Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2011, 1e wijziging |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelasting 2011, 1e wijziging |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 214 parkeren |
671A
De datum van ingang van de heffing is 15 oktober 2011
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-10-2011 | 01-01-2012 | 1e wijziging, art. 1.4 en 1.5 worden vervangen door nieuwe 1.4, 1.5.1 en 1.5.2 | 04-10-2011 Gemeenteblad 2011-34a | 2011 11.19855 | |
23-12-2010 | 26-10-2011 | nieuwe regeling | 14-12-2010 Gemeenteblad 2010-55b | 2010 10.54362 |
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2011 (VERORDENING PARKEERBELASTING 2011), 1e wijziging
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren:het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting wordt niet geheven van degene die een gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig heeft geplaatst. Hierbij is van belang dat degene op wiens naam de gehandicapten parkeerkaart is uitgeschreven in het voertuig aanwezig is. Deze vrijstelling geldt niet voor parkeergarages.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
* De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
* De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarvoor de belasting wordt geheven.
Artikel 7 Heffing naar tijdsgelang
Indien voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die parkeervergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien een vergunninghouder parkeerbelasting heeft voldaan voor een parkeervergunning over een tijdvak van langer dan één kalendermaand en aannemelijk is, dat als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, andere dan die bedoeld in het eerste lid, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet van de parkeervergunning gebruik heeft kunnen maken, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.
Artikel 8 Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, dan wel door middel van het werpen van geld in parkeerapparatuur en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren, dan wel bij wege van nota en moet worden betaald na afloop van het parkeren danwel terstond na aanbieding van de nota. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven. Het college van burgemeester en wethouders geeft omtrent een en ander nadere regels.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.
Artikel 10 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling
Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
14 Inwerkingtreding en citeertitel
De " Verordening Parkeerbelastingen 2010, 1e wijziging vastgesteld door de raad d.d. 26 jan 2010" wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening parkeerbelastingen 2011 geen rechtskracht krijgt.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad. Alsmede wordt in een huis-aan-huisblad meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.
Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2010 te Hoorn
Hoofdstuk 3 Bedrijfsvergunningen
Hoofdstuk 5 Toeristenvergunning
Hoofdstuk 6 Functionele vergunning
Hoofdstuk 7 Werknemersvergunning
Hoofdstuk 9 Vergunningparkeren op parkeerapparatuurplaats