Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maasgouw

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maasgouw
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpPersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147
  2. Gemeentewet, art. 44, lid 2
  3. Gemeentewet, art. 44, lid 3
  4. Gemeentewet, art. 95
  5. Gemeentewet, art. 96
  6. Gemeentewet, art. 97
  7. Gemeentewet, art. 98
  8. Gemeentewet, art. 99
  9. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden
  10. Rechtspositiebesluit wethouders

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-200701-01-200729-05-2008nieuwe regeling

21-02-2008

Maasgouw Nieuws, 10-01-2007

21022008,14

Tekst van de regeling

Intitulé

Content regeling

De raad van de gemeente Maasgouw;

  gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeente­wet,   gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en com­missieleden, besluit vast te stellen de volgende verordening   Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.    commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet; b.    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb.

243; c.   Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart

1994, Stb. 244; d.    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001,

Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; e.    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Za­

ken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212; f.    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16

maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; g.    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12

september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181; h.   raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder; i.   griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet; j.   gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtsposi­tiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 6 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6, vermeld in tabel I! van het Rechts­positiebesluit raads- en commissieleden. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6, vermeld in tabel lil van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in ver­band met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a.   bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledi­

ge vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

b.   bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijk­

heid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in ar­

tikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aan­geboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhou­delijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoe­fening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en soft­ware in bruikleen ter beschikking. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en soft­ware als bedoeld in het eerste lid ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt. 3.   Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is ge­steld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

a.   aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

b.   gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bij­ behorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de abonnementskosten voor de in­ternetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. Hiervoor wordt een normbedrag vastgesteld. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de ge­meente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Kinderopvang

Dit artikel is niet opgenomen/vervallen.

Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van be¬doelde korting. 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vier¬de lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoe¬fenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde ver-goeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

 

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 14 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 6, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositie­besluit wethouders.

Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 16 Zakelijke reiskosten

1.  Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:

a.   bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledi­

ge vergoeding van de reiskosten; b.   bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel

4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c.   een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkos­

ten. 2.   Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder ge­saldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen re­geling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig ar­tikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 17 Dienstauto

De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt. Indien de wethouder op grond van artikel 15 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt een korting op die tegemoetkoming toegepast ter grootte van

a.   1 /20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omge­keerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto;

b.   1 /40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzijomgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is ge­maakt van de dienstauto. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde ne­venfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor een ver­goeding van reiskosten ont vangt wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 18 Verblijfkosten

(vervallen)

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De ge­meenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aan­geboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke infor­matie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en soft­ware als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeen­te op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daar­van voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is ge­steld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

a.   aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

b.   gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bij­behorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruik­leen ter beschikking stelt. Op aanvraag worden de wethouder de abonnementskosten voor de internetverbin­ding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed. Hiervoor wordt een normbedrag vastgesteld. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 22 Mobiele telefoon

Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

a.   reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders; b.   verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het be­paalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 25 Kinderopvang

Dit artikel is vervallen.

Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commis­sieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksre­laties voor gemeenteklasse 6 vastgestelde maximum. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

a.   als raadslid of wethouder;

b.   uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of be­stuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die gro­tendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

c.   als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 200% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van

a.    een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en

b.   een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 27 Reis- en verblijfkosten

1.    Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reis­kosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De ver­goeding betreft:

a.   bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledi­ge vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b.   bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijk­heid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in ar­tikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders. 2.   Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis

De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toe­stemming voorwaarden verbinden. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium

De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke infor­matie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commis­sielidmaatschap.

Artikel 30 Computer en internetverbinding

Dit artikel is niet opgenomen.

Hoofdstuk V De procedure van declaratie

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door betaling uit eigen middelen; of

a.   rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of b.   een gemeentelijke creditcard.

Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten

Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 19, 24 en 27 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, on­derscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstuk­ken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 19, 20 en 24 kan plaats­vinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidings­formulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecreta­ris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 34 Gebruik creditcard

Dit artikel is vervallen.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 35 Intrekking oude regeling

De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden wordt ingetrokken.

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2007.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 21 februari 2008.

  De raad voornoemd;

De griffier, De voorzitter,

R.L.M.M. Huntjens F.J.M. Wilms