Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kerkrade

Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting terzake van het voetgangersdomein in het centrum van Kerkrade

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKerkrade
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een baatbelasting terzake van het voetgangersdomein in het centrum van Kerkrade
CiteertitelVerordening baatbelasting centrum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De tekst van de eerste versie en de 1e wijziging van deze regeling is niet te achterhalen. De datum van inwerkingtreding van de 1e en 4e versie zijn bij benadering aangegeven. De 1e wijziging van deze regeling is bij koninklijk besluit van 1 september 1988 goedgekeurd. De 2e wijziging van deze regeling is bij koninklijk besluit van 21 februari 1992 goedgekeurd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 222

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1979nieuwe regeling

30-08-1978

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING TERZAKE VAN HET VOETGANGERSDOMEIN IN HET CENTRUM VAN KERKRADE

 

 

Artikel 1 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Ter zake van de op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart aangegeven onroerende goederen met uitzondering van die welke uitsluitend dienen tot woning die op de begane grond gelegen zijn aan gedeelten van de Markt, Einderstraat, Hoofdstraat, Marktstraat en Niersprinkstraat, zoals eveneens aangegeven zijn op de in dit artikel bedoelde kaart, wordt een jaarlijkse belasting geheven ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van de door of vanwege de gemeente tot stand gebrachte voorzieningen, verband houdend met de aanleg van een voetgangersdomein in het centrum van Kerkrade, waardoor bedoelde onroerende goederen zijn gebaat.

  • 2.

    Onder onroerende goederen worden in deze verordening verstaan gebouwde eigendommen met de bij die eigendommen behorende gebouwde aanhorigheden.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene, die van het onroerende goed als bedoeld in artikel 1 het genot heeft krachtens zakelijk recht.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt hij die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander genothebbende krachtens zakelijk recht was.

  • 3.

    Indien met betrekking tot een zelfde onroerend goed meer dan één genothebbende krachtens zakelijk recht kan worden aangewezen wordt de aanslag gesteld ten name van een van hen met de toevoeging van de afkorting "c.s".

Artikel 3 Wijze en tijdsduur van de heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting wordt, behoudens in geval van voldoening ineens overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, jaarlijks geheven en wel gedurende dertig achtereenvolgende belastingjaren, ingaande 1 januari 1979.

Artikel 4 Grondslag van de belasting

  • 1.

    De grondslag, waarnaar de belasting wordt geheven, is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters, waarmee een onroerend goed grenst aan de gedeelten van de Markt, Einderstraat, Hoofdstraat, Marktstraat en Niersprinkstraat, zoals bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    Bij het bepalen van het aantal strekkende meters worden onderdelen van minder dan een 1/2 meter verwaarloosd en onderdelen van een 1/2 meter of meer dan een 1/2 meter gerekend voor 1 meter.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar € 22,69 per strekkende meter.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Voldoening ineens van de belasting

  • 1.

    Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar, waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van de nog aan te vangen belastingjaren.

  • 2.

    De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 8 1/2% per jaar en wordt op volle euro’s naar boven afgerond.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.

Artikel 9 Aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening baatbelasting centrum".

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die waarop de kennisgeving van de koninklijke goedkeuring is ontvangen, met dien verstande dat de belasting wordt geheven met ingang van het op 1 januari 1979 aangevangen belastingjaar.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van

30 augustus 1978, zoals nader gewijzigd d.d. 23 maart 1988, 18 december 1991, 18 maart 1998 en 31 oktober 2001.

De voorzitter, de griffier,