Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardinxveld-Giessendam

Bezoldigingsverordening 1991

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardinxveld-Giessendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening 1991
CiteertitelBezoldigingsverordening 1991
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Ambtenarenwet, artikel 125
  2. Gemeentewet, artikel 170

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1991nieuwe regeling

19-12-1990

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening 1991

De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 1990, no. 6469;gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet, artikel C1 van het Algemeen Ambtenarenreglement en artikel 170 van de gemeentewet;gehoord de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg;b e s l u i tvast te stellen de volgende Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Hardinxveld-Giessendam

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1  

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. ambtenaar : 1. de ambtenaar in de zin van het Algemeen Ambtenarenreglement;2. de werknemer in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening voor zoveel artikel 6, derde lid, van die verordening van toepassing is;3. de werknemer in de zin van de Verordening, regelende de verzekeringsplicht ingevolge de Ziekenfondswet;b. salaris : het salaris, als bedoeld in artikel C1, vierde lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement;c. bezoldiging : de bezoldiging, als bedoeld in artikel C1, vierde lid, van het AlgemeenAmbtenarenreglement;d. salaris per uur : het 1/165e deel van het salaris bij een gemiddeld 38-urige werkweek;e. salarisschaal : de schaal, als bedoeld in artikel C1, vierde lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement;f. salarisanciënniteit : een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;g. maximumsalaris : het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;h. uitloopperiodiek : de boven het maximumsalaris toe te kennen salarisverhoging;i. functie : het samenstel van werkzaamheden, dat de ambtenaar in opdracht verricht;j. functiewaarderings- : het op systematische wijze in rangorde plaatsenonderzoek van functies met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;k. conversie : de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;l. functieschaal : de aan de hand van het functiewaarderingsonderzoek en de conversie aan een functie gekoppelde salarisschaal die de zwaarte van de functie weergeeft;m. volledige werktijd : een werktijd, welke gemiddeld 38 uur per week omvat.

Artikel 2  

De salarissen van ambtenaren, wier salarissen niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen opgenomen in bijlage B, behorende bij deze verordening.

Artikel 3  

  • 1

    Burgemeester en wethouders stellen regels met betrekking tot de uitvoe¬ring van het functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van het functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de functie geldende functieschaal.

  • 3

    Het salaris van de ambtenaar wordt vastgesteld volgens de functieschaal die met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid aan de door hem beklede functie is gekoppeld.

  • 4

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders het salaris van de ambtenaar vaststellen volgens een lagere dan de voor zijn functie vastgestelde salarisschaal, indien de ambtenaar niet voldoet aan de gestelde functie-eisen van opleiding en/of ervaring.

  • 5

    Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in het Algemeen Ambtenarenreglement, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen functieschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds geldende functieschaal.

  • 6

    Het bovenstaande is niet van toepassing indien aan de ambtenaar schriftelijk is medegedeeld dat zijn functie een tijdelijk karakter heeft en dat de functieschaal in verband daarmede slechts tijdelijk zal gelden.

Artikel 4  

Aan de salarisschalen wordt een rangsbenaming gekoppeld als weergegeven in bijlage A.

Artikel 5  

  • 1

    Het recht op bezoldiging vangt aan met ingang van de dag waarop het dienstverband van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit c.q. de arbeidsovereenkomst geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2

    Het recht op bezoldiging eindigt ingeval van ontslag met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

  • 3

    Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van de maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen.

Artikel 6  

Het salaris van een ambtenaar met een niet-volledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige werktijd.

Artikel 7  

  • 1

    Bij aanstelling of indienstneming op arbeidscontract van een ambtenaar wordt het salaris vastgesteld:a. voor een ambtenaar die jonger is dan 22 jaar:1. op het voor zijn leeftijd geldende bedrag van de voor hem geldende salarisschaal;2. indien in de betreffende salarisschaal geen leeftijdssalarissen zijn opgenomen, wordt het salaris verminderd overeenkomstig de voorschriften van de minister van Binnenlandse Zaken;b. voor een ambtenaar die 22 jaar of ouder is:op het minimumbedrag van de voor hem geldende salarisschaal.

  • 2

    Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Artikel 8  

  • 1

    Het salaris van de ambtenaar wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag. Deze periodieke verhoging wordt toegekend met ingang van de eerste dag van ieder jaar.

  • 2

    Indien het salaris wordt vastgesteld volgens de schalen 1 tot en met 5 wordt, indien het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na vijf jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag als aangegeven in bijlage B.

  • 3

    Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de salarisverhoging achterwege blijft.

  • 4

    Van deze maatregel wordt de betrokken ambtenaar onverwijld, onder vermelding van de redenen, schriftelijk mededeling gedaan.

  • 5

    Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het tweede lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog worden toegekend.

Artikel 9  

  • 1

    Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid of ijver.

  • 2

    Bij toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij burge¬meester en wethouders anders bepalen.

Artikel 10  

  • 1

    Wanneer voor een ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 9.

  • 2

    Het salaris in de nieuwe salarisschaal wordt verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zoveel zulks nodig is om te bereiken dat de nieuwe bezoldiging blijft uitgaan boven de bezoldiging die de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

Artikel 11  

  • 1

    Aan de ambtenaar die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere prestaties in de functie heeft geleverd, kan een tijdelijke toeslag worden toegekend.

  • 2

    De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ineens en ten hoogste eenmaal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd. Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

  • 3

    De tijdelijke toelage bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand.

Artikel 12  

  • 1

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijk heeft gegeven van langdurige bijzondere uitoefening van de functie, kan een toelage worden toegekend.

  • 2

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt het verschil tussen het huidige salaris en het bedrag behorende bij een hogere regel uit de inpassingstabel BBRA 1984, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het maximumbedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt, noch de toelage meer bedraagt dan 10% van het salaris van de ambtenaar.

Artikel 13  

Aan de ambtenaar, die het maximum van de voor zijn functie vastgestelde salarisschaal heeft bereikt en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders als gevolg van buitengewone persoonlijke kwaliteiten op een zodanige wijze uitvoering geeft aan zijn functie, dat daardoor de functie op een hoger niveau wordt uitgevoerd, dan het niveau blijkende uit de op grond van artikel 3 vastgestelde functieschaal, kan een uitloopschaal worden toegekend, gelegen een schaal boven de functieschaal.

Artikel 14  

Toepassing van artikel 3, derde lid, alsmede de oordeelsvorming als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 13 geschiedt aan de hand van een systeem van methodische personeelsbeoordeling.

Artikel 15  

  • 1

    Indien en voor zover het salaris met inbegrip van de toelagen voor de ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet het totaalbedrag minder is dan het bedrag van het wettelijk minimumloon c.q. -jeugdloon, wordt hem per maand een garantietoelage toegekend ten bedrage van het verschil.

  • 2

    Aan de ambtenaar, bedoeld in het vorige lid van dit artikel, die een deelbetrekking vervult, wordt onder dezelfde voorwaarden een evenredig deel van de in deze leden bedoelde toelage toegekend.

  • 3

    De aanspraak van belanghebbende op de voor een bepaalde leeftijd geldende garantietoelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin deze leeftijd wordt bereikt.

Artikel 16  

Van de ambtenaar wordt, indien de functie in verband met zwaar, vuil of anderszins onaangenaam werk, daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding geeft en met inachtneming van nader door burgemeester en wethouders te stellen regels, een toelage toegekend.

Artikel 17  

  • 1

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt, welke is opgenomen in bijlage B van deze verordening, met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, die anders dan bij overwerk, regelmatig of vrij regelmatig arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur en tevens op andere tijden dan de werktijden zoals die voor de betreffende ambtenaar zijn vastgesteld in het kader van het Dienst- en werktijdenbesluit, wordt een toelage toegekend.

  • 2

    De toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;b. 40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur, alsmede voor de uren op zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur;c. 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen, genoemd in artikel D1, lid vijf, van het Algemeen Ambtenarenreglement, met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris, behorende bij het maximum van salarisschaal 6 van bijlage B.

  • 3

    Voor de in het vorige lid, onder a. genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend indien de arbeid is aangevangen voor 07.00 uur respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 18  

  • 1

    Aan de ambtenaar, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijden die voor hem gelden krachtens het Dienst- en werktijdenbesluit, ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het college van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten houden teneinde bij beroep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2

    De toelage bedraagt per uur bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris van salarisschaal 3 en wel:a. 5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 22.00 uur en 3% voor de uren op die dagen tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;b. 7% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur en 5% voor de uren op die dag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;c. 8% voor de uren op zondag en op de feestdagen, genoemd in artikel D1, lid 5, van het Algemeen Ambtenarenreglement tussen 06.00 en 22.00 uur en 6% voor de uren op die dag tussen 00.00 en 06.00 uur en 22.00 en 24.00 uur.

  • 3

    De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met 25% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden.

  • 4

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 19  

  • 1

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beeïndigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 17 en 18, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:a. een blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelagen enb. de ambtenaar de toelage, als bedoeld in de artikelen 17 en 18, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 17 en 18, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage, als bedoeld in de artikelen 17 en 18, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende ten minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in de artikelen 17 en 18 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5

    Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 20  

  • 1

    Aan de ambtenaar kan een toelage of premie worden toegekend of in het vooruitzicht worden gesteld om redenen van werving en behoud.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van een toelage of premie, als bedoeld in het eerste lid, nadere regels en voorwaarden stellen.

Artikel 21  

De ambtenaar die de functie bekleedt van ambtenaar van de burgerlijke stand ontvangt per huwelijksvoltrekking een vergoeding ter grootte van het uurbedrag afgeleid van het maximumsalaris van salarisschaal 8.

Artikel 22  

  • 1

    Indien in de salarissen van het burgerlijk rijkspersoneel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.

  • 2

    Van de wijziging bedoeld in het vorige lid geven burgemeester en wethouders kennis aan de raad.

Hoofdstuk 1 Overgangsbepalingen

Artikel 23  

Voor de toepassing van de artikelen 24 tot en met 27 wordt verstaan onder:a. thans:de dag voorafgaande aan de vaststelling van deze verordening;b. oude verordening:de Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Hardinxveld-Giessendam met bijlagen, zoals deze is vastgesteld door de raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam op 28 oktober 1980;c. nevenbetrekking:een functie, bestaande uit een beperkt pakket gerichte werkzaamheden, die wordt uitgeoefend naast de gemeentelijke hoofdfunctie.

Artikel 24  

  • 1

    De ambtenaar wiens functie met toepassing van artikel 3 van deze verordening zodanig wordt gewaardeerd, dat deze wordt verbonden met een salarisschaal die -met inachtneming van de maximum salarisancinniteit en eventuele diensttijduitloop- recht geeft op een salaris dat lager is dan het maximum van de salarisschaal vermeerderd met eventuele diensttijduitloop waarin betrokkene thans is geplaatst, behoudt zijn huidige rang met het daaraan volgens de oude verordening verbonden salaris.

  • 2

    Het onder 1. vermelde garantiesalaris wordt normaal aangepast overeenkomstig de salarismaatregelen voor het gemeentelijke personeel, zoals die in de toekomst zullen worden genomen terwijl, zo lang de maximum anciënniteit of de maximale diensttijduitloop nog niet is bereikt, de daaraan verbonden salarisaanpassingen normaal plaatsvinden.

Artikel 25  

  • 1

    De ambtenaar die thans een toelage geniet, als bedoeld in artikel 10 van de oude verordening, blijft in het bezit daarvan.

  • 2

    Het in lid 1 gestelde blijft buiten toepassing indien de betrokken ambtenaar als gevolg van toepassing van het bepaalde in artikel 3 in een hogere schaal wordt geplaatst dan thans het geval is.In dit geval wordt een zodanige anciënniteit toegekend dat het bedrag van de huidige toelage daarin tenminste begrepen is.

  • 3

    Indien inpassing in een hogere schaal zodanig plaatsvindt dat niet voldoende extra anciënniteit kan worden toegekend, wordt een garantietoelage toegekend ten bedrage van het verschil.

  • 4

    Onverminderd het bepaalde in de vorige leden wordt het salaris in de nieuwe salarisschaal verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zover nodig is om te bereiken dat het nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris, met inbegrip van de in lid 1 bedoelde toelage, dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

Artikel 26  

  • 1

    De ambtenaar die thans één of meer van de functies als vermeld onder 9. tot en met 16. in bijlage C van de oude verordening bekleedt als nevenbetrekking, ontvangt gedurende de periode dat hij de nevenbetrekking bekleedt een vaste toelage ter grootte van de thans aan de functie of de functies verbonden bezoldiging.

  • 2

    Het in lid 1 gestelde blijft buiten toepassing, indien de betrokken ambtenaar als gevolg van toepassing van het bepaalde in artikel 3 in een hogere schaal wordt geplaatst dan thans het geval is.In dit geval wordt een zodanige anciënniteit toegekend dat het bedrag van de huidige toelage daarin tenminste begrepen is.

  • 3

    Indien inpassing in een hogere schaal zodanig is dat niet voldoende extra anciënniteit kan worden toegekend, wordt een garantietoelage toegekend ten bedrage van het verschil.

Artikel 27  

De ambtenaar die thans als nevenbetrekking de functie bekleedt van ambtenaar van de burgerlijke stand, belast met het voltrekken van huwelijken, ontvangt tot het tijdstip waarop hij niet langer met deze werkzaamheden is belast een toelage gelijk aan het in de bij deze verordening behorende bijlage C onder 11, vermelde bedrag.

Artikel 28  

De garantietoelagen, als bedoeld in de artikelen 25 en 26 worden gewijzigd met het percentage van de loonaanpassing zoals dat geldt voor nevenfuncties.

Hoofdstuk 1 Slotbepalingen

Artikel 29  

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 30  

Deze verordening kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening 1991".

Artikel 31  

Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1991.

Artikel 32  

Met ingang van de datum, genoemd in artikel 31 vervalt de Verordening, regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Hardinxveld-Giessendam, zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 1981.