Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hof van Twente

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hof van Twente 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHof van Twente
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProcedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hof van Twente 2008
CiteertitelProcedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBouwen en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet ruimtelijke ordening, art. 6.7
  2. Besluit ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.3
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200813-11-2013Nieuwe regeling

30-09-2008

Hofnieuws, 8-10-2008

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hof van Twente 2008

De raad van de gemeente Hof van Twente;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 september 2008;

 

Gelet op artikel 6.7 Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3. Besluit ruimtelijke ordening;

 

besluit:

 

Vast te stellen de volgende “Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hof van Twente 2008”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld inartikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;

  • a.

    adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon alsbedoeld in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;

  • b.

    adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, vandeze verordening;

  • c.

    besluit: Besluit ruimtelijke ordening;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gemeente: gemeente Hof van Twente

  • f.

    planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijkeordening;

  • g.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;

  • h.

    wet: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Opdrachtverstrekking

Binnen twaalf weken na een ontvankelijke aanvraag in de zin van artikel 6.1.2.2 van het besluit met inbegrip van het betaalde recht als bedoeld in artikel 6.4 van de wet of na het verstrijken van de termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekt het college aan één of meerdere adviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het collegeeen adviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake adviseringop het gebied van planschade.

  • 2.

    Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoeldeadviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwegeinkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag,behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseuraangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieeleconomische bedrijfsvoering.

  • 3.

    Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoeldeadviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwegewaardevermindering van een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard enomvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door hetcollege een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waarderingvan onroerende zaken en van waardevermindering daarvan als gevolg van eenplanologische verslechtering.

  • 4.

    Indien naar het oordeel van het college het tweede en het derde lid van toepassing zijn,worden zowel de in het tweede als het derde lid bedoelde adviseurs aangewezen.

  • 5.

    Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de inhet eerste lid bedoelde adviseur voorzitter is.

  • 6.

    De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 4 Deskundigheid en onafhankelijkheid

  • 1.

    Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat dezeaantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de inartikel 3, eerste, tweede of derde lid, bedoelde aspecten waarop deze persoon deaanvraag moet beoordelen.

  • 2.

    Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de raad. Eveneens mag een adviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraagbetrekking heeft.

Artikel 5 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt hetcollege de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:

    • a.

      een adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of

    • b.

      meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 3, vijfde lid.

  • 2.

    De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnenbinnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk envoldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij hetcollege indienen.

  • 3.

    Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lidbedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Artikel 6 Werkwijze adviseur of adviescommissie

  • 1.

    Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekkinghebbende informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van deadviseur of van de adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2.

    De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerderehoorzittingen, waar de aanvrager en het college in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

  • 3.

    De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop deadviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en kan deaanvrager voor de plaatsopneming uitnodigen.

  • 4.

    Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

  • 5.

    Van de in het tweede lid bedoelde hoorzitting en van de in het derde lid bedoeldebezichtiging wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of devoorzitter van de adviescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uitte brengen advies.

  • 6.

    Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnenzestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvanaan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganenen aan de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet.De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf vanredenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 7.

    De aanvrager, het college, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede debelanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden inde gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept adviesschriftelijk hierop te reageren.

  • 8.

    In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissiebinnen vier weken na het verstrijken van de in het zesde lid bedoelde termijn een adviesuit aan het college, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 9.

    In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of deadviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het zesde lid bedoeldetermijn een advies uit aan het college.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008”.

  • 3.

    Met het inwerking treden van deze verordening vervalt de volgens verordening: “Procedureverordening planschadevergoeding”, door de raad van de gemeente Hof van Twente is vastgesteld op 27 maart 2001.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 30 september 2008.

De raad van de gemeente Hof van Twente,

de griffier, de voorzitter,

A.W. Averink, H. Kok