Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere regels beregenen op maat Limburg |
Citeertitel | Nadere regels beregenen op maat Limburg |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Milieu, bodem, water |
Geen
Algemene wet bestuursrecht; Provinciewet; Grondwaterwet; Verordening Waterhuishouding Limburg 1997
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2003 | 22-12-2009 | Art. 2.2., Art. 2.3., Art.. 2.5., Art. 4.3.onder b, Artikel 4.3. onder c, Art. 4.3 onder d | 11-03-2003 Provinciaal Blad, 2003, 22 | Onbekend |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Beregeningswijzer: de draaischijf van het Praktijkonderzoek Veehouderij Lelystad (voor beregenen van grasland) of de tabellen, opgenomen als bijlage in de Instructiemap Beregenen op maat akkerbouw of tuinbouw (voor bere¬gening van andere teelten dan gras) waarmee de optimale beregeningsgift en het beregeningstijdstip voor Beregenen op Maat kan worden bepaald.
Deze nadere regels zijn van toepassing op de personen als bedoeld in artikel 5.7a van de verordening, voor zover niet uitgezonderd in artikel 5.7b van de verordening.
Artikel 1.3 Medewerking aan het toezicht op de naleving
De persoon als bedoeld in artikel 1.2 is verplicht aan een toezichthouder op diens verzoek inlichtingen te verstrekken omtrent de wijze waarop door deze persoon is voldaan aan de verplichtingen krachtens deze algemene regels. Daarbij kan de toezichthouder in ieder geval inlichtingen verlangen omtrent:
De peilbuis voldoet aan de volgende eisen:
De peilbuis heeft een filter van 1 meter, de onderkant van het filter bevindt zich op 1 meter beneden de gemiddeld laagste grondwaterstand, dit behoudens de aanwezigheid van een slecht doorlatende laag. Wanneer een slecht doorlatende laag aanwezig is op minder dan 2 meter beneden maaiveld en die tevens resulteert in twee verschillende grondwaterstanden boven en onder de betreffende laag dan wordt er zowel onder als boven de slecht doorlatende laag een peilbuis met filter geplaatst te worden.
Artikel 2.4 Capaciteitsmeting installatie
Van elke beregeningsinstallatie wordt door een door Gedeputeerde Staten erkend bedrijf de capaciteit bepaald. Daarbij wordt tevens de beregeningsinstallatie afgesteld op de optimale waterverdeling van de beregeningsgift.
3 BEPALEN VAN DE MAXIMALE BEREGENINGSGIFT
Artikel 3.1 Beregeningswijzer of beregeningsplanner
Het moment en de hoeveelheid van beregening wordt bepaald aan de hand van de beregeningswijzer of de beregeningsplanner. Beregening vindt enkel plaats op de tijdstippen waarop en in de hoeveelheden waarin dat volgens de beregeningswijzer of de beregeningsplanner aangewezen is.