Organisatie | Opmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1, sub c en art. 30
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-04-2004 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 26-02-2004 de Koggenlander | Onbekend |
De Raad van de gemeente Opmeer;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 december 2003;
Gelet op het advies van de commissie samenlevingszaken en middelen van 7 januari 2004
Gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand
Overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen
In deze verordening wordt verstaan onder:
De categorieën worden aangeduid als:
De bijstandsnorm wordt verhoogd indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar hogere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van deze kosten met een ander.
De bijstandsnorm wordt lager vastgesteld indien de gehuwde die jonger is dan 65 jaar en de partner ook jonger is dan 65 jaar lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander. De verlaging bedraagt 10% van het wettelijk minimumloon.
De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet wordt voor een alleenstaande van 21 respectievelijk 22 jaar, in afwijking van artikel 3, vastgesteld op 1% respectievelijk 5% van het wettelijk minimumloon indien hij lagere algemeen noodzakelijk kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander.
De bijstandsnorm wordt lager vastgesteld indien de gehuwden waarvan beide partners jonger zijn dan 65 jaar lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan hebben dan waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet beschikken over een vast woon -en verblijfsadres. De verlaging bedraagt 10% van het wettelijk minimumloon.
De bijstandsnorm of toeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders of de gehuwden ouder dan 21 jaar maar jonger dan 65 jaar die een woning bewonen waaraan geen kosten van huur of hypotheeklasten zijn verbonden, kan niet verder worden verlaagd.
De bijstandsnorm voor een schoolverlater bedraagt gedurende maximaal zes maanden 50% van de bijstandsnorm als vermeld in paragraaf 3.2 WWB.
Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.