Overheidsorganisatie | Gemeente Westland |
---|---|
Officiële naam regeling | Regeling Vakantiekracht |
Citeertitel | Regeling Vakantiekracht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
De regeling heeft terugwerkende kracht.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2012 | 21-11-2012 | intrekking | 02-10-2012 PO&O toppings 2012-11-20 | B&W dd 02-10-2012 | |
26-12-2006 | 01-01-2004 | 21-11-2012 | nieuwe regeling | 24-02-2004 Het Hele Westland 18-12-2006 | B&W dd. 24-02-2004 xxxxxxxx |
De gemeente stelt de Regeling Vakantiekracht vast.
In deze regeling wordt verstaan onder:
-vakantiekracht:
de aanstelling van een tijdelijk medewerker, voornamelijk gedurende de schoolvakanties, in hoofdzaak ten behoeve van ondersteunende werkzaamheden;
-leidinggevende:
de gemeentesecretaris (voor wat betreft de directeuren);
de directeur (voor wat betreft zijn afdelingshoofden/medewerkers);
het afdelingshoofd (voor wat betreft zijn teamleiders/medewerkers);
de teamleider (voor wat betreft zijn medewerkers).
-CAR/UWO:
de Collectieve ArbeidsvoorwaardenRegeling en Uitwerkingsovereenkomst van toepassing verklaard voor de gemeente Westland;
-standplaats:
(ingevolge artikel 18:1:1 CAR/UWO) de gemeente of het met name genoemde deel daarvan (het gebouw, gebouwencomplex of terrein) waar de vakantiekracht gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
-Regeling woon-werkverkeer:
de voor ambtenaren van de gemeente Westland vastgestelde “Regeling Reiskostenvergoeding Woon-Werkverkeer”;
-Regeling dienstreizen:
de voor ambtenaren van de gemeente Westland vastgestelde “Regeling reis- en verblijfskosten bij dienstreizen”.
1. Aanstelling van de vakantiekracht geschiedt door burgemeester en wethouders in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.
2. De afspraken omtrent het te verrichten vakantiewerk en de voorwaarden aangaande de aanstelling van de vakantiekracht zullen worden vastgelegd in de aanstellingsbrief.
3. De maximale duur van de tijdelijke aanstelling als vakantiekracht bedraagt 3 maanden.
4. Op de vakantiekracht zijn, ingevolge artikel 1:2:1, lid 4 van de CAR/UWO, expliciet de hoofdstukken 3 (salaris en vergoedingsregelingen), 10-a (bovenwettelijke werkloosheidsuitkering) en 17 (opleiding en ontwikkeling) van de CAR/UWO niet van toepassing.
1. De tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.
2. De tijdelijke aanstelling kan door de gemeente dan wel de vakantiekracht gedurende de proeftijd (als bedoeld in lid 3) worden ontbonden.
Hiertoe is in ieder geval aanleiding indien de leidinggevende van oordeel is dat de vakantiekracht de opgedragen werkzaamheden niet naar behoren vervult;
3. De in lid 2 bedoelde proeftijd bedraagt één maand.
1. De vakantiekracht ontvangt een salaris overeenkomstig het voor zijn leeftijd geldende wettelijk minimum(jeugd)loon en naar evenredigheid van zijn arbeidsduur (../36).
2. Over het salaris als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt een vakantietoeslag toegekend als bedoeld in artikel 6:3, tweede lid van de CAR/UWO.
3. Ook heeft de vakantiekracht, naar evenredigheid, recht op de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6 van de CAR/UWO.
4. Ter compensatie van het niet genieten van vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% over het salaris als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
De vakantiekracht, bij wie de kosten van openbaar vervoer niet gedekt worden door een studenten-ov-jaarkaart, komt in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig de Regeling woon-werkverkeer.
Vergoeding van de kosten voor het reizen in dienstopdracht worden vergoed overeenkomstig de Regeling dienstreizen.
Naast vrijaf op de erkend kerkelijke feestdagen (artikel 4:2:1 CAR/UWO) of op officiële feestdagen samenhangend met zijn geloof en/of culturele achtergrond heeft de vakantiekracht géén aanspraak op verlof. In artikel 4, lid 4 is geregeld dat hiervoor ter compensatie een geldelijke vergoeding wordt uitgekeerd.
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kunnen burgemeester en wethouders een nader besluit nemen.
Deze regeling treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2004 en kan worden aangehaald als “Regeling Vakantiekracht”.
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland dd. 24 februari 2004.
de secretaris, de burgemeester,
G. Buck R. Welschen.