| Organisatie | Capelle aan den IJssel |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel Warenmarkt Capelle aan den IJssel 2009 |
| Citeertitel | Beleidsregel Warenmarkt Capelle aan den IJssel 2009 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
De beleidsregel Warenmarkt Capelle aan den IJssel 2009 vervangt de beleidsregel met betrekking tot 'de inrichting van de markten, een ordelijk verloop van de markten en de branche-indeling van de markt op het Stadsplein' van 8 november 2005.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-04-2009 | 22-09-2011 | nieuwe regeling | 10-03-2009 IJsselpost, 8 april 2009 | Besluitenlijst B&W vergadering 10 maart 2009 | |
| 01-04-2009 | 22-09-2011 | nieuwe regeling | 10-03-2009 IJsselpost, 8 april 2009 | Besluitenlijst B&W vergadering 10 maart 2009 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht;
en gelet op haar bevoegdheid om op grond van artikel 1.2 en 1.4 van de Marktverordening 2006 van de gemeente Capelle aan den IJssel, vastgesteld op 19 december 2005, nadere regels te stellen;
Artikel 1 Plaats- en tijdsbepaling van de te houden markten
1.De markten vinden plaats op:
a donderdag van 9.00 tot 16.00 uur op het Stadsplein;
b zaterdag van 8.30 tot 13.00 uur op het Pier Panderplein;
Het college kan in het geval dat minder dan 25% van de marktkooplieden aangeeft aanwezig te zullen zijn, indien het voornemen bestaat de markt, op grond van lid 3, 4 of 5 van dit artikel te verplaatsen of op een andere dag dan wel tijdstip te houden, besluiten de markt die dag geen doorgaan te laten vinden.
Artikel 2. Aantal standplaatsen op het Stadsplein
Het aantal standplaatsen bedoeld in artikel 1.2 van de Marktverordening te bepalen op 61.
Artikel 3. Aantal kramen op het Stadsplein
Het maximum aantal kramen op basis van de standaardmaat van 4 meter te bepalen op 116.
Artikel 4. Percentage eigen materiaal
Te bepalen, dat binnen de totale frontlengte van kramen op de markt op het Stadsplein (464 meter) voor het innemen van een plaats met eigen materiaal ruimte is tot 50 procent van de totale kraamlengte, derhalve 232 meter. Op het Pier Panderplein kan uitsluitend gebruik gemaakt worden van eigen materiaal.
Vervanging op basis van artikel 3.4 van de marktverordening kan slechts na goedkeuring van het unithoofd Handhaving en Vergunningen, op advies van de marktmeester.
Artikel 6. Indeling van de weekmarkt
1.De indeling van de weekmarkt in het centrum wordt vastgesteld conform bijgaande tekening van
6 maart 2005, met inbegrip van de later door de Marktcommissie goedgekeurde wijzigingen;
Indien de markt op een andere dag wordt gehouden dan de dag zoals bepaald in artikel 1 van deze beleidsregel heeft de marktmeester de bevoegdheid vergunninghouders een zodanige plaats aan te wijzen dat er een aaneengesloten markt ontstaat. Toewijzing van de plaats geschiedt op basis van tijdstip van aankomst op het marktterrein.
Alleen indien het vanuit verkooptechnische redenen noodzakelijk is, zulks ter beoordeling van de marktmeester, mag het voertuig (of voertuigen), waarmee de waren worden aangevoerd, achter de kraam worden geparkeerd. De overige voertuigen dienen op een reguliere parkeerplaats buiten de blauwe zone te worden geparkeerd.
Artikel 8. Ontheffing tijdstip innemen standplaats
Een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 lid 2 kan worden verkregen, indien men aan kan tonen dat men meer tijd nodig heeft voor de aanvoer en uitstalling van de goederen, dan wel dat de aan de koopman toegewezen standplaats anders niet meer te bereiken is doordat collega-vergunninghouders de doorgang belemmeren. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk te worden ingediend bij de marktmeester.
Na afloop van de markt dient het marktterrein schoon te worden opgeleverd. Alle afval dient door de vergunninghouders te worden opgeruimd, te worden meegenomen of (tegen betaling) te worden aangeboden aan een daartoe aangewezen afvalinzamelaar.
Het is niet toegestaan een kraam of standwerkerplaats in te richten voor godsdienstige, politieke of andere propaganda.
Bijlage 1: Brancheverdeling op het Stadsplein
Artikelgewijze toelichting op beleidsregels inzake de opstelling en indeling van de markt op het Stadsplein
Deze artikelen regelen de plaats, de dag, de tijdstippen en de omvang van de markten op het Stadsplein en het Pier Panderplein.
In dit artikel wordt de maximale verhouding van het ‘eigen materiaal’ versus het aantal marktkramen geregeld. Tot op heden mocht niet meer dan 25% van het totaal aantal standplaatsen bezet worden met eigen materiaal.
Vanuit milieuhygiënische en gemaksredenen wordt echter steeds meer gebruik gemaakt van het verkopen van waren vanuit verkoopwagens. Deze trend houdt verband met een efficiëntere bedrijfsvoering, eisen die de Warenwet stelt in verband met hygiëne in relatie tot voedingsmiddelen en de zwaarte van het beroep van marktkoopman. Deze ontwikkeling willen we niet tegengaan, maar wel beteugelen. Om het karakter van een warenmarkt te behouden dient minimaal de helft van het aantal verkooppunten te bestaan uit marktkramen.
Om een aantrekkelijke markt te garanderen krijgen de marktmeesters met behulp van deze beleidsregels de bevoegdheid om de markt zodanig in te delen dat er aaneengesloten rijen met marktkramen en/of marktwagens ontstaan op het moment dat –om wat voor reden dan ook- de opkomst van de vergunninghouders minder dan 90% is van het toegelaten aantal. Artikel 6.1 voorziet in een vaste plek op de markt bij een (nagenoeg) normale opkomst van het aantal marktkooplui. Artikelen 6.2 en 6.3 geven de marktmeester de bevoegdheid om aaneengesloten rijen marktkramen en verkoopwagens te krijgen, indien de opkomst van vergunninghouders, standwerkers en zogenaamde meelopers minder dan 90% van het maximaal toegestane aantal bedraagt.
Om een ordelijke opstelling van de markt te bewerkstelligen wordt in dit artikel bepaald dat de voertuigen waarmee de waren worden aangevoerd, dan wel de voertuigen waarmee de vergunninghouders naar de markt komen, niet op het marktterrein mogen worden geparkeerd, tenzij dit voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is. Nadat de waren zijn aangevoerd en uitgestald, dient deze auto op een reguliere parkeerplaats (zoals achter het gemeentehuis) te worden geparkeerd.
In aanvulling op artikel 1van deze beleidsregel en artikel 3.6 van de Marktverordening 2006, waarin de tijdstippen staan vermeld waartussen de markten gehouden mogen worden en de tijden zijn bepaald met betrekking tot de aan- en afvoer van goederen, wordt in dit artikel nader omschreven hoe en wanneer ontheffing kan worden verleend van het moment dat goederen op de markt mogen worden aangevoerd (zie de Marktverordening, artikel 3.6, lid 2).
Omdat de Marktverordening hierin niet voorziet, wordt in dit artikel bepaald dat het door de vergunninghouders veroorzaakte afval door hen of in opdracht van hen dient te worden verwijderd.
Het tegen betaling aanbieden is alleen van toepassing op de markt op het Stadsplein
Tot op heden is het beleid dat op de warenmarkt geen ruimte in gebruik wordt gegeven voor andere zaken dan het aan de man brengen van koopwaar en er dus geen kramen voor evangelisatie, politieke partijen of actiegroepen mogen worden ingericht.
In artikel 11 wordt de branchering op de markt vastgesteld. In de bijlage wordt de specificatie weergegeven van de toegestane branchering in aantallen vergunninghouders en aantallen kramen per artikelensoort.
Deze regels zijn besproken in de vergadering van de marktcommissie op 16 februari 2009. De leden van de marktcommissie hebben met deze nadere regels ingestemd.