Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen provincie Fryslân |
Citeertitel | Verordening Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen provincie Fryslân |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | wegen, nadeelcompensatie |
Geen
Provinciewet, art. 145
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2010 | 18-01-2014 | Nieuwe regeling | 16-12-2009 Provinciaal Blad, 2010, 16 | Statenvoorstel 843822 |
Verordening van 16 december 2009, houdende bepalingen inzake een verzoek tot vergoeding van schade die voortvloeit uit de toepassing van een bevoegdheid of de uitoefening van een taak betreffende het in stand houden of wijzigen van het stelsel van verkeers- en vervoersvoorzieningen (Verordening Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen provincie Fryslân)
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
De verordening is van toepassing op verzoeken strekkende tot vergoeding van schade, voortvloeiend uit de rechtmatige uitoefening door de provincie Fryslân of een van haar bestuursorganen van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, betreffende het in stand houden of wijzigen van het stelsel van verkeers- en vervoersvoorzieningen.
Artikel 3 Recht op schadevergoeding
Gedeputeerde Staten kennen degene die, als gevolg van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden en taken, schade lijdt of zal lijden, op verzoek een vergoeding toe, voor zover deze schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.
Schade die valt binnen het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico komt niet voor vergoeding in aanmerking.
Schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, komt alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze in belangrijke mate afwijkt van de schade die dientengevolge op een ieder drukt, dan wel wanneer deze schade op een naar verhouding gering aantal natuurlijke of rechtspersonen die in vergelijkbare positie verkeren drukt.
Artikel 6 Actieve risico-aanvaarding
De in het eerste lid bedoelde voorzienbaarheid kan onder meer betrekking hebben op de aard van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, het tijdstip waarop de schade kenbaar wordt, de plaats waarop ze betrekking heeft, de wijze van voltrekken of uitvoeren daarvan, alsmede de aard en omvang van de daardoor veroorzaakte schade.
Artikel 7 Passieve risico-aanvaarding
Geen vergoeding wordt toegekend wanneer de verzoeker heeft nagelaten zijn belang te verwezenlijken toen daartoe redelijkerwijs de gelegenheid bestond, terwijl hij redelijkerwijs kon voorzien dat een maatregel genomen zou worden die het realiseren van dat belang zou kunnen verhinderen.
Artikel 9 Verrekening van voordeel
Heeft een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2 voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking worden genomen.
Artikel 10 Kosten van deskundigenbijstand / heffing recht
Van de indiener van een verzoek om nadeelcompensatie heffen Gedeputeerde Staten een recht, overeenkomstig het bepaalde in de Legesverordening Fryslân 2010 van € 300,-. De indiener wordt gewezen op de verschuldigheid van het recht en wordt meegedeeld dat dit bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van die mededeling, dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de provincie Fryslan. Indien op het verzoek geheel of ten dele positief wordt beslist, wordt het door de indiener betaalde recht terugbetaald.
Artikel 11 Vergoeding van wettelijke rente
Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen vergoeding. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt gesteld op de datum van ontvangst van het verzoek, doch niet eerder dan vanaf het moment dat de schade zich daadwerkelijk heeft geopenbaard.
HOOFDSTUK 2 Procedurebepalingen
Het verzoek wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk bij Gedeputeerde Staten ingediend, doch niet later dan zes maanden nadat degene die schade lijdt kennis heeft kunnen nemen van het rechtmatig handelen of het schadeveroorzakend besluit, dan wel binnen zes maanden nadat de schade aan hem kenbaar is geworden.
Heeft de verzoeker, voordat de in het eerste lid genoemde termijn is verstreken, een schriftelijke mededeling aan Gedeputeerde Staten gedaan waarin hij ondubbelzinnig verklaart dat hij zich het recht voorbehoudt om een verzoek tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in te dienen, dan begint een nieuwe termijn als bedoeld in het eerste lid te lopen na aanvang van de dag, volgende op die waarop deze schriftelijke mededeling door Gedeputeerde Staten is ontvangen.
Indien naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of onvoldoende is voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, of indien de verzoeker overigens verzuimt de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op het verzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen te verschaffen, stellen zij de verzoeker in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen een door Gedeputeerde Staten te stellen termijn.
Artikel 14 Niet in behandeling nemen van het verzoek
Gedeputeerde Staten nemen het verzoek niet in behandeling indien de heffing, zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid, niet is voldaan.Gedeputeerde Staten kunnen besluiten een verzoek niet in behandeling te nemen, als het niet overeenkomstig artikel 13 is ingediend en als zich gevallen genoemd in 4:5, eerste lid, onder a, b of c, Awb voordoen.
Artikel 15 Vereenvoudigde behandeling van het verzoek
Gedeputeerde Staten wijzen het verzoek zonder nader onderzoek af, indien het naar hun oordeel kennelijk ongegrond is. Een verzoek is onder meer kennelijk ongegrond indien:
het verzoek naar het oordeel van Gedeputeerde Staten steunt op de onrechtmatige uitoefening door de provincie Fryslân of door of namens haar bestuursorganen, aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak betreffende het in stand houden van, en zo nodig wijzigen van het stelsel van verkeers- en vervoersvoorzieningen;
Gedeputeerde Staten stellen de verzoeker in kennis van hun voornemen om één of meerdere deskundigen te benoemen. De kennisgeving bevat de naam van de deskundige, zijn beroep en zijn vestigingsplaats. De verzoeker kan binnen twee weken na verzending van de kennisgeving bedenkingen uiten tegen de voorgenomen benoeming van de deskundige.
Artikel 17 Door de deskundige te verrichten onderzoek
De deskundige brengt rapport uit over zijn bevindingen. Hij adviseert Gedeputeerde Staten over de hoogte van de uit te keren schadevergoeding en doet, indien Gedeputeerde Staten hem een daartoe strekkend verzoek hebben gedaan, voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor de schade, anders dan door een vergoeding in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.
Artikel 19 Procedure deskundige
Alvorens de deskundige zijn definitieve advies opstelt, stelt hij een conceptadvies op. Dit conceptadvies wordt uiterlijk zes maanden nadat de deskundige is aangesteld, aan de verzoeker en Gedeputeerde Staten toegezonden. Indien het niet mogelijk is om binnen de genoemde termijn van zes maanden een conceptadvies op te stellen, dan deelt de deskundige de verzoeker en Gedeputeerde Staten gemotiveerd mede, waarom deze termijn overschreden wordt. Hij geeft daarbij een termijn aan waarbinnen het conceptadvies aan verzoeker en aan Gedeputeerde Staten zal worden toegezonden. Deze termijn bedraagt ten hoogste zes weken.
Gedeputeerde Staten kennen de verzoeker op zijn schriftelijk verzoek een voorschot toe op zijn vergoeding als hij naar redelijke verwachting in aanmerking komt voor een vergoeding in geld als bedoeld in artikel 3, en wanneer Gedeputeerde Staten van mening zijn dat zijn belang het vordert dat aan hem een voorschot op deze vergoeding wordt toegekend. Gedeputeerde Staten beslissen op het verzoek nadat zij de deskundige hebben gehoord.
Het voorschot wordt uitsluitend verleend als de verzoeker schriftelijk verklaart hetgeen dat ten onrechte als voorschot is uitbetaald, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over het teveel betaalde, te rekenen vanaf de datum van betaling van het voorschot tot aan de dag der algehele voldoening, geheel en onvoorwaardelijk terug te betalen. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor zekerheidstelling verlangen.