Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement inzake procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Noordoostpolder |
Citeertitel | Reglement inzake procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Noordoostpolder |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | Nieuwe regeling | 16-12-2010 Gemeenteblad, 106; Flevopost, 22-12-2010 | 2010-18854 |
De raad van de Gemeente Noordoostpolder;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010 no. 18854-1;
gezien het advies van de raadscommissie Samenlevingszaken;
gezien het gevoerde op overeenstemming gerichte overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagorganen op 15 september 2010;
gelet op artikel 102, lid 5 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100, lid 5 van de Wet op de expertisecentra, artikel 76m, lid 5 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
overwegende dat het noodzakelijk is om een procedure vast te stellen voor het overleg tussen het college van burgemeester en wethouders en schoolbesturen over de lokale onderwijshuisvesting
Reglement inzake procedure overleg huisvesting onderwijs gemeente Noordoostpolder
In dit Reglement wordt verstaan onder:
bevoegd gezag: het bestuur van een volgens de Wet op het Primair Onderwijs, de Interimwet op het Speciaal Onderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs en de Wet op het Voortgezet Onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, voor speciaal onderwijs/voor voortgezet speciaal onderwijs/voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs/voor algemeen voortgezet onderwijs/voor voorbereidend beroepsonderwijs, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente;
bestuurlijk overleg: het op overeenstemming gerichte overleg tussen het college en de bevoegde gezagsorganen als bedoeld in artikel 102, vijfde lid, van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 100, vijfde lid, van de Wet op de Expertisecentra en voortgezet speciaal onderwijs en artikel 76m, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
verordening voorzieningen huisvesting onderwijs: de vast te stellen of te wijzigen Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs als bedoeld in artikel 76, eerste lid, van de Wet op het basisonderwijs, artikel 84, eerste lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en artikel 76m, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Alvorens het college een voorstel aan de raad doet over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, wordt de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie als bedoeld in artikel 4, toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen.
Het bestuurlijk overleg kan worden voorafgegaan door een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen en het college. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover wel en waarover geen overeenstemming is bereikt.
Artikel 6. Advies Onderwijsraad.
Indien een of meer vertegenwoordigers in het bestuurlijk overleg een advies van de Onderwijsraad wensen over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs in relatie tot de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting, dan wordt dit tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers kenbaar gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.
Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door het college toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over de vaststelling of wijziging van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs zoals dat aan de orde is geweest in het bestuurlijk overleg als bedoeld in het eerste en tweede lid, dan worden de bevoegde gezagsorganen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader bestuurlijk overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Het college geeft dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.
Artikel 7. Verslaglegging; informeren raad.
Het college zendt het concept van het verslag ter commentaar toe aan de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg. De bevoegde gezagsorganen die niet hebben deelgenomen aan het bestuurlijk overleg ontvangen het concept van het verslag ter kennisneming. Binnen één week na de dag waarop het concept van het eindverslag is toegezonden, maken de bevoegde gezagsorganen die deel hebben genomen aan het bestuurlijk overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Vervolgens stelt het college, met inachtneming van de opmerkingen, het verslag definitief vast.
Het college brengt het verslag gelijktijdig met het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs ter kennis van de gemeenteraad. Voor zover door het college is afgeweken van de in het bestuurlijk overleg naar voren gebrachte zienswijzen, zoals weergegeven in het vastgestelde verslag, wordt hiervan in het voorstel aan de raad melding gemaakt. Daarbij worden de redenen voor het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen vermeld.
Artikel 8. Heropening overleg.
Indien uit het advies van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs met de daarbij behorende stukken als bedoeld in artikel 7, vierde lid, blijkt dat een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht kan worden een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel op een of meer onderdelen inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het bestuurlijk overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Het bestuurlijk overleg wordt in ieder geval heropend indien het oordeel als bedoeld in de eerste volzin betrekking heeft op inhoudelijke onderdelen van het voorstel waarover in het bestuurlijk overleg overeenstemming was bereikt.
Indien het college beslist het bestuurlijk overleg te heropenen dan roept het de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een besluit neemt over het voorstel tot vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. In het overleg worden de vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven op het in het eerste lid genoemde oordeel. Het college informeert de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 7. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn besluitvorming over de vaststelling of wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
Artikel 9. Beslissing college in gevallen waarin het Reglement niet voorziet.
In gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het college gehoord de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen in het bestuurlijk overleg.