Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schinnen

Vaststellingsbesluit Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchinnen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVaststellingsbesluit Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002
CiteertitelVaststellingsbesluit Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-200218-12-2014Nieuwe regeling

04-04-2002

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Vaststellingsbesluit Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002

De Raad van de gemeente Schinnen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gehoord het advies van het presidium i.o. van 18 maart 2002;

B e s l u i t :

  • 5.

    het hierbij als bijlage I behorende Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002, vast te stellen met dien verstande dat tot het moment waarop de griffier zal zijn benoemd voor “griffier” “secretaris” dient te worden gelezen;

  • 6.

    het reglement van orde van de raad d.d. 10 februari 1994 in te trekken;

  • 7.

    de hierbij als bijlage II behorende Verordening op de raadscommissies van de gemeente Schinnen 2002 vast te stellen met dien verstande dat tot het moment waarop de griffier zal zijn benoemd voor “griffier” “secretaris” dient te worden gelezen;

  • 8.

    de verordening op de vaste commissies d.d. 21 april 1994, laatstelijk gewijzigd bij besluit van de raad d.d. 5 november 1998, in te trekken;

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 4 april 2002.

van de gemeente Schinnen 2002

de griffier

de voorzitter

Voorstel tot aanpassing van het reglement van orde voor de raad en de Verordening op de raadscommissies i.v.m. de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur (Stb. 2002,111), alsmede de aanwijzing van de plv. voorzitter van de Raad en de bemensing van de raadscommissies.

Aan de Raad,

1. Inleiding

Met ingang van 7 maart jl. is de Wet dualisering gemeentebestuur (Stb 2002, 111) in werking getreden.

Belangrijkste gevolg van de wet is de wijziging in de rolverdeling tussen de raad en het college, waarvan de ontvlechting van raad en college de meest in het oog springende is. De raad zal kaderstellend, budgetterend en controlerend gaan optreden, het college zal besturend gaan werken.

Als gevolg van deze wetswijziging is het noodzakelijk dat een groot aantal gemeentelijke regelingen, zoals de reglementen van orde voor de raad, de verordening op de raadscommissies en andere verordeningen (o.a. het financiële beleid en beheer betreffende) moeten worden gewijzigd of nog moeten worden vastgesteld (bijv. de gedragscode voor bestuurders). Niet alle als gevolg van deze wet door te voeren aanpassingen behoeven echter ook onmiddellijk te worden ingevoerd. De wet voorziet in overgangsregelingen voor een aantal zaken waardoor de invoering gefaseerd zal kunnen plaats vinden.

Daarnaast is nog zeer recent een voorstel naar de Eerste Kamer gestuurd waarbij voor een vijftal zaken de inwerkingtreding is uitgesteld. Dit heeft betrekking op

  • 1.

    de vervanging van de bevoegdheid van de commissaris van de Koningin om de burgemeester ontheffing te verlenen van de verplichting om werkelijk woonplaats te hebben in de gemeente door de bevoegdheid die de raad hiertoe had,

  • 2.

    de verplicht voor de gemeenteraad om een rekenkamer in te stellen of op andere wijze invulling te geven aan de rekenkamerfunctie,

  • 3.

    de verplichting voor een gemeenteraad om een griffier te benoemen

  • 4.

    de wijziging van artikel 147 Gemeentewet (medebewind) m.b.t. de bevoegdheidsverdeling tussen gemeenteraad en college en

  • 5.

    de verplichting om de Gemeentewet integraal te publiceren in het Staatsblad.

Voor de eerste drie onderwerpen zal nog een afzonderlijke Aanpassingswet worden vastgesteld die weer in overgangsregelingen voorziet. M.b.t. punt 1 zal op deze wijze worden bereikt dat er tussen 7 maart 2002 en de datum van daadwerkelijke inwerkingtreding geen tussenperiode ontstaat gedurende welke de overgangsregeling niet geldt. Ten aanzien van de punten 2 en 3 zal de datum van resp. 1 januari 2006 en 7 maart 2003 gaan gelden. De Aanpassingswet zal erin voorzien dat gemeenten, die vóór deze datum toch wel een rekeningkamer(functie) instellen resp. een griffier benoemen dit wel al kunnen doen volgens de nieuwe bepalingen van de Gemeentewet. Door de latere inwerkingtreding wordt voorkomen dat gemeenten verplicht zouden zijn per 7 maart 2002 een griffier te benoemen. Onder de huidige constructie geldt die verplichting pas op 7 maart 2003. Tot het moment waarop de griffier is benoemd blijft de secretaris de raad en de door hem ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak ondersteunen. Met ingang van de datum van benoeming van de griffier wordt de secretaris geacht te zijn aangesteld door het college. Wordt de griffier benoemd vóór de inwerkingtreding van Hoofdstuk VII van de nieuwe Gemeentewet en de Aanpassingswet dan dient deze tijdelijk door de raad tot plaatsvervangend secretaris te worden benoemd voor zover het gaat om zijn bevoegdheden ten aanzien van de raad.

De volgende invoeringsdata zijn in de wet voorzien:

7 maart 2002: aanpassing van gemeentelijke verordeningen aan de Wet (geen administratief beroep meer, nieuwe samenstelling “andere” commissies (zoals bijvoorbeeld de commissie voor het Georganiseerd Overleg);

intrekking van beleidsregels ex artikel 148 Gemeentewet (vervallen) en evt. vaststelling van nieuwe beleidsregels door het college;

7 maart 2003: vaststelling van de verordening op de ambtelijke bijstand en fractie-ondersteuning;

vaststelling van een regeling omtrent het recht van initiatief, amendement, interpellatie en vragenrecht (wijziging of vaststelling van een reglement van orde);

benoeming van de griffier, vaststelling van een instructie voor de griffier en wijziging van de instructie voor de secretaris;

7 maart 2004: vaststelling verordening ex artikel 213a (verordening periodiek onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van gevoerde bestuur) en gedragscodes voor de raad, wethouders en burgemeester, mits de raad de invoeringstermijn heeft verlengd;

15 november 2003: verordening ex artikel 212 en 213 Gemeentewet (financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie).

Al deze zaken zullen mettertijd aan u worden voorgelegd.

Met dít raadsvoorstel wordt u een aangepast reglement van orde voor de raad alsmede een nieuwe verordening op de raadscommissies voorgelegd. Nu de gewijzigde raads- en commissiestructuur per 7 maart jl. in werking is getreden, behoren deze zaken ook zo snel mogelijk in een nieuwe jas te worden gestoken.

2. Reglement van orde van de raad

De invoering van de dualisering heeft verschillende consequenties voor het reglement van orde van de raad. Zo zijn het recht van initiatief, amendement en interpellatie van individuele raadsleden wettelijk vastgelegd. Het is voortaan de raad die de wethouders voor zijn vergaderingen uitnodigt en bepaalt of de wethouder aan de beraadslagingen deelneemt. Ook de invoering van de functie van raadsgriffier heeft gevolgen voor het reglement van orde. Zolang de griffier echter niet benoemd is, blijft de secretaris deze taak vervullen. In het reglement dat u hierbij als bijlage aantreft, wordt echter al uitgegaan van de situatie dat de griffier in functie zal zijn. In het concept-raadsbesluit ter vaststelling van dit reglement is in deze tijdelijke situatie voorzien door te bepalen dat voor “griffier” “secretaris” moet worden gelezen totdat de griffier benoemd zal zijn.

In het u nu voorgelegde reglement, dat het model-reglement van de VNG grotendeels volgt, zijn de volgende wijziging c.q. invullingen opgenomen die afwijken van het model:

het model-reglement spreekt van seniorenconvent (artikel 3b) als gremium waarin de agenda van de raad wordt voorbereid. In dit reglement wordt daarvoor de term “presidium” gehanteerd.

het model-reglement gaat er voorts van uit dat er nog staande de vergadering agendapunten kunnen worden toegevoegd. In het Schinnense reglement kunnen dergelijke verzoeken uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering worden gedaan.

Voorts is de volgorde van behandeling van stukken in de vergadering aangepast aan de in deze gemeente gebruikelijke werkwijze.

Tot slot zal in de nieuwe structuur ruimte worden geschapen voor een vragenuurtje (art. 37a) voor de raadsleden. Het reglement voorziet erin dat dit na afloop van de raadsvergadering en mits er inderdaad schriftelijk 24 uur voor de vergadering een onderwerp voor het vragenuur is aangemeld, zal plaats vinden.

Bij de artikelsgewijze toelichting zijn de wijzigingen ten opzichte van het oude reglement opgenomen, eventueel aangepast en/of aangevuld met een toelichting waar van het modelreglement wordt afgeweken.

Voorts treft u de afzonderlijke toelichting welke bij het model-reglement is gegeven als bijlage aan.

3. Verordening op de raadscommissies

De dualisering heeft eveneens gevolgen voor het commissiestelsel. Belangrijkste wijziging ten opzichte van het huidige stelsel is daarbij dat in raadscommissies geen collegeleden zitting mogen hebben. Van essentieel belang is dat een raadslid het voorzitterschap zal gaan bekleden van de raadscommissie. Raadsleden en collegeleden mogen bovendien geen lid zijn van een gezamenlijke bestuurscommissie of andere commissie. Voor de bezwaarschriften- en de klachtencommissie is een uitzondering gemaakt. Voor deze laatste commissies zal nog een afzonderlijke herziene verordening aan u worden voorgelegd.

De raadscommissies-nieuwe stijl hebben twee wettelijke taken:

  • -

    voorbereiding van besluitvorming van de raad;

  • -

    overleg met het college respectievelijk de burgemeester.

De functie van raadscommissies is in essentie dezelfde als die van de plenaire raad: zij zijn kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend.

Aan de overlegfunctie die de raadscommissies hebben, is invulling gegeven door burgemeester of wethouder, al dan niet op zijn verzoek, door de voorzitter van de raadscommissie kunnen worden uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen. De leden van het college hebben tevens een adviserende rol ten opzichte van de raadscommissies. Ook hierin voorziet de nieuwe verordening.

Als gevolg van de nieuwe samenstelling en werkwijze van de commissies stellen de commissies zelf hun agenda vast. Dit betekent dat niet het college maar de raadscommissie bepaalt of een voorstel aan de raadscommissie wordt voorgelegd alvorens het in de raad wordt besproken. In grote lijnen ziet de verordening er als volgt uit:

zij bepaalt het aantal raadscommissies dat wordt ingesteld, de samenstelling van de commissies (o.a. het maximale aantal leden per fractie) en de werkwijze (voorbereiding van de agenda en gang van zaken tijdens de vergadering): de agenda wordt voorlopig vastgesteld via een agendacommissie, waarna de commissie bij de aanvang van de vergadering de agenda definitief vaststelt. Het reglement maakt voorts, in afwijking van het model-reglement, geen onderscheid in leden en buitengewone leden.De voorzitter (raadslid) is lid van de commissie. Voorts is in afwijking van hetgeen tot nu gebruikelijk is, ter vergroting van de inspraak van de burgers op het raadswerk, geopteerd voor een sprekerskwartier voorafgaand aan de vergadering en over geagendeerde onderwerpen.

Ook deze verordening gebruikt, in overeenstemming met de nieuwe Gemeentewet al de benaming “griffier”. Zolang als deze echter niet benoemd is, dient hiervoor eveneens “secretaris” te worden gelezen.

4. Referendabiliteit van de regelingen

Het reglement van orde voor de raad en de verordening voor de raadscommissies zijn regelingen met vrijwel uitsluitend interne werking. Zij zijn daarom niet te beschouwen als referendabel op grond van de Tijdelijke Referendumwet.

5. Voorstel.

Voorgesteld wordt:

  • 1.

    het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Schinnen 2002 vast te stellen, met dien verstande dat tot het moment waarop de griffier zal zijn benoemd voor “griffier” “secretaris” dient te worden gelezen;

  • 2.

    het reglement van orde van de raad d.d. 10 februari 1994 in te trekken;

  • 3.

    de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Schinnen 2002 vast te stellen, met dien verstande dat tot het moment waarop de griffier zal zijn benoemd voor “griffier” “secretaris” dient te worden gelezen;

  • 4.

    de verordening op de vaste commissies d.d. 21 april 1994, laatstelijk gewijzigd bij besluit van de raad d.d. 5 november 1998, in te trekken.

Schinnen, 21 maart 2002

Burgemeester en wethouders van Schinnen:

de secretaris

H.J.Essers

de burgemeester

drs. F.J.G.M.Beckers