Afdeling III Parkeervergunningen
Artikel 4 Vergunningverlening en soorten vergunningen
- 1.
Indien en zolang het maximum aantal vergunningen in een rayon niet is overschreden en onverminderd hetgeen bepaald in besluiten zoals bedoeld in artikel 2 en 3 van deze verordening en in afdeling IV van deze verordening kan het college op aanvraag de volgende vergunningen verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen:
- a.
- b.
- c.
een werknemersvergunning;
- d.
een algemene parkeervergunning;
- e.
- f.
- g.
Artikel 5 Bewonersvergunning
1.Een bewonersvergunning kan worden verleend aan degene die
- a.
eigenaar of houder is van een motorvoertuig; en
- b.
blijkens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens van de gemeente Zeist bewoner is van een zelfstandige woning op een adres gelegen in het rayon waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd.
Artikel 6 Bedrijfsvergunning
1.Een bedrijfsvergunning kan worden verleend aan een bedrijf of instelling welke
- a.
is ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht e.o. dan wel aantoonbaar als bedrijf of instelling kan worden aangemerkt; en
- b.
aantoonbaar is gevestigd in het rayon waarvoor de parkeervergunning wordt aangevraagd.
Artikel 7 Werknemersvergunning
1.Een werknemersvergunning ten behoeve van een werknemer kan worden verleend aan een bedrijf of instelling die voldoet aan de vereisten in artikel 6 van deze verordening, indien de werknemer:
- a.
eigenaar of houder is van het motorvoertuig; en
- b.
aantoonbaar daadwerkelijk werkzaam is in het bedrijf of de instelling welke is gevestigd in het vergunninggebied.
Artikel 8 Algemene parkeervergunning
- 1.
Een algemene parkeervergunning kan worden verleend voor alle rayons voor het parkeren op
- a.
belanghebbendenplaatsen; of
- b.
parkeerapparatuurplaatsen; of
- c.
belanghebbenden- en parkeerapparatuurplaatsen.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan een algemene parkeervergunning worden verleend aan:
- a.
een bedrijf of instelling c.q. aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die werkzaam is als ondernemer of zelfstandig beroepsbeoefenaar, dat/die aantoont dat het in het belang van de beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is een motorvoertuig op die plaats of plaatsen en/of rayons te parkeren;
- b.
andere personen in bijzondere omstandigheden.
Artikel 9 Deelautovergunning
- 2.
Het college kan in het vergunninggebied belanghebbendenplaatsen aanwijzen bestemd voor deelauto’s (zgn. deelautoplaatsen), op aanvraag van een deelautobedrijf. Een deelautoplaats wordt aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV en voorzien van een onderbord met ten minste de tekst “deelauto”.
- 3.
Een deelautovergunning kan worden verleend aan een deelautobedrijf onder voorwaarde dat
- a.
het kenteken van het motorvoertuig waarvoor vergunning wordt aangevraagd op naam staat van dat deelautobedrijf; en
- b.
het bedrijf een deelautoplaats is toegekend in het vergunninggebied.
- 4.
Het college kan nadere regels stellen inzake de aan een deelautobedrijf te stellen voorwaarden.
Artikel 10 Kraskaart
- 1.
Een kraskaart kan worden verleend aan
- a.
degene die blijkens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens van de gemeente Zeist bewoner is van een zelfstandige woning op een adres gelegen in het rayon waarvoor de kraskaart wordt aangevraagd;
- b.
een bedrijf of instelling welke is ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht e.o. dan wel aantoonbaar als bedrijf of instelling kan worden aangemerkt en aantoonbaar is gevestigd in het rayon waarvoor de kraskaart wordt aangevraagd.
- 2.
Een kraskaart mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen van bezoekers aan bewoners, voor zover het bezoeken met sociaal karakter betreft en aan bedrijven, voor zover het een bedrijfsmatig karakter betreft met uitzondering van winkelend publiek.
Artikel 11 Overloopvergunning
- 1.
Een overloopvergunning kan worden verleend aan een aanvrager van een bewoners- of bedrijfsvergunning die op de in artikel 14 bedoelde wachtlijst is geplaatst.
- 2.
De overloopvergunning is een tijdelijke bewoners- of een bedrijfsvergunning voor een rayon waarin de bewoner of het bedrijf/ instelling niet woont / is gevestigd.
- 3.
Het in artikel 5 lid 2 en artikel 6 lid 2 bepaalde maximaal aantal uit te geven parkeervergunningen geldt ook voor – en met inbegrip van – de overloopvergunningen.
- 4.
De overloopvergunning vervalt na afloop van het kalenderjaar waarvoor deze is verleend.
Artikel 12 Samenloop
- 1.
Als de aanvrager van een vergunning voor een eerste motorvoertuig zowel in aanmerking kan komen voor een eerste bewonersvergunning als een eerste bedrijfsvergunning wordt uitsluitend één eerste vergunning verleend. Dit is naar keuze van de aanvrager een bewonersvergunning of bedrijfsvergunning.
- 2.
Als de aanvrager van een vergunning voor een tweede motorvoertuig zowel in aanmerking kan komen voor een tweede bewonersvergunning als een tweede bedrijfsvergunning wordt uitsluitend één tweede vergunning verleend. Dit is naar keuze van de aanvrager een bewonersvergunning of bedrijfsvergunning.
Afdeling IV Verlenen, intrekken, wijzigen, geldigheid van vergunningen
Artikel 13 Verlenen van vergunningen
- 1.
Binnen 8 weken na ontvangst van een volledig ingevulde en van de benodigde bijlagen voorziene aanvraag voor een vergunning wordt beslist op de aanvraag.
- 2.
De in het eerste lid genoemde termijn kan worden verlengd met ten hoogste met 8 weken. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
- 3.
Aanvragen van eerste bewonersvergunningen als bedoeld in artikel 5 en eerste bedrijfsvergunningen als bedoeld in artikel 6 worden altijd gehonoreerd mits wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
- 4.
Aanvragen voor deelautovergunningen als bedoeld in artikel 9 worden altijd gehonoreerd mits wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.
- 5.
De geldigheid van de in artikel 4, onder a tot en met e en g, bedoelde parkeervergunningen wordt steeds verlengd voor een periode van één jaar, zolang is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening en de verschuldigde parkeerbelasting tijdig is voldaan.
Artikel 14 Wachtlijst
- 1.
Indien een aanvraag niet kan worden gehonoreerd in verband met het bereiken van het maximum aantal te verlenen vergunningen in het betreffende rayon kan de aanvrager op verzoek:
- a.
op een wachtlijst worden geplaatst en
- b.
een overloopvergunning worden verstrekt.
- 2.
De vergunningaanvraag wordt van de wachtlijst verwijderd indien:
- a.
de aanvrager daarom verzoekt;
- b.
de aanvrager de gevraagde vergunning in het eigen rayon wordt verleend;
- c.
niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de aangevraagde parkeervergunning gesteld bij of krachtens deze verordening.
- d.
blijkt dat bij de aanvraag om de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens niet tot mogelijkheid van plaatsing op de wachtlijst zou hebben geleid.
Artikel 15 Weigeringsgronden
- 1.
Een vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening.
- a.
Een vergunning wordt geweigerd indien en voor zover de aanvrager kan beschikken over een of meerdere eigen parkeerplaatsen.
- 2.
Een vergunning wordt tevens geweigerd indien het maximum aantal vergunningen voor het betreffende rayon is verleend.
- 3.
In afwijking van het voorgaande lid geldt het bereiken van het maximum aantal vergunningen voor het betreffende rayon niet als weigeringsgrond indien
- a.
het een aanvraag betreft om een bewoners- of bedrijfsvergunning voor een eerste motorvoertuig;
- b.
het een aanvraag betreft om een bewonersvergunning en de aanvrager in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag houder was van een bewonersvergunning voor hetzelfde adres én deze vergunning op verzoek liet intrekken omdat hij aantoonbaar gebruik was gaan maken van een deelautobedrijf.
Artikel 16 Plaats van geldigheid van vergunningen
- 1.
Een bewoners-, bedrijfs-, of werknemersvergunning is uitsluitend geldig voor het rayon waarvoor deze is verleend.
- 2.
Een algemene parkeervergunning verleend voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen is geldig voor alle rayons met uitzondering van de rayons I, K en L
- 3.
Een algemene parkeervergunning verleend voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen of alleen parkeerapparatuurplaatsen is geldig in alle rayons met uitzondering van rayon L.
- 4.
Een deelautovergunning is alleen geldig op de daartoe aangewezen deelautoplaats.
- 5.
Een kraskaart is geldig voor de door het college aangewezen rayons.
Artikel 17 Geldigheidsduur van vergunningen
- 1.
Een bewoners-, bedrijfs-, werknemers-, deelauto- of overloopvergunning wordt voor de periode van maximaal één kalenderjaar verleend, met ingang van de dag na verlening tot uiterlijk één januari van het volgende jaar.
- 2.
Een algemene parkeervergunning kan worden verleend voor:
- a.
- b.
- c.
- d.
- 3.
Een kraskaart is geldig tot en met 31 januari volgend op het jaar waarin de kaart is aangeschaft.
- 4.
Eenmaal aangeschafte kraskaarten kunnen niet meer worden geretourneerd.
Artikel 18 Voorschriften voor gebruik en geldigheid van vergunningen
- 1.
Aan een parkeervergunning worden – voor zover van toepassing - in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
- a.
Een parkeervergunning is alleen geldig voor het parkeren met een motorvoertuig waarvan het kenteken is geregistreerd als zijnde het kenteken waaronder de vergunning is verleend;
- b.
Een parkeervergunning is alleen geldig als het kenteken dat is vermeld op de vergunning overeenkomt met het kenteken van het geparkeerde motorvoertuig;
- c.
Tijdens het parkeren moet de parkeervergunning van aanvang aan in het motorvoertuig aanwezig zijn en met de zijde waarop het kenteken staat vermeld naar boven, op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit zijn geplaatst (tenzij de vergunning elektronisch is verleend);
- d.
Tijdens het parkeren moet op de kraskaart de parkeertijd - conform de gebruiksaanwijzing – zijn aangegeven en moet de kaart duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig zijn geplaatst (tenzij de kraskaart elektronisch is verleend).
- e.
Als één of meer van genoemde voorschriften niet wordt nageleefd, wordt dit voor de uitvoering van deze verordening beschouwd als parkeren zonder vergunning.
- 2.
Een parkeervergunning geldt voor het parkeren met een motorvoertuig op één belanghebbenden- of parkeerapparatuurplaats.
Artikel 19 Inhoud van vergunningen
Een vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
de periode waarvoor de vergunning geldt;
- b.
het gebied waarvoor de vergunning geldt;
- c.
het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.
Artikel 20 Doorgeven wijzigingen
- 1.
Een vergunninghouder is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant is voor de geldigheid van een vergunning, onmiddellijk schriftelijk aan het college kenbaar te maken. Het betreft in ieder geval:
- a.
wijziging van het kenteken van het voertuig;
- b.
adreswijziging van vergunninghouder;
- c.
wijziging van (bedrijfs)naam;
- d.
wijziging van aantal werknemers.
- 2.
Een aanvrager van een parkeervergunning is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant is voor het beoordelen van de aanvraag onmiddellijk schriftelijk aan het college kenbaar te maken.
Artikel 21 Intrekken, wijzigen of niet verlengen van vergunningen
- 1.
Het college kan een vergunning intrekken, wijzigen of niet verlengen:
- a.
op verzoek van de vergunninghouder;
- b.
wanneer de vergunninghouder het rayon, waarvoor de vergunning is verleend, (blijkens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens) voor bewoning verlaat of daar geen beroep of bedrijf meer uitoefent;
- c.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
- d.
wanneer voor het betreffende rayon het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
- e.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
- f.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van onjuiste gegevens niet tot verstrekking van de vergunning zou hebben geleid;
- g.
wanneer de vergunninghouder niet (tijdig) heeft voldaan aan zijn betalingsverplichting;
- h.
wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;
- i.
om redenen van openbaar belang.
- 2.
De overloopvergunning wordt tevens ingetrokken wanneer de aangevraagde bewoners- of bedrijfsvergunning wordt verstrekt.
- 3.
Een besluit tot intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of het wijzigen van de vergunning schriftelijk op de hoogte gesteld.
- 4.
Indien een parkeervergunning is ingetrokken op grond van lid 1 sub a, e, f, g of h, wordt een aanvraag voor een parkeervergunning door dezelfde (voormalige) vergunninghouder pas behandeld na afloop van de periode waarvoor de ingetrokken vergunning was verleend.
Afdeling VII Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 25 Toezicht
- 1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de ambtenaren die krachtens het Wetboek van strafvordering zijn belast met de opsporing van strafbare feiten;
- 2.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn voorts belast de door het college aangewezen personen.
Artikel 26 Hardheidsclausule
Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar haar oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), ten gunste van de aanvrager af te wijken.
Artikel 27 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
- 1.
Deze verordening wordt aangehaald als: 'Parkeerverordening Zeist 2011 '.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.
- 3.
Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening Zeist 2007, met dien verstande dat
- a.
alle vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening Zeist 2007 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening, mits wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;
- b.
deze van toepassing blijft op kraskaarten aangekocht voor 31 december 2010 met een geldigheidsduur tot 31 januari 2011.
- 4.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor een vergunning op grond van de vervallen Parkeerverordening 2007 is ingediend en vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepalingen van de onderhavige verordening toegepast.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2010.
De raad voornoemd,
mr. J. Janssen, griffier drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitttr