Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amstelveen

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmstelveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008
CiteertitelVerordening precariobelasting 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2007, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-200901-01-20122e wijziging: tarieventabel

11-11-2009

Gemeenteblad, Officiële bekendmakingen, 2009, week 50, blz. 3

09-07
22-11-20081e wijziging: tarieventabel

05-11-2008

Amstelveens Weekblad d.d. 19-11-2008

08-09
01-01-2008Nieuwe regeling

01-11-2007

Amstelveens Weekblad d.d. 28-11-2007

07-13

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2008

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende dan wel een in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • d.

    waterleidingbuizen, gasbuizen, buizen voor stadsverwarming alsmede kabels in verband met de elektriciteitsvoorziening;

  • e.

    leidingen, behorende tot een gemeenschappelijke of centrale antenne-inrichting;

  • f.

    afvoerbuizen van hemelwater, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,20 meter buiten de gevel uitsteken, alsmede buizen in de grond tot lozing van fecaliën, hemel- en huishoudwater;

  • g.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en andere overeenkomstige instellingen;

  • h.

    niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek;

  • i.

    brievenbussen en telefooncellen;

  • j.

    deuren welke krachtens wettelijk voorschrift naar buiten moeten openslaan;

  • k.

    voorwerpen, welke uitsluitend voorzien in een algemeen belang dan wel worden gebezigd voor weldadige doeleinden welke niet worden geëxploiteerd tegen betaling;

  • l.

    voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;

  • m.

    bloemen- en plantenbakken;

  • n.

    voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden, tot het toegankelijk maken van een eigendom;

  • o.

    een vlaggenstok, uitsluitend ten behoeve van het vlaggen op erkende feestdagen, alsmede een daartoe aangebrachte vlaggenstokhouder;

  • p.

    voorzieningen aan of in de onmiddellijke nabijheid van percelen, bestaande uit rolluiken, alarminstallaties, televisiecamera’s, lampen en dergelijke, die uitsluitend ten behoeve van de veiligheid zijn aangebracht;

  • q.

    voorwerpen niet tot reclame dienende, behorende en uitsluitend dienende tot woondoeleinden.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    De Verordening kent, indien van toepassing, een tariefsdifferentiatie voor het gebied A en het gebied B. De afbakening van de gebieden is aangegeven op de bij de Verordening gevoegde plattegrond.

Artikel 6 Tariefstoepassing

  • 1.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan, met dien verstande, dat ook de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 7, eerste lid is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3.

    Ingeval het bedrag van de verschuldigde belasting eerst kan worden vastgesteld na afloop van het heffingstijdvak kan indien het naar verwachting verschuldigde bedrag daartoe aanleiding geeft een voorlopige aanslag worden opgelegd.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 6.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslag moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van artikel 10, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoelt in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening precariobelasting 2007” van 13 december 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2008”.

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 01 november 2007.

TARIEVENTABEL 2010 BEHORENDE BIJ DE “VERORDENING PRECARIOBELASTING 2008”

 

 

 

 

 

 

H-1

Voor het hebben van een tank met de daarbij behorende leidingen:

 

 

1.indien deze verkoopdoeleinden dient, per jaar

 

 

2.indien deze geenverkoopdoeleinden dient, per jaar

 

 

 

 

H-2

Voor het hebben van niet tot reclame dienende borden, lantaarns of andere soorgelijke voorwerpen

 

 

per jaar, of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

H-3

Voor het hebben van tot reclame dienende borden, uithangtekens, lantaarns, lichtbakken, lichtreclames of andere

 

 

1.Indien het voorwerp een oppervlakte heeft van minder dan 2 m2, per m2 of een gedeelte daarvan gemeten over de langste zijde soortgelijke voorwerpen, per jaar

27,50

 

2.indien het voorwerp een oppervlakte heeft van meer dan 2 m2, per m2

27,50

 

 

 

H-4

Voor het hebben van neonbuizen of dergelijke lichtapparaten, per jaar

 

 

1.indien de totale lengte niet meer bedraagt dan 2,5 meter

 

 

2.verhoogd met voor elke meter boven de 2,5 meter

 

 

 

 

H-5

Voor het hebben van zonneschermen of markiezen per stuk, per jaar

 

 

 

 

H-6

Voor het hebben van luifels, erkers, balkons en andere uitbouwen, brandladders en dergelijke onderdelen, per jaar

 

 

per m2 of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

H-7

Voor het hebben van luifels, erkers, balkons en andere uitbouwen, brandladders en dergelijke onderdelen, voorzien van reclame of andere aankondiging, per jaar

 

 

per m2 of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

H-8

Voor het hebben van terrassen, per jaar

 

 

1.in gebied A

 

 

a.tot 10m2

 

 

b.Meer dan 10m2, per m2 of een gedeelte daarvan

 

 

2.in gebied B

 

 

a.tot 10m2

 

 

b.Meer dan 10m2, per m2 of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

H-9

Voor het hebben van een container of Big Bag op de grond of op het water, voorzover daarvoor niet moet worden betaald ingevolge een andere verordening per week of een gedeelte daarvan

 

 

1.tot 10 m2

 

 

2.elke volgende 10 m2 of een gedeelte daarvan

 

 

 

 

H-10

Voor het gebruiken van gemeentegrond voor het hebben van voorwerpen ten behoeve van het organiseren van een evenement

 

 

per 10 m2 of een gedeelte daarvan, per dag

 

 

 

 

H-11

Voor het hebben van winkelwagenstandplaatsen

 

 

per vierkante meter, of een gedeelte daarvan, per jaar

27,50