Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling projectsubsidies sociaal beleid en zorg |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling projectsubsidies sociaal beleid en zorg |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidie, sociaal beleid en zorg |
Historie van deze regeling: Nieuwe regeling, vastgesteld op 4 september 2007, inwerking getreden op 7 september 2007, Provinciaal Blad 2007, 42; 1e wijziging, vastgesteld op 25 maart 2008, inwerking getreden op 28 maart 2008 met terugwerkende kracht tot en met 15 december 2007, Provinciaal Blad 2008, 8; 2e wijziging, vastgesteld op 25 november 2008, inwerking getreden op 28 november 2008 met terugwerkende kracht tot en met 27 augustus 2008, Provinciaal Blad 2008, 41; 3e wijziging, vastgesteld op 24 februari 2009, inwerking getreden op 27 februari 2009, Provinciaal Blad 2009, 18; 4e wijziging, vastgesteld op 25 augustus 2009, inwerking getreden op 4 september 2009, Provinciaal Blad 2009, 56; 5e wijziging, vastgesteld op 22 juni 2010, inwerking getreden op 26 juni 2010, Provinciaal Blad 2010, 43; 6e wijziging, vastgesteld op 21 juni 2011, inwerking getreden op 30 juni 2011, Provinciaal Blad 2011 no. 35; 7e wijziging, vastgesteld op 20 maart 2012, inwerking getreden op 1 april 2012, Provinciaal Blad 2012 no. 10; 8e wijziging, vastgesteld op 26 juni 2012, inwerking getreden op 26 juni 2012, Provinciaal Blad 2012 no. 25; Intrekking, vastgesteld op 24 juni 2014, inwerking getreden op 1 juli 2014, Provinciaal Blad 2014 no. 1021.
Subsidieverordening sociaal beleid en zorg, art. 1, lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2014 | Intrekking | 24-06-2014 Provinciaal Blad, 2014, 1021 | GS-voorstel 1142722 | |
26-06-2012 | 01-07-2014 | Artt. 1, 10, 11, 12, 18, 21-29, 49-66, 67, bijlage 1 en 2 | 26-06-2012 Provinciaal Blad, 2012, 25 | GS voorstel | |
01-04-2012 | 26-06-2012 | Artt. 1, 38, 39 - 42, 43 - 46, 48a, 48b, 48c, 48d, 67 en Toelichting. | 20-03-2012 Provinciaal Blad, 2012, 10 | GS voorstel | |
30-06-2011 | 01-04-2012 | Art. 1, 10, 11, 12, 15a, 16, 17, 18, 19 en 67. | 21-06-2011 Provinciaal Blad, 2011, 35 | GS voorstel | |
26-06-2010 | 30-06-2011 | Art. 1, 6, 8, 10, 11, 12, 16, 17, 18, 19, 22, 25, 50, 52, 54, 55, 56 en 67. Ingevoegd art. 15a. Hfdst. 4 vervalt. | 22-06-2010 Provinciaal Blad, 2010, 43 | GS voorstel 896248 |
Uitvoeringsregeling van 4 september 2007, houdende regels betreffende de subsidiëring van activiteiten op het terrein van sociaal beleid en zorg (Uitvoeringsregeling projectsubsidies sociaal beleid en zorg), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 juni 2012.
Gedeputeerde staten van Fryslân,
gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 en de Subsidieverordening sociaal beleid en zorg,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:
steunfunctie-instelling: provinciaal opererende organisatie, die ondersteuning biedt bij de voorbereiding of uitvoering van het sociaal beleid van gemeenten of welzijnsorganisaties, in de vorm van begeleiding, kadertraining, documentatie en studie, onderzoek, bemiddeling, ontwikkeling, afstemming en coördinatie;
zorg: brede formele zorg te weten curatieve zorg en care. Met curatieve zorg wordt gerefereerd aan alle zorg gericht op genezing, te weten eerstelijns -, tweedelijns - en acute zorg. Onder care wordt verstaan de chronische zorg, te weten gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en verpleging en verzorging;
Hoofdstuk 2 Sociaal Investeringsfonds
De doelstelling van het Sociaal Investeringsfonds voor de thema’s Jeugd en Gezin, Maatschappelijke participatie en Vermaatschappelijking en leefbaarheid is het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren van de sociale infrastructuur in de provincie Fryslân. Onder sociale infrastructuur wordt verstaan ‘het geheel van voorzieningen en betrekkingen dat het mogelijk maakt dat mensen in redelijkheid en sociale verbanden kunnen leven en deelnemen aan de samenleving’. Gedeputeerde staten richten zich niet direct op individuele burgers, maar op de sociale (infra)structuur waarmee de omstandigheden van groepen burgers verbeteren.
Paragraaf 2.2.3 Thema Vermaatschappelijking en leefbaarheid
Artikel 12 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor:
projecten gericht op draagvlakverbreding in de samenleving, in het bijzonder onder jongeren, ten aanzien van de acceptatie van mensen met een homo- en biseksuele geaardheid en transgenders, om de tolerantie tegen deze groep te vergroten. Projecten die een uitrol zijn van het koplopersproject Leeuwarden en Sud West Fryslân;
Artikel 17 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Een aanvraag kan worden ingediend door een rechtspersoon of een groep van natuurlijke personen, tenzij anders is bepaald. Een rechtspersoon of een groep van natuurlijke personen kan namens een aanvrager als penvoerder optreden, met een machtiging waaruit blijkt dat de penvoerder namens de aanvrager optreedt.
Gedeputeerde staten verdelen het beschikbare bedrag in de volgorde van de rangschikking. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die even hoog zijn gerangschikt het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Een rangschikking van aanvragen blijft achterwege indien het bedrag van de te verlenen subsidies van de voor subsidieverlening in aanmerking komende aanvragen lager is dan het subsidieplafond. In dat geval toetsen gedeputeerde staten of de aanvragen in voldoende mate voldoen aan de genoemde criteria.
Paragraaf 5.2.2 Thema Grootschalige sportevenementen
Artikel 43 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken ter stimulering van grootschalige sportevenementen.
Artikel 44 Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager, al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
Paragraaf 5.2.3 Thema sportevenementen Friese sporten
Artikel 48 a Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor een sportevenement of sportclinic op het gebied van de Friese sporten.
Artikel 48 b Aanvraag, verdeelsystematiek en beslissing
Gedeputeerde staten beslissen op volgorde van binnenkomst, met dien verstande dat wanneer de aanvrager, al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
1. Algemeen A. Op de subsidies op het terrein van Sociaal beleid en Zorg zijn de voorwaarden en criteria van toepassing uit de ‘Algemene wet bestuursrecht’ (Awb), ‘de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006’ en de ‘Uitvoeringsregeling projectsubsidies sociaal beleid en zorg’. De wet, verordening en regeling zijn aanvullend op elkaar. Dit houdt in dat als een bepaald(e) voorwaarde of criterium al is opgenomen in de Awb, deze in principe niet opgenomen wordt in de ASV of Uitvoeringsregeling. Enzovoorts.
In de Awb, ASV en Uitvoeringsregeling wordt gesproken over ‘activiteiten’. De term ‘activiteiten’ is de gangbare term in relatie tot subsidies. Voor wat betreft de ‘Uitvoeringsregeling projectsubsidies sociaal beleid en zorg’ geldt, dat de activiteiten moeten leiden tot een product of project. Een product of project is in dit verband het resultaat van een activiteit of handeling en niet de activiteit of handeling zelf.
Onder titel 2.2 wordt een aantal thema’s benoemd. Een nadere onderbouwing voor deze thema’s is te vinden in de Sociale Agenda 2008-2011. Deze Sociale Agenda is verlengd voor het jaar 2012.
B.Het Sociaal Investeringsfonds is geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat effecten van een gesubsidieerde activiteit kunnen verdwijnen als de activiteit binnen een bepaalde termijn na afrekening wordt beëindigd, van functie verandert en dergelijke. Op grond van de Awb is het mogelijk om tot vijf jaren na de subsidievaststelling gelden terug te vorderen, als de ontvanger niet heeft voldaan aan de verplichtingen zoals die aan de subsidieverlening zijn verbonden.
Artikel 2In artikel 2, lid 2, wordt gesproken over het artikel 4:51 van de Awb. De volledige tekst van dit artikel luidt: 1. Indien aan een subsidieontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt gehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak op de grond, dat veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, slechts met inachtneming van een redelijke termijn. 2. Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert de bekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak nog geen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterende deel van die termijn verleend, zo nodig in afwijzing van artikel 4:25, tweede lid.
Artikel 3In artikel 3 lid 3 sub b wordt gesproken over kosten van personeel of projectleiders. Het kan hierbij gaan om 100% personeelskosten.
Artikel 6De bijdrage uit het Sociaal Investeringsfonds (SIF) voor het thema Zorg is bedoeld als eenmalige subsidie voor producten en projecten, die op basis van de huidige reguliere financieringsstromingen niet van de grond komen, waar partijen (nog) niet regulier verantwoordelijk voor zijn en waarvan het zorgveld vindt dat deze in een hiaat voorzien. De betrokken partijen dienen dit hiaat te (h)erkennen. Het gaat specifiek om integrale, sectoroverstijgende en vernieuwende projecten; er moet bij de partijen een breed inhoudelijk én financieel draagvlak bestaan om in het hiaat te voorzien. Hiervoor moeten de betrokken partijen eigen middelen beschikbaar stellen. Een provinciale subsidie is hierin aanvullend.
Het gaat om voldoende basiszorg, vraagsturing, het op een efficiënte wijze zorg ontvangen door goed gekwalificeerd personeel en de belangenbehartiging van inwoners van de provincie Fryslân.
Artikel 7In artikel 7, lid 1 wordt tot uitdrukking gebracht dat Gedeputeerde Staten de beschikbare SIF-middelen verdelen over vier vastgestelde thema’s. SIF staat voor Sociaal Investeringsfonds. Het gaat om de thema’s ‘Jeugd en Gezin’, ‘Maatschappelijke participatie’,‘Vermaatschappelijking en leefbaarheid’ en ‘Zorg’. Als na het binnenkomen van de aanvragen blijkt dat voor een bepaald thema geen of te weinig aanvragen zijn binnengekomen, worden de (resterende) middelen verdeeld over thema’s waarvoor wél aanvragen zijn ontvangen.
In het vierde lid wordt tot uitdrukking gebracht dat van het beschikbare budget per aanvraagperiode (tender) een bedrag van € 25.000,- wordt gereserveerd voor aanvragen beneden de € 5.000,-. Hiermee wil de subsidiegever de mogelijkheid scheppen ook kleinere projecten te honoreren. Als het bedrag van € 25.000,- niet volledig wordt besteed, wordt het restantbedrag toegevoegd aan het beschikbare tenderbedrag.
Artikel 8In artikel 8, lid 1.a wordt tot uitdrukking gebracht, dat de subsidiegever nieuwe activiteiten wil subsidiëren. Dit houdt in dat reeds gesubsidieerde activiteiten niet opnieuw voor subsidie in aanmerking komen. Hieraan is een termijn van drie jaren verbonden. Dit betekent dat voor reeds eerder gesubsidieerde activiteiten na drie jaar in geactualiseerde vorm opnieuw subsidie aangevraagd mag worden.
Artikel 11In sub a en b gaat het om de risicogroepen zoals genoemd onder 2.2.2, punt 3 op pagina 20 van de Sociale Agenda 2008-2011. Deze Sociale Agenda is verlengd voor het jaar 2012. Bij de begripsbepalingen, artikel 1 onder b wordt aangegeven wat onder een risicogroep wordt verstaan.
Artikel 12 bHet moet hier gaan om projecten waarbij ten minste drie verschillende sectoren zijn betrokken. Voorbeelden van sectoren zijn: wonen, zorg, welzijn, onderwijs, MKB/bedrijfsleven en lokale overheid.
Artikel 15.aIn artikel 15.a wordt een aantal termen gebruikt. Hieronder worden deze nader toegelicht.
De activiteit ‘continuïteit van de zorg’ richt zich – vooral op het platteland - op het stimuleren van kwantitatief en kwalitatief goed personeelsaanbod, voldoende ketenzorg en bereikbaarheid / toegankelijkheid van zorgvoorzieningen. Als één van de belangrijkste knelpunten tijdens de opstelling van de Sociale Agenda 2008-2011 is genoemd de personeelskrapte in relatie tot de dubbele vergrijzing. In de rapportage ‘Arbeidsmarktonderzoek zorg, regio Friesland 2008-2011’ (2008) blijkt als trend dat de belangstelling van leerlingen van het VMBO om in de zorg te werken daalt en dat de uitstroom van verzorgenden en verpleegkundigen door vergrijzing gaat stijgen, vooral vanaf 2012-2015. Daarnaast is de prognose dat het aantal 65+ers in Friesland in 2025 is toegenomen tot 21% van de bevolking. Deze prognose impliceert dat de personeelsomvang door de vergrijzing groeit, terwijl de beroepsbevolking gelijk blijft.
Onder ‘aanpalende terreinen’ wordt verstaan terreinen die raakvlakken hebben met en/of op het snijvlak liggen van curatieve zorg en care. Te denken valt aan preventie, onderwijs, welzijn, jeugdzorg, wonen etc.
Artikel 16In artikel 16, lid 1 en 2 komt de benodigde cofinanciering aan de orde. De voorwaarde tot co-financiering is opgenomen, omdat de subsidiegever hecht aan een breed draagvlak voor de aangevraagde activiteit. Cofinanciering bestaat daarom bij voorkeur uit middelen van de aanvrager zelf en/of uit bijdragen van derden. De ingebrachte middelen mogen ook bestaan uit een lening van de bank.
Met dit artikel wordt aangegeven dat vrijwilligerswerk als cofinanciering kan worden ingebracht, in plaats van geld of in aanvulling hierop. De uren kunnen ingezet worden als eigen bijdrage tegen een uurtarief van € 20,= per uur. Bij gebruik van deze mogelijkheid moeten vrijwilligers een ondertekende urenlijst inleveren bij het bestuur en het bestuur moet schriftelijk verklaren dat het vrijwilligerswerk daadwerkelijk is verricht. Beide zaken moeten bij de eindverantwoording worden ingeleverd. Het kan gaan om fysieke inzet (metselen, verven e.d.) en om verleende diensten.
Artikel 17In artikel 17, lid 1, komt aan de orde wie een aanvraag voor subsidie in kan dienen. Aanvragers mogen zich laten vertegenwoordigen door een penvoerder; de aanvrager moet dan wel een machtiging afgeven waaruit blijkt dat de penvoerder hem vertegenwoordigt. In deze machtiging moet verder aangegeven worden wie de beschikking en subsidie ontvangt. De machtiging moet gelijktijdig met de aanvraag worden ingediend.
In artikel 17, lid 2, komt aan de orde op welke wijze binnengekomen subsidieaanvragen in behandeling worden genomen: namelijk tendergewijs. Een tender is een aanvraagronde. Deze manier van werken houdt in dat aanvragen niet tussentijds in behandeling worden genomen.
De tendergewijze behandeling van ingediende subsidieaanvragen is ingesteld om de aanvragen onderling te kunnen vergelijken. Dit stelt de subsidiegever in staat die activiteiten te honoreren die de grootste bijdrage leveren aan de realisatie van het sociale beleid.
In lid 5 wordt gesteld dat de beslissing op subsidieaanvragen binnen 10 weken na het sluiten van de tender wordt genomen. De termijn van 10 weken kan uitgebreid worden met 4 weken als onvoorziene omstandigheden daartoe nopen.
Artikel 18In artikel 18 lid 1 sub b wordt gesproken over product- of projectvoorstellen. In bedoelde voorstellen moeten de concrete verbeteringen aantoonbaar gemaakt worden door cijfermatige onderbouwing van behoefte, resultaat en effect.
Het Sociaal Investeringsfonds is geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat hoe meer een activiteit uitloopt in een structurele verandering, hoe groter over het algemeen het effect is van de activiteit. Daarom is ‘continuïteit’ als negende criterium opgenomen bij de beoordeling van aanvragen. De beoordeling richt zich dan op de vraag hoe het voortbestaan van de activiteit is gewaarborgd. Dit geldt in het algemeen en verder specifiek als aanvragers bij het vervolg van hun aanvraag gemeentelijke, financiële betrokkenheid voor ogen staat. Als hiervan sprake is, moeten aanvragers op het moment van aanvragen hierover al vergevorderd overleg met de betreffende gemeente(n) hebben gevoerd en aangeven wat de uitkomst is. Bovenstaande geldt overigens niet voor activiteiten die uit hun aard eenmalig zijn. En ook niet als sprake is van een experiment of pilot.
Artikel 20In artikel 20 wordt aangegeven hoe rekening en verantwoording moet worden afgelegd. In voornoemd artikel wordt verwezen naar artikel 41, tweede lid van de ‘Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006’. De volledige tekst van artikel 41, lid 2 luidt als volgt:
2. Bij de aanvraag wordt overgelegd: a. wanneer het subsidiebedrag € 5.000,- of minder bedraagt: een activiteitenverslag betrekking hebbend op de gesubsidieerde activiteit of het project, vergezeld van een door de aanvrager ondertekende verklaring, dat de gesubsidieerde activiteit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en de verleende subsidie daaraan is besteed; b. wanneer het subsidiebedrag meer bedraagt dan € 5.000,- doch minder dan € 50.000,-: een door de subsidieontvanger vastgestelde rekening, die betrekking heeft op de activiteit of het project en die zodanig is ingericht dat hieruit de met uitvoering gemoeide bedragen afzonderlijk blijken, alsmede een door de aanvrager ondertekende verklaring, dat de bedragen aan rechthebbenden zijn betaald; c. wanneer het subsidiebedrag € 50.000,- of meer bedraagt, moet de onder b. bedoelde rekening vergezeld gaan van een goedkeurende verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 1, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 46 en 48 dIn artikel 46 en 48 d gaat het om kosten die noodzakelijk zijn voor de organisatie van een sportevenement of sportclinic. Hieronder vallen kosten voor: accommodatie, arbitrage, extra materialen zoals tribunes, dranghekken en/of sporttoestellen, techniek, extra parkeergelegenheid, prijzen, vrijwilligersvergoeding, PR, vergunningen en voor een trainer bij een clinic. Wat er niet onder valt zijn kosten voor: reis- en verblijf, catering, lunches en diners e.d. muziek, feestactiviteiten en loon.