Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied
CiteertitelAlgemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpondergrondse infrastructuur aanleg instandhouding opruiming kabels leidingen in openbare gronden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 1; Telecommunicatiewet, artikel 5.4, lid 4; Gemeentewet, artikelen 149, 154 en 156

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2010Onbekend

15-12-2010

Gemeenteblad 2010/114

Raadsvoorstelnummer 168/2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

De raad van de gemeente Nijmegen,

gelezen het voorstel van het college van 16 november 2010 nummer 10.0012993;

Gelet op artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de

Telecommunicatiewet en de artikelen 149, 154 en 156 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    college : college van burgemeester en wethouders;

  • b)

    elektronisch communicatienetwerk : elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder e, van de Telecommunicatiewet;

  • c)

    openbaar elektronisch communicatienetwerk : elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

  • d)

    niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk : een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voorzover dit niet aan het publiek geschiedt;

  • e)

    openbare elektronische communicatiedienst : elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, onder f, van de Telecommunicatiewet;

  • f)

    kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • g)

    niet-openbare kabels : kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • h)

    openbare gronden : openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet en openbare wegen als genoemd in artikel 1.1 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Nijmegen;

  • i)

    netwerkaanbieder : aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

  • j)

    aanvrager : netwerkaanbieder, als genoemd in artikel 1, onder i, van de verordening;

  • k)

    werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

  • l)

    gedoogplichtige : degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • m)

    instemmingsbesluit : besluit van het college op een aanvraag op basis van deze verordening, met een instemmingsbesluit op basis van deze verordening wordt gelijk gesteld een vergunning verleend op basis van artikel 2.1.5.1 en 2.1.5.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • n)

    aansluiting : het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;

  • o)

    netwerkaansluitpunt : het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;

  • p)

    werken : een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • q)

    leidingen : ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

  • r)

    nutsvoorzieningen : voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de levering en afvoer van bijvoorbeeld energie, water en warmte;

  • s)

    verordening : Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, houden, onderhouden, exploiteren en verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden.

Artikel 3

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 2 Het aanvragen en verlenen van een instemmingsbesluit

Artikel 4
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit kabels en / of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen of te houden, te onderhouden of te exploiteren.

  • 2.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit bestaande kabels en / of leidingen te wijzigen of te verplaatsen.

  • 3.

    Voor het realiseren van incidentele (huis-) aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, is geen instemmingsbesluit van het college noodzakelijk. Deze werkzaamheden dienen vijf werkdagen voor de uitvoering digitaal te worden gemeld via een centraal meldpunt.

  • 4.

    Bij storingen, waarvoor uitstel van het verhelpen van de storing niet mogelijk is en de storing buiten de normale werktijden plaatsvindt, dient de melding bij het college achteraf, doch uiterlijk binnen een werkdag te worden gedaan. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5
  • 1.

    Een instemmingsbesluit wordt door het college op aanvraag van de netwerkaanbieder verleend, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 3.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a)

      naam, email, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

    • b)

      een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;

    • c)

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • i.

        een opgave van het gewenste tracé;

      • ii.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede de situering daarvan;

      • iii.

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • iv.

        de door snede van de kabel en kabelgoot;

      • v.

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • vi.

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • vii.

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • viii.

        naam, email, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4.

    De werkzaamheden dienen vijf werkdagen voor de uitvoering digitaal te worden gemeld via een centraal meldpunt.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt.

Artikel 6
  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4 lid 1 sub a Telecommunicatiewet.

  • 2.

    De termijn bedoeld in het eerste lid kan met acht weken worden verlengd. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn met twaalf weken worden verlengd.

  • 3.

    Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan voor afloop van de termijnen zoals genoemd in lid 1, een schriftelijke bevestiging met motivering toekomen aan de aanvrager.

  • 4.

    Bij werkzaamheden waarbij meerdere gedoogplichtigen betrokken zijn dient de aanvrager een vooroverleg te organiseren waarvoor alle betrokkenen worden uitgenodigd. Het college wordt schriftelijk in kennis gesteld van de afspraken gemaakt in dit overleg.

  • 5.

    De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

Artikel 7
  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden onder andere in het belang van:

    • a)

      de openbare orde;

    • b)

      het waarborgen van de veiligheid van burgers;

    • c)

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • d)

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e)

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f)

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g)

      archeologische bevindingen;

    • h)

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • i)

      de verkeersveiligheid en / of een goede doorstroming van het verkeer;

    • j)

      evenementen.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen.

  • 3.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit een zekerheidsstelling verbinden voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 4.

    Het college kan met inachtneming van het eerste lid bepalen dat de realisatie van werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 5.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform door het college vast te stellen regels.

Artikel 8

Het college kan het instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, indien:

  • a)

    de leidingexploitant niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit de werkzaamheden als omschreven in het besluit is begonnen tenzij het instemmingsbesluit reeds is vervallen op basis van artikel 13 lid 2 van de verordening;

  • b)

    de leidingexploitant de exploitatie en het onderhoud van de leiding gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden staakt dan wel de leiding anderszins gedurende een periode van ten minste zes maanden niet in gebruik is en niet onderhouden is;

  • c)

    blijkt dat het instemmingsbesluit op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

  • d)

    het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

  • e)

    de leidingexploitant het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet naleeft;

  • f)

    na het nemen van het instemmingsbesluit naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de het besluit niet kan worden tegemoetgekomen;

  • g)

    dit noodzakelijk is vanwege de uitvoering van werken.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 9
  • 1.

    Indien de kabel of leiding wordt overgedragen aan een nieuwe netwerkaanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 2.

    De netwerkaanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert en het feit dat de kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, van een niet openbaar elektronisch communicatienetwerk of van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden. In dit kader wordt van de netwerkaanbieder jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen verlangd.

  • 3.

    Het college kan van de netwerkaanbieder verlangen dat deze de in het vorige lid genoemde gegevens in nader te bepalen digitale vorm verstrekt.

Artikel 10
  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet openbare kabels in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen voor nutsvoorzieningen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing;

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en kabels en leidingen ten behoeve van nutsvoorzieningen. Het weigeren van de instemming is mogelijk.

Artikel 11
  • 1.

    De aanbieder van een netwerk ten behoeve een openbaar elektronisch communicatienetwerken is verplicht op eigen kosten tot verplaatsing van kabels en leidingen ten dienste van het netwerk over te gaan zoals bedoeld in artikel 5.8 Telecommunicatiewet.

  • 2.

    Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels geldt dat deze op verzoek van de gemeente, op kosten van de eigenaar van de kabels, uitgevoerd dienen te worden.

  • 3.

    Indien een netwerkaanbieder van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken als gevolg van gemeentelijke planontwikkeling en/of werkzaamheden, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kan de aanbieder een verzoek doen voor een vergoeding conform de Verlegregeling Nijmegen 2008.

Hoofdstuk 4 Strafbepalingen

Artikel 12

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie zoals vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 13
  • 1.

    Indien de houder van een instemmingsbesluit zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit, dan kan het college een instemmingsbesluit of vergunning intrekken en de openbare grond in oorspronkelijke toestand te brengen voor rekening van houder van het instemmingsbesluit.

  • 2.

    Indien er in het instemmingsbesluit data voor de start van de werkzaamheden zijn opgenomen, en de werkzaamheden niet op die data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt het instemmingsbesluit, tenzij aantoonbaar sprake is van overmacht, zulks ter beoordeling van de gemeente.

Artikel 14

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a)

    zonder voorafgaande aanvraag, als bedoeld in artikel 5, 1e lid van deze verordening;

  • b)

    in afwijking van het instemmingsbesluit;

Artikel 15

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als:

"Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2010".

Artikel 17 ingangsdatum

Conform art. 142 van de Gemeentewet treedt deze verordening in werking 8 dagen na publicatie, op welke datum tevens de Telecommunicatieverordening gemeente Nijmegen (2000) komt te vervallen

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente in de openbare vergadering van 15 december 2010

De voorzitter, mr. Th. C. de Graaf

De raadsgriffier, drs. M.M.V. Mientjes