Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kaag en Braassem

De eerste verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKaag en Braassem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe eerste verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem
CiteertitelDe eerste verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-09-201022-11-2012Artikel 2

15-03-2010

Witte Weekblad, 01-09-2010

10.017

Tekst van de regeling

Intitulé

De eerste verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem

Nr ;

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van het college van Alkemade en het college van Jacobswoude ;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen of waartegen de klacht is gericht;b. commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften en de klaagschriften zoals bedoeld in artikel 7:13 en 9:14 van de Algemene wet bestuursrecht;c. wet: de Algemene wet bestuursrecht (Awb);d. het college: het college van burgemeester en wethouders;e. belanghebbende of belanghebbenden: de indiener(s) van een bezwaarschrift of klaagschrift en/of een andere belanghebbende zoals een derdebelanghebbende of de persoon waartegen het bezwaarschrift zich richt;f. bezwaarschrift: geschrift als bedoeld in het eerste lid van artikel 6:4 van de wet;g. klaagschrift: geschrift als bedoeld in artikel 9:4 van de wet. 

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften en ter voorbereiding van de beslissing op klaagschriften.

  • 2

    Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten de bezwaarschriften betreffende:a. de gemeentelijke belastingen en heffingen;b. (vervallen)c. besluiten genomen op basis van een wettelijk voorschrift inzake huisvesting, voor zover betrekking hebbend op woningen van toegelaten instellingen. 

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1

    De commissie bestaat uit een eerste voorzitter, een tweede voorzitter en vier leden.

  • 2

    Daar waar in deze verordening wordt gesproken van de voorzitter worden hieronder de beide voorzitters verstaan.

  • 3

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4

    Het college benoemt twee plaatsvervangende leden.

  • 5

    Indien de omstandigheden daartoe nopen, benoemt het college een aantal extra leden en/of plaatsvervangende leden van de commissie.

  • 6

    De commissie regelt uit haar midden de vervanging van de voorzitter.

  • 7

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie:a. maken geen deel uit van een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem;b. zijn niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Kaag en Braassem. 

Artikel 4 Indeling in kamers

  • 1

    Het college kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften en klaagschriften;

  • 2

    Het college bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften en/of klaagschriften door haar zullen worden behandeld;

  • 3

    Elk van de kamers bestaat uit drie leden, te weten:a. de voorzitter van de commissie;b. twee leden, door en uit de commissie aan te wijzen.

  • 4

    Elk van de kamers kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift of een klaagschrift door de voltallige commissie zal geschieden. 

Artikel 5 Secretariaat

  • 1

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3

    De secretaris is onder verantwoordelijkheid van de voorzitter belast met de voorbereiding van de vergaderingen en de adviezen en de uitvoering van de besluiten van de commissie. De uitgaande stukken van de commissie worden, voor zover niet anders is bepaald, door de secretaris ondertekend.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af volgens een door het college vast te stellen rooster van aftreden.

  • 2

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hunopvolging is voorzien en slechts voor zover dit in redelijkheid van hun verwacht mag worden.

  • 4

    De werkzaamheden om te komen tot herbezetting van de in de commissie opengevallen plaatsen worden onmiddellijk ter hand genomen.

Artikel 7 Ingediend bezwaar- of klaagschrift

  • 1

    Op het ingediende bezwaar- of klaagschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de commissie gesteld. Deze stelt het bestuursorgaan in de gelegenheid om binnen twee weken na de ontvangst ervan toepassing te geven aan artikel 7:3 onder d. van de wet.

  • 3

    Het klaagschrift met bijbehorende stukken wordt direct in handen van de secretaris van de commissie gesteld. Deze stelt het bestuursorgaan in de gelegenheid om binnen twee weken na de ontvangst ervan toepassing te geven aan artikel 9:5 van de wet.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna te noemen artikelen van de wet worden voor detoepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:a. artikel 2:1, tweede lid;b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;c. artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;d. artikel 7:4, tweede lid;e. artikel 7:6, vierde lid. 

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of klaagschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting en vergadering van de commissie

  • 1

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting als bedoeld in de afdelingen 7.2 en 9.3 van de wet.

  • 2

    De voorzitter brengt bij de behandeling van een ingediend bezwaarschrift plaats, dag en aanvangsuur van de vergaderingen, tegelijk met de oproeping van de leden, door aankondiging in de gemeentelijke voorlichtingsrubriek in een plaatselijk verschijnend huis aan huisblad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente, ter openbare kennis, met mededeling van de agenda.

  • 3

    De behandelende kamer van de commissie beslist bij de behandeling van een ingediend bezwaarschrift over de toepassing van artikel 7:3 van de wet. Hetzelfde geldt voor de toepassing van artikel 9:10 van de wet.

  • 4

    Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3 wordt daarvan binnen twee weken na die beslissing mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan gedaan.

  • 5

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing indien het horen is opgedragen aan de voorzitter of een lid van de commissie.

  • 6

    Indien de hoorzitting aan de voorzitter of een lid van de commissie wordt opgedragen zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen zij onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan hen meegedeeld.

  • 4

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van een kamer, dan wel van de commissie, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of klaagschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

  • 2

    Hun plaats wordt ingenomen door een ander lid van de commissie dan wel de andere voorzitter.

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting bij bezwaarschrift

  • 1

    De hoorzitting van de commissie is openbaar bij de behandeling van een bezwaarschrift.

  • 2

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3

    Indien de behandelende kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt deze plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Toehoorders en pers

  • 1

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor henbestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3

    De voorzitter is bevoegd toehoorders, die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde van de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 16 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken vragen hiervoor toestemming aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 17 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Artikel 18 Schriftelijke verslaglegging

  • 1

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 en artikel 9:10 lid 3 van de wet vermeldt de namen van de aanwezige partijen en hun hoedanigheid.

  • 2

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en voor zover voor de zaak van belang wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3

    Het verslag van een niet-openbare hoorzitting is niet openbaar. Deze beperking geldt niet voor de betrokken partijen.

  • 4

    Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 5

    Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden vastgehecht.

  • 6

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.

Artikel 19 Nader onderzoek

  • 1

    Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de behandelende kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3

    Zij kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo´n verzoek.

  • 4

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Raadkamer en advies

  • 1

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2

    a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.b. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie gedateerd en ondertekend.

Artikel 21 Uitbrengen advies en verdaging bij behandeling van bezwaarschriften

  • 1

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2

    Van een besluit tot verdaging zoals bedoeld in artikel 7:10 van de wet ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift. 

Artikel 22 Rapportage over klaagschrift

  • 1

    Als haar onderzoek is afgesloten, stelt de commissie een rapport van bevindingen, waarin het verslag van de hoorzitting is opgenomen, een advies en eventueel aanbevelingen op.

  • 2

    De commissie zendt haar rapport aan het betrokken bestuursorgaan, aan degene wiens gedraging onderwerp van onderzoek is geweest en aan de klager.

Artikel 23 Honorering van de voorzitter en de leden van de commissie

  • 1

    De honorering van de voorzitter en de (plaatsvervangende) commissieleden geschiedt volgens de normen, zoals neergelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de daarop gebaseerde richtlijn, die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks bekend wordt gemaakt, met dien verstande dat voor het bijwonen van vergaderingen aan leden van de commissie 200%, en aan de voorzitter 300% van het in tabel IV van die richtlijn voor gemeenteklasse 3 genoemde bedrag wordt uitgekeerd.

  • 2

    Als vergoeding voor deelname aan advisering zonder hoorzitting wordt 0,75 x het betreffende in lid 1 bedoelde bedrag uitgekeerd.

  • 3

    Daarnaast hebben de voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie recht op een passende reiskostenvergoeding conform de gebruikelijke regels.

Artikel 24 Intrekken oude regeling

De Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2005 van de gemeente Alkemade en de Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften 2005 van de gemeente Jacobswoude worden ingetrokken.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:Verordening commissie bezwaar- en klaagschriften Kaag en Braassem 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Kaag en Braassem van 2 januari 2009.

De griffier,                                                De voorzitter,I.J.M. Romijn-Speekenbrink                 H.B. Eenhoorn