestemd en te gebruiken voor permanente bewoning.
Hoofdstuk 2 VERBETERING VAN DOOR DE EIGENAAR BEWOONDE WONINGEN
Het belang van de geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen aan de door de eigenaar bewoonde woning is gelegen in het opheffen van bouwtechnische gebreken aan het casco van woningen met een matige tot slechte kwaliteit.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder eigenaar-bewoner mede verstaan: a. vereniging van eigenaren;b. opstallen; c. erfpachter;d. gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en die op grond het uitsluitend gebruik heeft van een aan die coöperatie toebehorende woning;e. de toekomstige eigenaar
Geldelijke steun wordt niet verleend indien:a. de woning jonger is dan 40 jaar;b. de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen lager zal zijn dan 1,3 m2K/W;c. de te treffen voorzieningen uitsluitend of overwegend bestaan uit isolatiemaatregelen;d. de woning waaraan voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken of een andere bestemming zal krijgen op basis van een ge-meentelijk plan.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste lid, onder b, genoemde eis indien:a. de gevel niet geschikt is voor het daaraan aanbrengen van spouwmuurisolatie; ofb. het dak niet geschikt is voor het aanbrengen van isolatie tussen de dakbedekking en het dakbeschot; ofc. de desbetreffende woning een gemeentelijk monument is in de zin van deze verordening en voor het treffen van de in het vorige lid bedoelde maatregelen geen vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 wordt verleend (Stb.638);d. beeldbepalende panden of gemeentelijke monumenten esthetisch worden aangetast door deze voorziening.
Burgemeester en wethouders kunnen geldelijke steun verlenen indien aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:a. de subsidiabele kosten bedragen ten minste € 3.500,-- en ten hoogste € 34.033,52.b. de gebruiksoppervlakte van de woning bedraagt na het treffen van de voorzienin¬gen ten hoogste 125 m2 volgens de NEN 2580, mits hiermee niet in conflict wordt gekomen met het uitgangspunt van het leefbaar houden van de kleine kernen.c. de woning voldoet na het treffen van de voorzieningen aan het Bouwbesluit, deel bestaande woningen;d. de kosten van de voorzieningen staan in redelijk verhouding tot het te bereiken kwaliteitsni-veau en de waarde van de woning;
Burgemeester en wethouders kunnen geldelijke steun verlenen indien:a. de activiteit in het belang van de dorpsvernieuwing is;b. de activiteit op een sobere en doelmatige wijze uitgevoerd wordt;c. de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen zijn verleend;d. niet reeds met de werkzaamheden een begin is gemaakt zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van gegevens over het doel waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd en een begroting van de kosten zoals is aangegeven op een door de gemeente te verstrekken aanvraagformulier.
Burgemeester en wethouders verlenen geldelijke steun onder voorwaarde dat:a. zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet wordt afgeweken van het plan;b. niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958;c. binnen een termijn van een half jaar na het besluit tot verlenen van de geldelijke steun met de werkzaamheden wordt begonnen;d. uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de geldelijke steun de subsidieaanvrager aan burgemeester en wethouders meldt dat de bedoelde werkzaamheden gereed gemeld zijn.
De aanvraag om geldelijke steun wordt niet in behandeling genomen indien;a. de activiteit waarvoor geldelijke steun wordt gevraagd niet plaatsvindt in een gebied als bedoeld in artikel 4, lid 1, en/of niet is aangewezen als een bijzondere activiteit, als bedoeld in artikel 4, lid 3;b. in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde activiteit geldelijke steun is verleend.
Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen de termijn volgens artikel 15, lid d, meldt de subsidie-aanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.
De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerde overzicht van de werkelijk gemaakte kosten zoals aangegeven op een door de gemeente te verstrekken formulier. Tevens wordt op het formulier verklaard dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de geldelijke steun is verleend.
Indien de werkelijke kosten lager zijn dan de geraamde, bedraagt de geldelijke steun 50% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten tot het maximum van artikel 10, lid 3.
Indien meer dan de 25% van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van anderen en zonder dat bij die hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, wordt het in artikel 12, lid a, genoemde bedrag met 55% van de met de in zelfwerkzaamheid te verrichten kosten verminderd. De maximale subsidie, genoemd in artikel 10, lid 3, zal ook worden verminderd met 55%.
Indien geldelijke steun wordt toegekend, kan aan de aanvrager in daartoe aanleiding gevende gevallen een voorschot worden verstrekt. Het voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de bijdrage.
Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot verlening of tot vaststelling van geldelijke steun geheel of gedeeltelijk intrekken indien:a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;b. een bijdrage op grond van deze verordening is verleend of vastgesteld op grond van gegevens en gebleken is dat deze zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
Indien geldelijke steun verleend of vastgesteld is en gebleken dat de gegevens op grond waarvan de beschikking werd genomen onjuist waren terwijl de subsidieaanvrager wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onjuist waren, kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot verlening of tot vaststelling van de geldelijke steun intrekken en kunnen zij een reeds betaalde bijdrage geheel of gedeeltelijk met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen.