Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2011
CiteertitelVerordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpwerk en inkomen klantenparticipatie klantgroepenoverleg klantenpanels
Externe bijlageBijlage A Samenstelling Klantgroepenoverleg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 47; Wet investeren in jongeren, artikel 12, lid 1 aanhef en onder d

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Onbekend

01-12-2010

Gemeenteblad 2011/001

Raadsvoorstelnummer 158/2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2011

De raad van de gemeente Nijmegen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2010

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12 lid 1 aanhef en onder d van de Wet investeren in jongeren,

overwegende dat de gemeente verplicht is bij verordening regels te stellen ten aanzien van de wijze waarop belanghebbenden worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten;

Besluit:

vast te stellen de

VERORDENING KLANTENPARTICIPATIE WERK EN INKOMEN 2011

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    Belanghebbende: de persoon behorend tot de doelgroep als bedoeld in artikel 7 eerste lid WWB; de jongere als bedoeld in artikel 2 eerste lid van de WIJ, alsmede de persoon als bedoeld in artikel 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz).

HOOFDSTUK 2 VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN HET COLLEGE

Artikel 2 Klantenparticipatie

  • 1

    Met klantenparticipatie beoogt het college inzicht te krijgen in de belangen, wensen en behoeften van belanghebbenden die een beroep doen op ondersteuning op het terrein van Werk en Inkomen en de expertise van belanghebbenden en specifieke belangengroepen te benutten bij de ontwikkeling van beleid en de uitvoering daarvan.

  • 2

    Het college zet daarvoor twee instrumenten in: een Klantgroepenoverleg en klantenpanels.

HOOFDSTUK 3 HET KLANTGROEPENOVERLEG

Artikel 3 Samenstelling klantgroepenoverleg

  • 1

    Het college stelt een Klantgroepenoverleg in, dat tot taak heeft het College gevraagd en ongevraagd van advies te dienen over beleid en uitvoering in het kader van de WWB, de WIJ en aanverwante regelingen.,

  • 2

    Het college streeft naar een zodanige samenstelling van het overleg, dat een redelijke afspiegeling van de belanghebbenden wordt gegarandeerd.

  • 3

    Het overleg bestaat uit vertegenwoordigers van organisaties die zich inzetten voor de belangen van belanghebbenden en uit vertegenwoordigers van organisaties die gezien hun werkzaamheden een goed zicht hebben op de wensen en behoeften van belanghebbenden.

  • 4

    De betrokken organisaties wijzen een vertegenwoordiger alsmede een plaatsvervanger aan.

  • 5

    Per organisatie neemt slechts één vertegenwoordiger deel aan het overleg. De voorzitter kan in voorkomende gevallen afwijken van deze bepaling.

  • 6

    De organisaties als bedoeld in lid 3 die vertegenwoordigd zijn in het overleg, zijn vermeld in bijlage A.

  • 7

    Het college is bevoegd de samenstelling te wijzigen, gehoord het Klantgroepenoverleg.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1

    Het college benoemt, gehoord de vertegenwoordigers van de in Bijlage A genoemde organisaties, een onafhankelijk voorzitter wiens taak bestaat uit het uitschrijven van de vergadering, het voorbereiden en vaststellen van de agenda, het voorzitten van het overleg, en het bewaken van de uitvoering van toezeggingen door of namens het College gedaan.

  • 2

    De voorzitter is niet afkomstig van een van de vertegenwoordigde organisaties.

  • 3

    De voorzitter wordt benoemd voor een periode gelijk aan de vier jarige beleidscyclus die het college voor zijn beleidsplannen hanteert. Deze termijn kan éénmaal voor dezelfde periode worden verlengd.

  • 4

    De voorzitter krijgt jaarlijks de beschikking over een werkbudget van € 5000, - ten behoeve van communicatie, onderzoek, deskundigheidsbevordering en onkosten.

  • 5

    De voorzitter ontvangt een vergoeding voor zijn werkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten conform de Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden 1996.

HOOFDSTUK 4 TAKEN , BEVOEGDHEDEN EN WERKWIJZE KLANTGROEPENOVERLEG

Artikel 5 Verplichting college aan klantgroepenoverleg

  • 1.

    Het college verplicht zich het Klantgroepenoverleg te betrekken bij de ontwikkeling van beleid en uitvoering, door:

    • a.

      vooraf om advies te vragen inzake algemene beleidsvisies, college- en raadsvoorstellen en verordeningen die betrekking hebben op de in artikel 3 lid 1 genoemde regelgeving;

    • b.

      te informeren inzake het uiteindelijk besluit van de aan het Klantgroepenoverleg ter advisering voorgelegde (vraag)stukken;

    • c.

      te informeren inzake relevante wijzigingen van wet en/of landelijk geldende uitvoeringsregels.

  • 2.

    Indien er zwaarwegende redenen zijn kan het college afwijken van de in het eerste lid onder a genoemde verplichting. Het college is gehouden achteraf te motiveren waarom gebruik is gemaakt van deze afwijkingsbevoegdheid.

  • 3.

    Het college verplicht zich om de adviezen te betrekken bij de besluitvorming en maakt kenbaar op welke wijze de adviezen zijn betrokken bij die besluitvorming.

Artikel 6 Frequentie klantgroepenoverleg

Het Klantgroepenoverleg komt minimaal 6 maal per jaar bijeen.

Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    Ambtenaren van de Directie Inwoners wonen als regel de overlegvergadering bij. De voorzitter is bevoegd vertegenwoordigers van andere afdelingen, alsmede derden uit te nodigen.

    De Directie Inwoners draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening, ten minste inhoudende dat tien werkdagen vóór de datum van het overleg de voor het overleg benodigde informatie beschikbaar is.

  • 2.

    Secretariaat en verslaglegging worden verzorgd door de Directie Inwoners.

  • 3.

    Verzoeken om advies dienen tijdig, tenminste tien dagen voor de datum van de vergadering, in bezit te zijn van de voorzitter.

HOOFDSTUK 5 KLANTENPANELS

Artikel 8 Klantenpanel

  • 1.

    Onder verantwoordelijkheid van het college worden jaarlijks één of meerdere klantenpanels georganiseerd. De onderwerpen van de panels kunnen betrekking hebben op beleidsvoorbereiding, beleidsevaluaties en uitvoering.

  • 2.

    Een klantenpanel is een overleg met, een aantal, daartoe uitgenodigde belanghebbenden over een specifiek onderwerp. Het overleg kan tot doel hebben inzicht te krijgen in de wensen en behoeften, beleving van en ervaringen met de uitvoering van wet en beleid, en opvattingen over voorgenomen wijzigingen.

  • 3.

    De voorzitter van het Klantgroepenoverleg treedt tevens op als voorzitter van klantenpanels. De uitkomsten van de klantenpanels worden betrokken bij de ontwikkeling van beleid en uitvoering.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2011”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 met ingang van welke datum de “Verordening Klantenparticipatie Werk en Inkomen 2004", gepubliceerd onder nummer GB05-004 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 december 2010.

de voorzitter, mr. Th.C. de Graaf

de raadsgriffier, drs. M.M.V. Mientjes