Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Standplaatsenverordening gemeente Heerlen 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenverordening gemeente Heerlen 2006
CiteertitelStandplaatsenverordening gemeente Heerlen 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 der Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-03-200610-03-2010Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Standplaatsverordening 1995)

07-02-2006

Onbekend

2006/2177

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenverordening gemeente Heerlen 2006

 

 

 

Artikel 1 Begripsomscrhijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    anciënniteitlijst: de lijst van standplaatshouders van een vaste standplaats

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • c.

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring van beiden;

  • d.

    standplaats: een in de open lucht en op of direct aan de openbare weg ruimte of plaats, door het college aangewezen waar in de uitoefening van handel goederen te koop worden aangeboden dan wel diensten worden aangeboden met een maximum oppervlakte van 24 vierkante meter

  • e.

    standplaatshouder: degene aan wie door het college een standplaats is toegewezen.

  • f.

    - vaste standplaats: standplaats die voor de duur van een kalenderjaar wordt toegewezen, de standplaatshouder neemt gedurende vaste dagen of uren standplaats in.

    • -

      tijdelijke standplaats: standplaats die voor ten hoogste 3 maanden wordt toegewezen.

  • g.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden die in aanmerking willen komen voor een vaste standplaats

  • h.

    weg: datgene wat daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Waar in deze verordening hierna wordt gesproken over "standplaats(en)" dienen zowel te worden verstaan vaste als tijdelijke, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

Artikel 2 Aanwijzing standplaatsen

  • 1.

    Het college wijst, aan de hand van de feitelijke invulling van het gestelde in lid 2 en 3, na advisering door de marktadviescommissie, jaarlijks een maximum aantal uit te geven standplaatsen voor de gemeente of voor gedeelten van de gemeente aan en stelt de locaties daarvan vast. Bij de vaststelling van dit maximum neemt het college een doelmatige brancheverdeling in acht en wordt rekening gehouden met het bepaalde in het Beleidsplan Ambulante Handel (raadsbesluit d.d. 03 oktober 2000)

  • 2.

    Geen standplaats wordt aangewezen:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving van de standplaats;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of veiligheid;

    • e.

      indien er strijd bestaat met een geldend bestemmingsplan;

    • f.

      in het belang van een doelmatig beheer van de openbare ruimte

    • g.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het aanwijzen van de standplaats een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

    • h.

      indien de bezetting daarvan uitgaat boven het conform lid 1vastgestelde maximum;

  • 3.

    Het college wijst de standplaatsen toe voor een bepaalde tijdsduur (uren, één dag of meerdere

    dagen per week).

Het college kan, indien dringende omstandigheden daartoe aanleiding geven, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere standplaats toewijzen.

Artikel 3 Bescherming marktvorm

Tijdens de dagen/uren waarop de gemeentelijke warenmarkt en de levensmiddelen en bloemenmarkt wordt gehouden, worden binnen een straal van 100 meter vanaf het marktterrein geen standplaatsen toegewezen voor de verkoop van goederen of waren die op die markten worden verkocht.

Artikel 4 Voorkoming verkapte marktvorm

Binnen een straal van 100 meter worden niet meer dan 5 standplaatsen, die (gedeeltelijk) gelijktijdig kunnen worden bezet, toegewezen, dit met uitzondering van de standplaatsen welke zijn gesitueerd op de Bongerd.

Artikel 5 Toewijzing van standplaatsen

  • 1.

    Aanvragen alsook vervolgaanvragen voor toewijzing van een standplaats moeten tenminste zes weken voordat men deze plaats wenst in te nemen, worden ingediend. De vergunning kan worden geweigerd indien de (vervolg)aanvraag niet tijdig wordt ingediend.

  • 2.

    Bij de jaarlijkse toewijzing van de vaste standplaatsen komen allereerst in aanmerking de houders van een vaste standplaats zulks in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst. Daarna komen in aanmerking degenen die op de wachtlijst staan ingeschreven, zulks in volgorde van inschrijving op deze lijst.

  • 3.

    Bij de toewijzing van tijdelijke standplaatsen komen allereerst in aanmerking degenen die in voorafgaande jaren vergunning hebben gehad voor het innemen van die standplaats.

  • 4.

    Standplaatshouders die een achterstand hebben in de betaling van de in artikel 26 bedoelde standplaatsrechten komen niet in aanmerking voor de toewijzing van een standplaats.

Artikel 6 Standplaatsvergunning

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college standplaats op of aan de openbare weg of een van daaraf voor het publiek onmiddellijk bereikbare plaats standplaats in te nemen met een voertuig, kraam, tafel of andersoortige verkoopinrichtingen of anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden.

  • 2.

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen.

3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

lsdan geldt ook het in het tweede lid gestelde verbod niet.

  • 4.

    De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op plaats die is aangewezen voor het houden van een door de gemeente ingestelde markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt, voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1. A.P.V. of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4. A.P.V.

  • 5.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet Milieubeheer, de Woningwet, Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken of de Wegenverordening Provincie Limburg van toepassing is.

  • 6.

    Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een activiteit betreft die valt onder Wet Milieubeheer, tot de dag waarop de beslissing over deze aanvraag is genomen.

Artikel 7 Vergunning

  • 1.

    Van de toewijzing van een standplaats wordt door het college aan de standplaatshouder een schriftelijk bewijs afgegeven, vermeldende:

    • a.

      naam en voornamen, geboortedatum, en adres van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen van de standplaats;

    • c.

      een omschrijving van afmetingen, vorm en uiterlijk van de verkoopinrichting;

    • d.

      de branche, artikelen, goederen of waren welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden aangeboden;

    • e.

      de dag of dagen, het tijdvak en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.

  • 2.

    Eenieder die een standplaats inneemt dient zich op eerste verzoek van of namens het bevoegde gezag te legitimeren door middel van een geldig identiteitsbewijs en het in lid 1 genoemde vergunningbewijs te tonen.

Artikel 8 Vereisten voor de standplaatshouder

Om voor een standplaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager, die een natuurlijk persoon dient te zijn, aantoont:

  • a.

    handelingsbekwaam te zijn;

  • b.

    dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;

Artrikel 9 Inschrijving anciënniteitlijst

Standplaatshouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een lijst ingeschreven.

Deze inschrijving wordt doorgehaald, indien de vergunning van een houder van een vaste plaats wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inschrijving wachtlijst

  • 1.

    Gegadigden voor een vaste plaats, die voldoen aan de in artikel 8 genoemde vereisten worden in volgorde van aanmelding ingeschreven op een doorlopend te nummeren lijst. Deze inschrijving is geldig voor een periode van 1 jaar.

  • 2.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

  • 3.

    Inschrijving op de wachtlijst en verlenging daarvan kan slechts geschieden na voldoening van legeskosten, zoals bepaald in de “Tarieventabel Legesverordening”.

Artikel 11 Doorhaling op de wachtlijst

  • 1.

    De inschrijving op de in artikel 10 bedoelde lijst wordt doorgehaald:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene

    • b.

      bij overlijden van de ingeschrevene

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen gesteld in artikel 8

    • d.

      indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 01 januari heeft verlengd

    • e.

      wanneer aan de ingeschrevene een vaste standplaats wordt toegewezen

  • 2.

    indien de ingeschrevene voor en vaste standplaats in aanmerking komt, doch zonder geldige redenen weigert te aanvaarden, wordt de ingeschrevene van de lijst afgevoerd.

Artikel 12 vrijgekomen standplaats

Het college kan besluiten een vrijgekomen standplaats niet meer uit te geven of uit te geven voor de verkoop van andere artikelen dan waarvoor de standplaats eerder was uitgegeven.

Artikel 13 Intrekking standplaatsvergunning

  • 1.

    Het recht op een standplaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de standplaatshouder;

    • b.

      bij overlijden van de standplaatshouder;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, gesteld in artikel 8;

Artikel 14 Overschrijving standplaatsvergunning

  • 1.

    Indien de vergunninghouder:

    • a.

      overlijdt

    • b.

      blijvend arbeidsongeschikt wordt

    • c.

      zich geheel of gedeeltelijk uit de ambulante handel terugtrekt wordt op schriftelijk verzoek de vergunning voor de vaste standplaats overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder of degene die minstens 3 jaar mede-eigenaar is van het betreffende bedrijf, mits deze voldoen aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

  • 2.

    indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor de vaste plaats krijgen indien hij ten minste 3 jaar de vergunninghouder op de standplaats heeft bijgestaan en gedurende deze periode ingeschreven staat op de wachtlijst en voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

  • 3.

    een aanvraag tot overschrijving als bedoeld in lid 1 en 2 wordt ingediend binnen 2 maanden na het overlijden, na de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid of na de terugtrekking uit de ambulante handel.

Artikel 15 Persoonlijk bezetten van de standplaats

  • 1.

    Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk worden ingenomen en mag derhalve niet aan een ander afgestaan of in gebruik worden gegeven.

  • 2.

    De houder van een standplaats mag zich doen bijstaan.

  • 3.

    Van de verplichting van het eerste lid kan het college aan standplaatshouders, op (schriftelijke) aanvraag, tijdelijk ontheffing worden verlenen wegens vakantie, wegens ziekte of om bijzondere redenen.

Artikel 16 Feitelijk innemen van de standplaats

  • 1.

    De houder van de standplaats is gehouden om deze standplaats op de toegewezen dagen/daggedeeltes ook daadwerkelijk te bezetten.

  • 2.

    Door het college kunnen tijden worden aangewezen waarbinnen de vergunninghouderstandplaats moet innemen. Dit in verband met de controle op de laad- en lostijden enhet conform artikel 18, lid 3 tijdig verwijderen van voertuigen/voorwerpen waarmee geen standplaats wordt ingenomen.

  • 3.

    De houder van een standplaats, die wegens ziekte verhinderd is zijn standplaats te bezetten, dient het college daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 4.

    De schriftelijke mededeling moet tijdig voor de dag waarop de standplaats bezet moet worden, worden ingezonden.Bij plotselinge verhindering moet het college mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 5.

    Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens ziekte, dient van deze reden van verhindering iedere twaalf weken een geneeskundige verklaring te worden overgelegd aan het college.

6. De houder van een vaste standplaats die wegens vakantie de standplaats niet kan bezetten, moet daarvan tijdig, onder opgave van de duur van de vakantie, schriftelijk mededeling doen aan het college.

7.De regeling inzake de verplichting tot het feitelijk innemen van de toegewezen standplaats teneinde de verkregen rechten op de vaste standplaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogste 6 weken buiten werking, als de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het onder lid 5 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

Artikel 17 Verplaatsbare verkoopgelegenheden/dagelijks ontruimen standplaats

  • 1.

    Een standplaatshouder mag een standplaats uitsluitend innemen met een verplaatsbare kraam en dergelijke of een verrijdbaar voertuig/verkoopwagen.

  • 2.

    Aan de te plaatsen kraam/het te plaatsen voertuig kunnen voorschriften en beperkingen met betrekking tot het uiterlijk, de afmetingen en de inrichting worden verbonden.

  • 3.

    De standplaatshouder is verplicht de verkoopgelegenheid binnen een het college te bepalen termijn aan te passen aan door hen te stellen eisen van uiterlijk en constructie.

  • 4.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan 1 uur voordat met de verkoop mag worden begonnen.

De standplaats moet dagelijks worden ontruimd, uiterlijk 1 uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd

Artikel 18 Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

  • 1.

    op de standplaats andere artikelen dan waarvan de verkoop is toegestaan invoorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.Dit verbod geldt niet voor het openbaren van gedachten of gevoelens als bedoeld in artikel 7, leden 1 en 3, van de Grondwet, tenzij dit openbaar maken geschiedt op een wijze waardoor de openbare orde verstoord wordt of dreigt te worden of die in strijd is met de openbare zedelijkheid.

  • 2.

    Meer ruimte, een andere plaats of met een andere verkoopinrichting standplaats in te nemen dan in de vergunning is vermeld.

  • 3.

    Om de voertuigen/voorwerpen waarmee geen standplaats wordt ingenomen langer dan 1 uur na het innemen van de standplaats te laten staan.

Artikel 19 Schoonhouden standplaats en omgeving

De standplaatshouder is verplicht zorg te dragen dat:

  • 1.

    de standplaats steeds een verzorgd aanzien biedt;

  • 2.

    etensresten en de van de door hem in voorraad gehouden of verkochte goederen of afkomstige afvallen en verpakkingsmaterialen, welke zich op de weg bevinden binnen een afstand van 50 meter van de standplaats, tijdens het innemen van de standplaats en uiterlijk een half uur na de beëindiging van de verkoop worden opgeruimd.

Artikel 20 Kramen met eet- en drinkwaren

  • 1.

    Standplaatshouders, wie het is toegestaan op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ten genoegen van het college.

  • 2.

    Voor zover zij daarbij gebruik maken van vet in vaste of vloeibare vorm of olie, dienen zij de onderliggende bestrating voldoende te beschermen tegen vervuiling, een en ander te beoordeling van de toezichthouders.

  • 3.

    Zij dienen de te verkopen waren uitsluitend te bereiden, te verpakken en te vervoeren volgens de wettelijk voorgeschreven richtlijnen

Artikel 21 Algemene milieu- en veiligheidsvoorschriften

Aan de standplaatsvergunningen worden de voorschriften verbonden uit de bij deze verordening horende “Hinder-, milieu- en veiligheidsvoorschriften voor de ambulante handel”.

Artikel 22 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Overtreding van het bij en of krachtens deze verordening kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.

Artikel 23 Wijzigen en intrekken van standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college kan een standplaatsvergunning al dan niet voorwaardelijk wijzigen of intrekken, dan wel telkens voor ten hoogste 4 dagen schorsen indien:

    • a.

      de rechthebbende de in deze verordening opgenomen bepalingen overtreedt;

    • b.

      van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

    • c.

      de rechthebbende zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • d.

      voor de uitvoering van werken en andere gewichtige redenen;

    • e.

      indien de standplaatshouder zijn standplaats niet inneemt gedurende de in de vergunning genoemde uren, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 15 en 16.

    • f.

      indien de rechthebbende niet of niet tijdig de standplaatsrechten voldoet.

  • 2.

    De standplaatshouder kan wegens het zich voordoen van de onder lid 1 genoemde omstandigheden gelast worden zijn standplaats onmiddellijk te ontruimen en zich van de locatie te verwijderen.

  • 3.

    Het college kan een toewijzing van een standplaats wijzigen of intrekken indien de bezetting van de standplaats leidt tot een in artikel 2, lid 2 genoemde omstandigheid.

  • 4.

    Bij de toepassing van de sancties wordt uitgegaan van de “Richtlijnen sanctiebeleid in het kader van de Marktverordening en het Reglement warenmarkten”.

Artikel 24 Vervallen aanwijzing

  • 1.

    Een aanwijzing als tijdelijke standplaats vervalt tegelijk met het aflopen van de termijn waarvoor de vergunning voor een tijdelijke standplaats uitgegeven is.

  • 2.

    Het college kan een aanwijzing als standplaats intrekken:

    • a.

      bij tijdelijke standplaatsen wanneer de standplaatshouder te kennen geeft niet langer gebruik te willen maken van de standplaats, of tegelijk met het door het college gebruik maken van de bevoegdheid op grond van artikel 23;

    • b.

      bij vaste standplaatsen: tegelijk met het vervallen van de vergunning op de in artikel 13 genoemde gronden of tegelijk met het wijzigen of intrekken van de standplaats op de in artikel 23 genoemde gronden.

Artikel 25 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen. De Algemene wet bestuursrecht is hierop van toepassing.

Artikel 26 Standplaatsrechten

De standplaatsrechten, die voordat de standplaats wordt ingenomen betaald moeten worden, zijn gebaseerd op de tarieven van de Marktgeldverordening voor de weekmarkten in Heerlen-Centrum. Het college is bevoegd om in de tarieven van de standplaatsvergunningen een differentiatie per stadsdeel te hanteren

Artikel 27 Wanbetaling

Ieder, die wegens wanbetaling het recht op een vaste plaats heeft verloren en mitsdien van de anciënniteitlijst verwijderd is, wordt niet opnieuw als gegadigde voor een standplaats op de wachtlijst ingeschreven zolang de verschuldigde standplaatsrechten niet zijn voldaan.

Artikel 28 T Toezichthouders/opsporingsambtenaren

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de marktbeheerders belast.

De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten worden, behalve aan de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, opgedragen aan het college, alsmede door het college aangewezen ambtenaren van de gemeente Heerlen, van de Keuringsdienst van Waren en de gemeentelijke Brandweer.

Artikel 29 Intrekking oude regeling

De standplaatsverordening, vastgesteld op 7 februari 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de standplaats-verordening vastgesteld op 07 februari 1995 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de standplaatsverordening vastgesteld op 07 februari 1995, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die, waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Standplaatsenverordening gemeente Heerlen 2006".

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 7 februari 2006.

griffier, voorzitter