Verordening verdeling locatiegebonden subsidies provincie Fryslân 2005 – 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• 1.

  Besluit locatiegebonden subsidies (Bls): het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 zoals dat door het Rijk is vastgesteld als wettelijk kader voor het beschikbaar te stel-len budget voor de woningbouw (Stb. 2005, nr. 498).

• 2.

  Convenant Woningbouwafspraken: het “Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Provincie Fryslân en Stadsregio Leeuwarden”. In dit convenant zijn de tussen het Rijk, de provincie Fryslân en de Stadsregio Leeuwarden gemaakte afspraken over de woningbouwproductie in de Stadsregio Leeuwarden in de periode 2005-2010 vastgesteld en ondertekend op 14 november 2005.

• 3.

  Bls-budget: het door het Rijk aan de provincie ter beschikking gestelde budget in het kader van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 en vastgelegd in artikel 1, eer-ste lid, van het Convenant Woningbouwafspraken.

• 4.

  Subsidie: de aanspraak die de gemeenten binnen de Stadsregio Leeuwarden kunnen maken op het Bls-budget voor zover er sprake is van toegevoegde woningen aan de woningvoorraad.

• 5.

  Toegevoegde woningen: de woningen die naar de definitie van het CBS zowel door nieuwbouw als een toevoeging anderszins aan de woningvoorraad zijn toegevoegd en aan het CBS zijn gemeld.

• 6.

  Toevoegingen anderszins: het aantal woningen dat is toegevoegd aan de woningvoorraad door woonruimtesplitsing, bestemmingswijziging en andere oorzaken zoals genoemd in het Convenant Woningbouwafspraken als bedoeld in het tweede lid.

• 7.

  Eigenbouw: hetgeen het CBS in de door haar opgestelde woningstatistieken verstaat onder “andere particuliere opdrachtgevers”.

• 8.

  Functieveranderingslocaties: bouwlocaties binnen het bestaand bebouwd gebied die onlangs een andere bebouwde functie dan wonen hadden en waar bij de ontwikkeling ten behoeve van woningbouw sprake is van hoge, excessieve kosten in de grondexploitatie.

• 9.

  Stadsregio Leeuwarden: het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Boarnsterhim, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menaldumadeel en Tytsjerksteradiel.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening

De Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 is van toepassing, tenzij daarvan in deze verordening wordt afgeweken.

Artikel 3 Instelling en beheer Bls-budget

• 1

  Er is een Bls-budget. Dit budget wordt beheerd door Gedeputeerde Staten en gevoed vanuit rijksmiddelen.

• 2

  Op basis van de stand van het Bls-budget per 31 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar wordt rente ontvangen. De ontvangen rente wordt per 1 januari van het begrotingsjaar toegevoegd aan het Bls-budget.

Artikel 4 Doelstellingen

• 1

  Gedeputeerde Staten verlenen op grond van deze verordening subsidie aan gemeenten binnen de Stadsregio Leeuwarden ten behoeve van:

  • a.

    toevoegingen aan de woningvoorraad en

  • b.

    het realiseren van eigenbouw.

• 2

  De in het eerste lid genoemde subsidie moet worden besteed aan de realisatie van de woningbouwafspraken zoals vastgelegd in artikel 1, eerste lid, van het Convenant Woningbouwafspraken.

Artikel 5 Subsidieplafond

• 1

  De hoogte van het subsidieplafond van het Bls-budget voor de in de periode 2005 tot en met 2009 toe te voegen woningen bedraagt € 3.180.000,- uitgaande van een totale toevoeging van minimaal 5.300 woningen binnen Stadsregio Leeuwarden, waarvan minimaal 1.635 woningen op functieveranderingslocaties worden gerealiseerd.

• 2

  Indien in een kalenderjaar het aantal in de Stadsregio Leeuwarden in eigenbouw gebouwde woningen hoger is dan 21,8% van het totale aantal aan het CBS gereedgemelde woningen, wordt er een subsidie van € 1.600,- per in eigenbouw gebouwde woning verleend, voor zover liggend boven de genoemde 21,8% en voor zover het subsidieplafond van het Rijk voor te realiseren eigenbouw dit toelaat.

• 3

  Na afloop van elk kalenderjaar van het tijdvak, voor het eerst na afloop van het jaar 2007, waarin het aantal door eigenbouw nieuw gebouwde woningen dat op het grondgebied van een gemeente van de Stadsregio Leeuwarden is toegevoegd aan de woningvoorraad hoger is dan 21,8% van het totale aantal aan het CBS gereedgemelde woningen in die gemeente, wordt er een subsidie verleend van € 1.600,– vermenigvuldigd met het aantal door eigenbouw aan de woningvoorraad toegevoegde nieuw gebouwde woningen dat uitstijgt boven 21,8%, alsmede een subsidie verleend van € 800,– vermenigvuldigd met dat drempelaantal, zolang en voorzover het subsidiepafond van het Rijk voor te realiseren eigenbouw dit toelaat.

Artikel 6 Verdeelsleutel

• 1

  Het Bls-budget voor toe te voegen woningen is verdeeld tussen de gemeente Leeuwarden en de vijf overige Stadsregiogemeenten. Voor de gemeente Leeuwarden bedraagt dit budget ten hoogste € 2.580.000,- en voor de vijf overige Stadsregiogemeenten gezamenlijk maximaal € 600.000,-.

• 2

  Gedeputeerde Staten verdelen op basis van de woningbouwprognose 2005-2009 het in het eerste lid genoemde Bls-budget van € 600.000,- en de taakstelling om 1800 woningen aan de woningvoorraad bruto toe te voegen over de vijf overige Stadsregiogemeenten.

• 3

  Gedeputeerde Staten kunnen op basis van een met redenen omkleed verzoek, ingediend door de vijf overige Stadsregiogemeenten gezamenlijk, de in het tweede lid genoemde wijze van verdelen wijzigen.

• 4

  De in het eerste tot en met derde lid genoemde verdeling voorziet per Stadsregiogemeente in een subsidie per toe te voegen woning.

• 5

  Gedeputeerde Staten kunnen de in het eerste, tweede dan wel derde lid genoemde verdeling wijzigen indien deze niet meer voldoende overeenkomt met de feitelijke woningbouwontwikkeling binnen de Stadsregio Leeuwarden.

• 6

  Van een in het vijfde lid genoemde wijziging stellen Gedeputeerde Staten de Stadsregiogemeenten Leeuwarden zo snel mogelijk in kennis.

Artikel 7 Gemeentelijke woningbouwrapportage

• 1

  Burgemeester en wethouders van een gemeente in de Stadsregio Leeuwarden maken over de periode 2007 tot en met 2009 ieder voor zich jaarlijks vóór 15 mei een rapportage over hun gemeentelijke woningbouwontwikkeling.

• 2

  De gemeentelijke woningbouwrapportage bevat voor het lopende kalenderjaar de volgende gegevens:

  • a.

    het door de betreffende gemeente binnen de Stadsregio in het lopende kalenderjaar voorgenomen aantal toe te voegen woningen met vermelding van de bijbehorende bouwlocaties;

  • b.

    het voorgenomen aantal toe te voegen woningen dat op functieveranderingslocaties zal worden gerealiseerd met vermelding van de bouwlocaties.

• 3

  Over het afgelopen kalenderjaar bevat de gemeentelijke woningbouwrapportage de volgende gegevens:

  • a

    het door de gemeente aan het CBS opgegeven totale aantal aan de woningvoorraad toegevoegde woningen met vermelding van de bijbehorende bouwlocaties;

  • b.

    het aantal toegevoegde woningen dat op functieveranderingslocaties is gerealiseerd met vermelding van de bouwlocaties;

  • c.

    het aan het CBS opgegeven aantal toegevoegde woningen dat onder de categorie eigenbouw valt met vermelding van de bijbehorende bouwlocaties;

  • d.

    indien op gemeentelijk niveau minder dan 65% van de in de toelichting bij arti-kel 6, tweede lid, voor die gemeente weergegeven jaarlijks bruto toe te voegen woningen aan de woningvoorraad gerealiseerd is, dient/dienen de reden(en) van vertraging te worden vermeld.

• 4

  Over het kalenderjaar voorafgaande aan het afgelopen kalenderjaar vermeldt de gemeentelijke woningbouwrapportage de door het CBS verwerkte administratieve correcties over de toegevoegde woningen, voor zover mogelijk met vermelding van de bouwlocaties;

• 5

  De gemeentelijke woningbouwrapportage wordt opgesteld met gebruikmaking van het door de provincie beschikbaar gestelde model.

• 6

  De cijfers uit de gemeentelijke woningbouwrapportage komen overeen met de door het CBS bekend gemaakte woningstatistieken in het voorjaar. Bij afwijking van de woningstatistieken geeft de betreffende Stadsregiogemeente een verklaring.

Artikel 8 Subsidieverlening en bevoorschotting

• 1

  Burgemeester en wethouders van een gemeente in de Stadsregio Leeuwarden dienen in de periode 2007 tot en met 2010 jaarlijks vóór 15 mei een subsidieaanvraag in voor het afgelopen kalenderjaar, vergezeld van de meest recente in artikel 7 genoemde gemeentelijke woningbouwrapportage.

• 2

  De in het eerste lid bedoelde subsidieaanvraag verwijst naar de volgens artikel 7, derde lid, verstrekte gegevens en geeft aan voor welke van de toegevoegde woningen subsidie wordt aangevraagd, met vermelding van de bijbehorende bouwlocaties. Functieveranderingslocaties dienen te worden genoemd.

• 3

  Gedeputeerde Staten verlenen per Stadsregiogemeente overeenkomstig de verdeelsleutel als bedoeld in artikel 6 een subsidie per aan de woningvoorraad toegevoegde woning, eventueel aangevuld met een subsidie voor eigenbouw als bedoeld in artikel 5, tweede of derde lid, mits deze woning is opgenomen in de door het CBS bekend gemaakte woningstatistieken in het voorjaar.

• 4

  Aan de subsidieverlening wordt de verplichting verbonden dat er in de Stadsregio over de gehele periode 2005 tot en met 2009 in totaal minimaal 1.635 woningen op functieveranderingslocaties worden gerealiseerd dan wel tenminste 31% van het tota-le aantal toegevoegde woningen functieveranderingslocaties betreffen.

• 5

  De verleende subsidie wordt volledig als voorschot betaalbaar gesteld naar de mogelijkheden die het rijkskasritme Gedeputeerde Staten biedt.

• 6

  In bijzondere gevallen, zoals genoemd in artikel 14, tweede en derde lid, Besluit loca-tiegebonden subsidies 2005, kunnen Gedeputeerde Staten ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad in 2010 en de realisatie van eigenbouw in 2010 sub-sidie verlenen. Het vijfde lid blijft in deze bijzondere gevallen buiten toepassing.

• 7

  Indien er sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in het zesde lid dienen burgemeester en wethouders van een gemeente in de Stadsregio Leeuwarden een subsidieaanvraag in voor het kalenderjaar 2010 voor een nader te bepalen datum.

Artikel 9 Subsidievaststelling

• 1

  Voor vaststelling van de over de kalenderjaren 2007, 2008 en 2009 verleende subsidies moeten burgemeester en wethouders van een gemeente in de Stadsregio Leeuwarden jaarlijks in het daarop volgende kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling in. De aanvraag bevat in elk geval:  

  • a.

    de in artikel 7 genoemde gemeentelijke woningbouwrapportage die vóór 15 mei wordt ingediend en;

  • b.

    de verantwoordingsinformatie zoals bedoeld in artikel 41a, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006, totdat de SiSa-systematiek voor Bls is komen te vervallen.

• 2

  Indien subsidie is verleend op basis van artikel 8, zesde lid, dienen burgemeester en wethouders van een gemeente in de Stadsregio Leeuwarden conform het eerste lid een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie over het kalenderjaar 2010 in.

• 3

  De door Gedeputeerde Staten over het kalenderjaar 2009 voorlopig vastgestelde sub-sidie wordt eerst definitief nadat de Minister van WWI de aan de provincie verleende subsidie over de periode 2005 tot en met 2009, eventueel aangevuld met 2010, heeft vastgesteld conform artikel 13, eerste lid, en in voorkomend geval artikel 15, vierde lid, Besluit locatiegebonden subsidies.

• 4

  Onverminderd het bepaalde in artikel 4:46 Awb kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie lager vaststellen indien één of meer situaties zich voordoen als genoemd in arti-kel 13, derde lid, Besluit locatiegebonden subsidies.

• 5

  Indien de Minister van WWI zich op het standpunt stelt dat het aantal op functieveranderingslocaties gerealiseerde woningen aan het einde van het tijdvak door een accountant gecontroleerd dient te zijn dienen de Stadsregiogemeenten een dergelijke verklaring te overleggen.

• 6

  Indien bij het verzoek tot vaststelling in 2010 blijkt dat er in de Stadsregio Leeuwarden over de periode 2005 tot en met 2009 in totaal minder dan 1.635 woningen en tevens minder dan 31% van het totale aantal toegevoegde woningen in de Stadsregio Leeuwarden zijn gerealiseerd op functieveranderingslocaties zal voor elke woning die op een functieveranderingslocatie had moeten worden toegevoegd om het eerderge-noemde percentage te bereiken een bedrag van € 900,- in mindering worden ge-bracht op de vast te stellen subsidie van de gemeente Leeuwarden.

• 6

  Indien er subsidie is verleend op basis van artikel 8, zesde lid, wordt bij de vaststelling in 2011 het bepaalde onder lid 6 sub a toegepast.

• 7

  Op de subsidievaststelling is artikel 42, derde lid van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 van toepassing.

• 8

  Bij de terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kan worden bepaald dat over de onverschuldigde betaalde bedragen een rentevergoeding verschuldigd is.

Artikel 10 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van de bepalingen van deze verordening of deze buiten toepassing laten voor zover toepassing gelet op het doel van het Besluit locatiegebonden subsidie 2005 zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Nadere regels

In het belang van een rechtvaardige toedeling van middelen ter stimulering van de woningbouwproductie binnen Stadsregio Leeuwarden kunnen Gedeputeerde Staten nadere regels stellen.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening verdeling locatiegebonden subsidies provincie Fryslân 2005-2009”.

Artikel 13 Inwerkingtredings- en overgangsbepaling

• 1

  Deze gewijzigde verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug op alle nog niet vastgestelde in de periode 2005-2009 verleende Bls-subsidies.

• 2

  Onverminderd het bepaalde in het derde lid wordt de “Verdelingsverordening Locatiegebonden Subsidies provincie Friesland 1995-2004” op het moment van inwerking-treding van deze verordening ingetrokken.

• 3

  Voor alle aanvragen ingediend vóór 1 januari 2005 blijft de “Verdelingsverordening Locatiegebonden Subsidies provincie Friesland 1995-2004” van toepassing.