Overheidsorganisatie | Provincie Noord-Holland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008 |
Citeertitel | Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bezwaarschriften, klaagschriften, klachten, bezwaar, horen, Hoor- en adviescommissie, hac, commissie |
de artikelen 7 en 24 werken terug tot 1 januari 2006
De inwerkingtredingsdatum van deze verordening is gepubliceerd in Provinciaal Blad, 2008, nr. 55
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2008 | 09-07-2014 | Nieuwe regeling | 19-11-2007 Provinciaal Blad, 2008, 56 | 2008-28174 |
Provinciale Staten van Noord-Holland;
overwegende dat het gewenst is de samenstelling van de hoor- en adviescommissie te wijzigen in die zin dat daarin externe deskundigen zitting nemen;
voorts overwegende dat de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2003 geactualiseerd dient te worden;
gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten;
gelet op artikel 82 van de Provinciewet;
gelet op artikel 7:5, 7:13, artikel 9:13 en artikel 9:14, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht;
besluiten vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008
In deze verordening wordt verstaan onder
commissie: de hoor- en adviescommissie Noord-Holland;
de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
intern lid: een lid dat wordt benoemd uit de leden van Provinciale Staten;
extern lid: een lid dat niet wordt benoemd uit de leden van Provinciale Staten.
1. De commissie hoort en adviseert met betrekking tot bezwaarschriften op grond van de wet tegen besluiten van Gedeputeerde Staten of Provinciale Staten en is voorts belast met de behandeling van en advisering over klaagschriften als bedoeld in afdeling 9.2 van de wet.
2. De commissie hoort en adviseert niet met betrekking tot bezwaarschriften
tegen besluiten die betrekking hebben op de rechtspositie van leden van Provinciale Staten en van Gedeputeerde Staten;
tegen besluiten die betrekking hebben op de rechtspositie van ambtenaren die zijn aangesteld door provinciale of Gedeputeerde Staten;
tegen besluiten op aanvragen om subsidie op grond van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Noord-Holland of de Subsidieregeling natuurbeheer Noord-Holland;
tegen besluiten die de bestuursorganen van de gemeente Amsterdam in mandaat namens Gedeputeerde Staten hebben genomen op grond van de Wet geluidhinder;
waarvan de voorzitter heeft beslist dat deze behandeld worden conform artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. Voorts behandelt de commissie geen klaagschriften van provinciale ambtenaren
tegen andere provinciale ambtenaren;
over rechtspositionele aangelegenheden.
1. De voorzitter beslist of artikel 7:3 van de wet toepassing vindt.
2. Indien artikel 7:3 van de wet toepassing vindt, kan het bezwaarschrift ter behandeling in handen van Gedeputeerde Staten worden gesteld.
1. De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, alsmede externe en interne leden.
2. Er zijn ten minste 16 interne leden. Provinciale staten bepalen het totaal aantal interne leden van de commissie.
1. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de externe leden zijn geen lid van of werkzaam onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van de provincie Noord-Holland.
2. Gedeputeerde staten benoemen de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.
3. De commissaris van de Koningin benoemt de externe leden van de commissie op voordracht van de fractievoorzitters uit Provinciale Staten.
4. De benoeming van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de externe leden vindt plaats voor een termijn van zes jaar. Herbenoeming is mogelijk.
1. De commissaris van de Koningin benoemt de interne leden van de commissie uit de leden van Provinciale Staten, gehoord de fractievoorzitters uit Provinciale Staten.
2. De benoeming vindt plaats voor één zittingsperiode van Provinciale Staten.
1. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. Secretaris is de sectormanager Juridische Dienstverlening.
2. Bij afwezigheid, ontbreken of ontstentenis of enige andere vorm van verhindering van de secretaris, treedt de adjunct-sectormanager Juridische Dienstverlening als secretaris op.
3. De secretaris kan zich laten bijstaan door een of meer adjunct-secretarissen.
4. De secretaris en de adjunct-secretarissen zijn met betrekking tot de secretariaatswerkzaamheden verantwoording schuldig aan de commissie.
1. Een intern lid treedt af op het moment waarop zijn lidmaatschap van Provinciale Staten eindigt.
2. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voorts op verzoek van het betrokken interne lid, met dien verstande dat het lidmaatschap alsdan voortduurt tot de aanvaarding van de benoeming van een nieuw intern lid.
3. Het voorzitterschap, plaatsvervangend voorzitterschap of lidmaatschap van een extern lid kan op eigen verzoek worden beëindigd. Dit verzoek wordt schriftelijk bij het orgaan dat benoemt ingediend.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de externe leden in handen van de commissaris van de Koningin de volgende eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid/voorzitter/plaatsvervangend voorzitter van de hoor- en adviescommissie Noord-Holland benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de hoor- en adviescommissie Noord-Holland naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” (“Dat verklaar en beloof ik!”).
1. De behandeling van en advisering over bezwaarschriften en klaagschriften geschiedt in kamers die door en uit de commissie worden samengesteld. Elke kamer telt ten minste drie leden, waarvan er ten minste één extern lid is.
2. De commissie bepaalt het aantal kamers en regelt de verdeling van de leden over de kamers.
3. De commissie wijst de voorzitters van de kamers aan.
1. De commissie vergadert minstens eenmaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt, of ten minste drie leden hem dit met opgave van redenen verzoeken.
2. De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering en draagt zorg voor een tijdige, zo mogelijk schriftelijke, uitnodiging van de leden en de plaatsvervangend voorzitter.
1. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering
2. De vergaderingen en de beslissingen van de commissie zijn openbaar.
3. De deuren worden gesloten op voorstel van de voorzitter, of op verzoek van ten minste drie leden.
4. De commissie beslist vervolgens of de vergadering met gesloten deuren zal worden voortgezet.
5. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
De kamers horen de belanghebbenden, getuigen en deskundigen.
1. De secretaris bepaalt dag en uur van de vergaderingen van de kamers.
2. De secretaris draagt zorg voor tijdige oproeping van de leden.
1. Een kamer kan slechts vergaderen als ten minste drie leden aanwezig zijn.
2. Als blijkt dat voor een vergadering van een kamer een lid verhinderd is, draagt de secretaris zorg voor vervanging.
3. Een kamer kan het horen opdragen aan één van haar leden, de voorzitter van de commissie of aan de plaatsvervangend voorzitter van de commissie.
De secretaris verdeelt de bezwaarschriften over de kamers.
De secretaris roept de indiener van het bezwaarschrift, een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan, alsmede eventuele andere belanghebbenden schriftelijk op voor de vergadering. De belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit waartegen een bezwaarschrift is ingediend hun zienswijze naar voren hebben gebracht alsmede de belanghebbenden tot wie het bestreden besluit is gericht, worden in ieder geval opgeroepen.
1. De secretaris legt het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan de vergadering gedurende een week voor de belanghebbenden ter inzage.
2. Voor zover de belanghebbenden daarmee instemmen kan de secretaris de toepassing van het eerste lid achterwege laten.
3. De voorzitter van de kamer kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het eerste lid achterwege laten voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Indien de voorzitter van de kamer hiertoe besluit deelt de secretaris dat aan de belanghebbenden mee.
Op vergaderingen van de kamers is artikel 12 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
56
Indien zich met betrekking tot een bepaald bezwaarschrift ten aanzien van een lid van de commissie feiten of omstandigheden voordoen waardoor aan de onpartijdigheid van dat lid afbreuk gedaan zou kunnen worden, neemt de betrokkene geen zitting in de kamer die dat bezwaarschrift behandelt.
Indien de kamer van oordeel is dat na afloop van het horen een nader onderzoek wenselijk is, kan zij daartoe overgaan.
1. Het advies wordt uitgebracht binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift.
2. Het advies wordt ondertekend door de fungerend voorzitter en de fungerend secretaris van de kamer die het bezwaarschrift behandeld heeft.
Indien de voorzitter de beslissing neemt bedoeld in artikel 2, lid 2, onder e, vindt het horen plaats door de sectormanager Juridische Dienstverlening, of indien artikel 7, lid 2 van toepassing is, de adjunct-sectormanager Juridische Dienstverlening. Zij kunnen zich laten bijstaan door een of meer medewerkers van die sector.
1. De klachtenadviesprocedure ingevolge afdeling 9.3 van de wet is van toepassing op de behandeling van klaagschriften.
2. De artikelen 12, 14 tot en met 17, 21, 22 en 23 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op de behandeling van klaagschriften.
1. Interne leden die benoemd zijn op grond van de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2003 worden geacht te zijn benoemd op grond van deze verordening.
2. Bezwaar- en klaagschriften waarover een hoorzitting is gehouden als bedoeld in de Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2003, maar waarover nog geen advies is uitgebracht op de dag waarop deze verordening in werking treedt, worden mede ondertekend door het lid van de commissie dat de hoorzitting heeft voorgezeten.
De Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2003 wordt ingetrokken.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de behandeling van bezwaar- en klaagschriften Noord-Holland 2008.
Deze verordening treedt in werking op een door Gedeputeerde Staten te bepalen datum, met dien verstande dat de artikelen 7 en 24 terugwerken tot 1 januari 2006.
Heiloo, 19 november 2007.
Provinciale Staten voornoemd,
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
Mw. C.A. Peters, griffier.