Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schinnen

Verordening op de raadscommissies 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchinnen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2006
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-200601-01-2014Nieuwe regeling

21-09-2006

Onbekend

Onbekend
21-09-2006

21-09-2006

Goed nIeuws

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2006

Verordening op de raadscommissies 2006

De raad van de gemeente Schinnen

Gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    In te trekken de verordening op de raadscommissies van de gemeente Schinnen 2002

    en

  • 2.

    Vast te stellen de verordening regelende de instelling, samenstelling en bevoegdheden van de vaste commissies van de gemeenteraad van Schinnen 2006.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: het vast lid of plv. vast lid van een raadscommissie, per fractie, door de raad uit zijn midden benoemd.

    Vaste leden kunnen alleen maar raadsleden zijn.

  • b.

    variabel lid: lid dat een variabele zetel inneemt en op voordracht door de afzonderlijke fracties, door de raad wordt benoemd als lid van een raadscommissie.

    Variabele leden kunnen zijn ofwel raadsleden ofwel personen die een aantoonbare binding hebben met een politieke partij of groep (fractievertegenwoordigers).

  • c.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger, door de raad uit zijn midden benoemd, als technisch voorzitter.

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

  • f.

    memorie van toelichting: aanvullende schriftelijke informatie, opgesteld door het college, n.a.v. behandeling van een stuk in de commissie.

  • g.

    nota van wijziging: schriftelijke aanvulling/vervanging, opgesteld door het college, op eerder verstrekt voorstel door het college, n.a.v. behandeling van een stuk in de commissie.

  • h.

    presidium: instituut zoals genoemd en beschreven in het reglement van orde voor de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    Er zijn twee vaste commissies van advies als bedoeld in artikel 82 van de gemeentewet, die de raad adviseren betreffende de huishouding van de gemeente.

  • 2.

    De commissies zijn:

    • a.

      De beleidscommissie; welke een kaderstellend karakter heeft.

    • b.

      De controlecommissie; welke een evaluerend en controlerend karakter heeft.

  • 3.

    Indien een onderwerp beide raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of dat de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 4.

    Indien een gezamenlijke vergadering van beide raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    De besluitvorming van de raad voor te bereiden door op haar terrein op hoofdlijnen de hiervoor noodzakelijke informatievoorziening te bespreken

  • 2.

    Het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat op de agenda staat.

  • 3.

    Het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging.

  • 4.

    Voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de voorstellen of onderwerpen die op de agenda staan.

  • 5.

    Indien bij de behandeling van een onderwerp in een raadscommissie vaststaat dat over een onderwerp unanimiteit bestaat in de commissie en het onderwerp als afgeconcludeerd kan worden beschouwd, wordt geadviseerd dit onderwerp op de agenda van de raad onder de rubriek hamerstukken op te nemen.

  • 6.

    Indien de commissie niet voldoende informatie heeft verkregen van het college dient zij voor een memorie van toelichting te vragen die het college dan door tussenkomst van de griffier bij de raadstukken als aanvulling doet toekomen.

  • 7.

    Indien n.a.v. de behandeling in de commissie, wijziging van het besproken stuk noodzakelijk wordt geacht, dient de commissie een nota van wijziging te vragen die het college dan door tussenkomst van de griffier bij de raadstukken als aanvulling doet toekomen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit 13 leden. (5 vaste en 8 variabele leden)

  • 2.

    Elke fractie levert een vast lid en een plaatsvervangend vast lid door de raad uit zijn midden benoemd. Voor de 5 vaste plaatsen.

  • 3.

    Daarnaast levert elke fractie de volgende variabele leden: CDA en VG elk 4, PVDA 3, Cals en VVD elk 2 variabele leden. Voor de 8 variabele plaatsen.

    Hiervoor zijn de volgende plaatsen bepaald: CDA, VG, PVDA elk 2 plaatsen en CALS, VVD elk 1 plaats. Deze variabele leden worden door de raad benoemd. Het kunnen zowel raadsleden als fractievertegenwoordigers zijn.

  • 4.

    De in lid 2 en 3 genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 5.

    Een variabel lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het derde lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie of lid te zijn van de politieke partij die hem of haar voordraagt als factievertegenwoordiger.

  • 6.

    De variabele leden en plaatsvervangende leden dienen zoveel mogelijk aanwezig te zijn en kunnen per agendapunt wisselen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd en hebben geen stemrecht.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vijfde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1.

    De griffier of diens plaatsvervanger is in iedere vergadering aanwezig.

  • 2.

    De griffier dient de commissie desgevraagd van advies.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris, al dan niet op zijn/hun verzoek, uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde aanwezigen kunnen zich doen laten bijstaan, na kennisgeving hiervan aan de voorzitter, door een of meer door hen aan te wijzen ambtenaren.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De vergaderingen vinden plaats volgens een jaarlijks vastgesteld schema. De beleidscommissie op maandag en de controlecommissie op dinsdag.

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.00 uur en vinden plaats in de raadszaal van het gemeentehuis.

  • 3.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Presidium

  • 1.

    Het presidium zoals genoemd en beschreven in het reglement van orde voor de gemeenteraad stelt de voorlopige agenda voor de raadscommissies vast.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt via de griffie ten minste zeven werkdagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

  • 4.

    De oproep de agenda en alle stukken worden gelijktijdig aan alle andere commissieleden en raadsleden toegezonden en dienen ter voorbereiding voor het fractieoverleg en zijn tevens de raadsstukken.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging (in de gemeenteraad) voorbereidt acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Dit kan zijn:

    een memorie van toelichting: aanvullende schriftelijke informatie, opgesteld door het college, n.a.v. de behandeling van een stuk in de commissie;

    of een nota van wijziging: schriftelijke aanvulling/vervanging, opgesteld door het college, op eerder verstrekt voorstel door het college, n.a.v. de behandeling van een stuk in de commissie.

    Daarnaast kan geadviseerd worden dat het betreffende stuk, c.q. voorstel wordt teruggegeven aan het college.

    De raadscommissie bepaalt in het laatste geval, in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 5.

    De agenda bestaat uit 2 delen. Het eerste deel zijn de punten ter behandeling en advisering voor de besluitvorming van de raad. Het tweede deel bestaat uit de ingekomen stukken en mededelingen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in een huis-aan huisblad, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid ( vaste leden, plv. leden en variabele leden) onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers en burgerparticipatie

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen. In bijzondere gevallen is de voorzitter bevoegd om de spreektijd te verlengen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan een spreker is. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de raadsvergadering toestaan aan insprekers korte, verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 8.

    De voorzitter van een commissie kan uit eigener beweging of op verlangen van de meerderheid van de commissie in- of externe adviseurs of andere personen uitnodigen de vergadering bij te wonen en de commissie te informeren en over het desbetreffende punt mee te discussiëren.

  • 9.

    In het kader van de burgerparticipatie kunnen bewoners onderwerpen aandragen aan het presidium, via de griffier om deze te behandelen in een commissievergadering.

Artikel 18 Verslag

  • 1.

    Er wordt een beknopt verslag gemaakt met de adviezen naar de raad per agendapunt. Desgewenst zullen in het verslag ook de standpunten van een eventuele minderheid worden vermeld.

  • 2.

    Het beknopte conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het beknopte conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 3.

    Bij he

  • 4.

    t begin van de vergadering wordt het beknopte verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 5.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • 6.

    Het beknopte verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de ter vergadering aanwezige voorzitter, griffier, burgemeester en wethouders, secretaris en leden, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad en op verzoek de mededeling dat een fractie een afwijkend standpunt inneemt;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 7.

    Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 8.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden.

    Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 28 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 32 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 33 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 21 september 2006.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies van de gemeente Schinnen 2002.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schinnen

in de openbare vergadering d.d. 21 september 2006.

DE RAAD VOORNOEMD

de griffier

W.A.J.M.Huisinga

de plv. voorzitter

H.A.H.Schaffrath