Organisatie | Schinnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Welzijn gemeente Schinnen |
Citeertitel | Subsidieverordening Welzijn gemeente Schinnen 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De werking van deze verordening heeft terugwerkende kracht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-01-2004 | 01-01-2004 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 16-10-2003 Goed Nieuws, 07-01-2004 | Onbekend |
16-10-2003 | 16-10-2003 Goed Nieuws |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
gemeente: de gemeente Schinnen;
instelling: elke organisatie of groepering van personen, die zich zonder winstoogmerk ten doel stelt activiteiten te verrichten ten behoeve van de bevolking van de gemeente Schinnen;
jeugdlid: contributiebetalend lid van een instelling uit de gemeente Schinnen die in een betreffend subsidiejaar de leeftijd van 19 jaren bereikt dan wel deze nog niet bereikt heeft;
ouderenlid: contributiebetalend lid van een instelling uit de gemeente Schinnen die in een betreffend subsidiejaar de leeftijd van 55 jaar bereikt dan wel bereikt heeft;
subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel 4:21, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
werksoort: een verzameling van activiteiten gericht op het realiseren van een specifiek deel van het gemeentelijk welzijnsbeleid, zoals: maatschappelijke dienstverlening en zorg, welfarewerk, ouderenwerk, platforms, vormings- en ontwikkelingswerk, kunstzinnige vorming, sociaal cultureel werk, bibliotheekwerk, muziekonderwijs, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, amateuristische kunstbeoefening en volkscultuur, vrouwenwerk, jeugd- en jongerenwerk, accommodatiebeheer en sport;
overzicht beleidsregels: een jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen overzicht van beleidsregels voor de werksoorten met de subsidieplafonds voor het daarin aangegeven jaar.
subsidieplafond: het bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb,
deskundige leiding: een persoon die aantoonbaar bevoegd is leiding te geven aan de aan zijn zorg toevertrouwde leden/deelnemers.
Artikel 4 Rechtspersoonlijkheid
Subsidies worden toegekend aan instellingen die volledige rechtspersoonlijkheid bezitten, zoals bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De subsidieverstrekking kan naast de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:
Hoofdstuk 2: Subsidie-aanvraag
De aanvraag om subsidie dient schriftelijk bij burgemeester en wethouders te worden ingediend vóór 1 april van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat bij het aanvragen van subsidie gebruik wordt gemaakt van hiervoor bestemde formulieren.
Hoofdstuk 3: Subsidieverlening
Artikel 14 Overzicht beleidsregels
De raad stelt jaarlijks een overzicht van beleidsregels vast waarin worden aangegeven welke activiteiten subsidiabel zijn, alsmede de subsidieplafonds per werksoort, en richtlijnen waar burgemeester en wethouders zich aan dienen te houden bij het toekennen en afwijzen van de subsidies, gehoord de commissies Welzijn en Zorg, elke commissie voor dat deel van de beleidsregels dat behoort tot de adviesbevoegdheid van de commissie.
Artikel 15 Onvoorziene uitgaven
In het overzicht beleidsregels kan worden bepaald dat burgemeester en wethouders tot een daarin aangegeven bedrag subsidies kunnen toekennen voor onvoorziene activiteiten binnen de werksoorten waarop het overzicht beleidsregels betrekking heeft.
Aan het gebruik van deze bevoegdheid kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.
Artikel 20 Rekening en verantwoording
De definitieve vaststelling van de subsidie geschiedt door burgemeester en wethouders in het jaar volgend op het subsidiejaar, tenzij de subsidievaststelling gelijktijdig met de subsidieverlening geschiedt.
Daar waar dit door burgemeester en wethouders in de beschikking is aangegeven dient de instelling aangegeven na afloop van de subsidieperiode bij burgemeester en wethouders in:
indien zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig is, een verklaring van een registeraccountant dan wel van een accountantadministratieconsulent met certificerende bevoegdheid, waarbij als richtlijn zal worden gehanteerd dat dit dient te gebeuren door instellingen die € 22.500,-- of meer subsidie ontvangen, waarvan indiening vóór 1 juli dient plaats te vinden.
Het verslag van de activiteiten verschaft in elk geval inzicht in de soort(en) en omvang van de activiteiten, het bereik onder de doelgroepen c.q. aantal deelnemers, de prioriteiten die zijn gesteld, de openingstijden, de gehanteerde tarieven en de bezettingsgraad van de accommodaties. Als peildatum voor deze gegevens zal worden gehanteerd: 1 januari voorafgaand aan het subsidiejaar.
Hoofdstuk 4: Verplichtingen van de instelling
Artikel 22 Wijziging rechtsvorm
Een instelling brengt een wijziging in statuten en/of het huishoudelijk reglement ter kennis van burgemeester en wethouders.
Een instelling brengt het voornemen tot ontbinding van die instelling onverwijld ter kennis van burgemeester en wethouders. Hetzelfde geldt ingeval van het geheel of gedeeltelijk staken van activiteiten door een instelling en een voorgenomen vervreemding of bestemmingswijziging van alle eigendommen.
De administratie van een instelling dient zodanig te zijn ingericht, dat te allen tijde een overzicht kan worden verkregen van de activiteiten, de bezittingen, de schulden, het eigen vermogen en de financiële resultaten van de instelling.
Hoofdstuk 5: Wijziging, beëindiging en terugvordering van subsidie
Burgemeester en wethouders kunnen het subsidie wijzigen, beëindigen, dan wel terugvorderen op grond van artikel 4:48 Awb en bovendien indien:
Hoofdstuk 6: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 31 Onvoorziene situaties
In alle voorkomende gevallen waarin deze verordening niet voorziet en indien uitvoering van beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid beoogde doelen, beslissen burgemeester en wethouders.